Samenvatting Vrijdagpreek 30 Okt 2020 – Heren van uitmuntenheid : Muaz ibn Jabal (ra)

Résumé du Sermon du vendredi 30 octobre 2020

KJ-Summary-EN-20201030           KJ-Summary-UR-20201030

 

Samenvatting Vrijdagpreek 30 oktober 2020

Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih Al-Khamis (a.b.a.)

Na Tashahhud, Ta’awwaz en de recitatie van Soerah Al-Fateha, vermeldde Huzur-e-Anwar Hazrat Mu’az bin Jabal (ra). Hij zei:

Er wordt vermeld over Hazrat Mu’az (ra) dat hij met een open hart zou uitgeven, waardoor hij vaak leningen moest aangaan. Bij één van die gelegenheden bleven degenen die hem geld geleend hadden, fel aandringen om hun geld terug te geven. Wanneer de Heilige Profeet (vzmh) dit ontdekte riep hij om Hazrat Mu’az (ra). De Heilige Profeet (vzmh) zei vervolgens tegen de leners dat Allah genade zou hebben op degene die zijn portie van de lening zou kwijtschelden.

Sommigen onder hen overwogen het advies van de Heilige Profeet (vzmh) en scholden hun deel van de lening kwijt, terwijl anderen bleven aandringen. De Heilige Profeet (vzmh) heeft daarop alle eigendommen van Hazrat Mu’az (ra) verdeeldonder de leners, maar het was nog niet voldoende om zijn lening af te betalen. Toen ze doorgingen met hun eisen vroeg de Heilige Profeet (vzmh) hen om Hazrat Mu’az(ra) tijdelijk met rust te laten aangezien hij niets meer te bieden had. De Heilige Profeet (vzmh) heeft dan besloten om Hazrat Mu’az (ra) naar Jemen te sturen. Hij stelde dat, “Allah zal een middel schapen voor jou om jouw leningen te kunnen afbetalen”. De Heilige Profeet (vzmh) stelde ook, “aangezien je schulden hebt, indien je geschenken aangeboden wordt in jouw functie als Emir en vertegenwoordiger van de Heilige Profeet (vzmh),mag je deze accepteren en uitgeven in functie van je behoeften.”Met deze toestemming was Hazrat Mu’az (ra) in staat om zijn leningen af te betalen.

Verscheiden vertellingen vermelden het advies en de instructies gegeven door de Heilige Profeet (vzmh) aan Hazrat Mu’az (ra) voor zijn vertrek naar Jemen. Volgens één vertelling zou de Heilige Profeet (vzmh) gesteld hebben, “O Mu’az, het is mogelijk dat je mij volgend jaar niet zal ontmoeten