Hoofddoel
Het ware doel van de ramadaan is, zoals met alle vormen van islamitische aanbidding het geval is, de mensen dichter tot Allah te brengen. Hoewel de normale activiteiten en bezigheden als gebruikelijk doorgaan, wordt de nadruk op morele en geestelijke waarden intensiever benadrukt en wordt alles ondergeschikt aan dit hoofddoel. Het gehoor, het zien, de tong, de gedachten, staan alle onder een striktere controle. De heilige Profeet (s) heeft gezegd:
Hij die gedurende de periode van het vasten afziet van voedsel en drank, maar zich niet onthoudt van leugens, ondergaat honger en dorst voor geen enkel doel.
Recitatie
De studie van de heilige Qor’aan en het nadenken over de goddelijke tekenen neemt ook een groot gedeelte van de dag in beslag. Het vrijwillige gebed gedurende het laatste gedeelte van de nacht wordt tijdens ramadaan verplicht geacht, maar het kan individueel of gezamenlijk worden gezegd. Om het degenen gemakkelijk te maken die het moeilijk vinden om op dat uur naar de moskee te gaan om aan de dienst deel te nemen wordt na het ‘ishaa’ (avond) gebed een gezamenlijke dienst gehouden. Ongeacht het feit of deze dienst, die men ‘taraawieh’ noemt, na het ‘ishaa’ gebed of voor het ‘fadjr’ (ochtend) gebed wordt gezegd, zijn de te reciteren gedeelten van de heilige Qor’aan, na ‘soeratul-faatihah’, vrij lang. De dienst telt acht ‘rak’aats’, die worden gezegd in vier gedeelten, terwijl ieder gedeelte uit twee ‘rak’aats’ bestaat. De dienst wordt geleid door een imaam die ‘haafiz’ is, d.w.z. iemand die de gehele heilige Qor’aan van buiten heeft geleerd. ‘Itikaaf’ Gedurende de laatste tien dagen van de ramadaan begeven zich veel mensen als het ware in afzondering in een moskee en wijden al hun tijd aan de verplichte en vrijwillige gebeden en aan de studie van de heilige Qor’aan en het herdenken van Allah. Deze periode van de volledige toewijding van de tijd van een aanbidder aan het beoefenen van zuiver geestelijke waarden vormt het hoogtepunt in de fysieke, morele en geestelijke discipline die de Islam heeft ingesteld. Kinderen die vasten Een kind van twaalf of dertien jaar oud mag het tijdens de ramadaan worden toegestaan om afwisselend in groepjes van drie of vier dagen de vasten te houden. Het jaar daarop kan het worden toegestaan het aantal dagen te verhogen tot acht of tien. Tijdens het derde jaar zal het kind zeer tevreden zijn als het om de andere dag kan vasten. Tijdens het vierde jaar zal het dan gereed zijn om de volle verplichting op zich te nemen. Discipline en oprechtheid Door het in acht nemen van het vasten doet de aanbidder de eed of gaat een verbond aan dat, als hij tijdens de uitoefening van zijn plicht van een volledige onderwerping aan de wil van Allah zou worden geroepen zijn leven in gevaar te brengen of de belangen van zijn nageslacht op te offeren, hij niet zou aarzelen dit te doen. Zulk een discipline die ieder jaar gedurende een gehele maand in acht wordt genomen staat er borg voor dat hij die zich eraan onderwerpt, gedurende de andere elf maanden van het jaar geleidelijk een grotere hechting verkrijgt aan morele en geestelijke waarden. Men moet nooit over het hoofd zien dat het gehele doel van het vasten, of dit nu verplicht is zoals gedurende de maand ramadaan, of vrijwillig, zoals in andere maanden, het bevorderen van oprechtheid is, hetgeen betekent de geleidelijke stimulering van geestelijke waarden. De geestelijke beloning van een juiste beoefening van het vasten is zeker groot. De heilige Profeet (s) heeft gezegd: Er is een toepasselijke geestelijke beloning voor alle aanbidding en alle oprechte daden; de uiteindelijke beloning voor hem die het vasten uitsluitend houdt om het welbehagen van Allah te winnen, is Allah Zelf.
‘Sadaqaatul fitr’ De heilige maand ramadaan biedt de speciale gelegenheid de behoeftige toch in staat te stellen op een passende wijze te delen in de vreugde van ‘iedul fitr’. De heilige Profeet (s) heeft hiertoe namelijk voor iedereen ‘sadaqaatul fitr’ verplicht gesteld. Deze ‘sadaqa’ bestaat uit een bedrag van 2.50 euro per persoon en dient vóór het ‘Ied’ gebed te worden betaald. Heilige Qor’aan over de vastenmaand Ramadaan In deze maand werd ruim 1400 jaar geleden de Heilige Qor’aan geopenbaard aan de heilige Profeet Mohammed (s) De islamitische traditie benadrukt het feit dat gedurende Ramadan de hemel vol is met activiteit en dat zij die ernstig trachten nabijheid tot God te verkrijgen worden verzekerd van een overvloed van zegeningen. Door Abu Huraira (r) wordt het volgende verhaald: Als de ramadaan begint worden de poorten van de hemel geopend, de poorten van de hel gesloten en worden de duivelen geketend. Als iemand gedurende de gehele maand ramadaan bidt met een vast geloof en een wens een beloning van Allah te verkrijgen, dan zullen al zijn vroegere zonden worden vergeven. Dit toont duidelijk de belangrijkheid van de ramadaan aan. Toch is het duidelijk dat het doel van de ramadaan niet anders is dan de leerstellingen van de islaam. Men kan zich dan afvragen wat de noodzaak is van zo’n bijzondere maand. Zijn niet de dagelijkse voorzieningen voor de moslims voldoende om een band met de Schepper te bewerkstelligen? Het is juist dat de mens wordt geleid op een wijze dat hij kan trachten een band, met God te ontwikkelen. Het is echter ook juist dat God ‘Aliem’, d.w.z de Alwetende, is. Hij kent de mens beter dan de mens zelf. Hij weet heel goed dat de mens bij alle bezigheden in het dagelijkse leven steeds bloot staat aan het verzaken van de herinnering aan God en daarom heeft Hij de mens gelegenheid geboden om uit deze toestand van geestelijke lethargie te ontsnappen. De heilige periodes in de verschillende godsdiensten hebben ook het gezamenlijke doel om de mens in staat te stellen een evenwicht te vinden tussen lichamelijke en geestelijke zaken. Gods Barmhartigheid strekt zich echter veel verder uit dan dit evenwicht en die mensen die voldoen aan de additionele eisen die zulke periodes zoals vasten stellen, worden in overvloedige mate beloond. In dit verband spoort God de mens aan aandachtig te zijn en Hij zegt in de heilige Qor’aan: Het vasten is goed voor u, indien u het beseft. (2.185) De artikelen in dit nummer vertellen dat het vasten in een volmaakte harmonie is met de natuur en dat het duidelijke voordelen voor het lichaam heeft. Het echte voordeel van deze oefening is echter veel groter. De werkelijke schoonheid van de vastenmaand ramadaan is dat zij de mens aanmoedigt om voort te gaan op het pad van rechtschapenheid dat niet alleen succes verschaft in deze wereld, maar ook – en wellicht veel meer – in de volgende. Dit wordt verder geïllustreerd door een uniek kenmerk van ramadaan: de ‘lailatul qadr’ (de nacht van het goddelijke besluit). De Heilige Qor’aan zegt ons dat deze nacht beter is dan duizend maanden. Maar wat maakt hem zo wonderlijk? Abu Huraira (r) verhaalt: Hij die de ‘leylatoel qadr’ doorbrengt met waarachtig gebed en zijn beloning bij God nastreeft, zijn vroegere zonden zullen worden vergeven. Periodes zoals de ramadaan dienen dus om het leven van de mens dat te geven wat hij anders zou kunnen veronachtzamen en zij zijn dus in wezen een genade voor de mensheid. Zij fungeren als geestelijke katapulten: hoe meer energie wij ze geven, hoe meer wij eruit kunnen behalen. het besteden op de weg van Allah De gelijkenis van degenen die hun rijkdommen voor de zaak van Allah besteden, is als de gelijkenis van een graankorrel die zeven aren voortbrengt, in elke aar honderd korrels. Allah vermeerdert voor wie Hij wil; Allah is Alomvattend, Alwetend. Zij, die hun rijkdommen ter wille van Allah besteden, en het besteden niet doen volgen door (anderen) te verwijten of te krenken, voor hen is er beloning bij hun Heer en zij zullen geen vrees hebben, noch zullen zij treuren. (Heilige Qor’aan hst 2 vers 262-263) Hadith over Ramadaan De heilige Profeet Mohammed (s) over het vasten Abu Hurairah (r) vertelt dat de heilige Profeet (s), zei: Welk nut heeft het vasten voor Allah wanneer iemand zich niet onthoudt van leugen en bedrog. (Bukhari) Ayesha (r) vertelt dat de Heilige Profeet (s), tot aan zijn overlijden zich gedurende de laatste tien dagen van de maand Ramadan afzonderde in de moskee (i’tikaaf). Daarna hielden zijn vrouwen op dezelfde manier ‘i’tikaaf.’ (Bukhari)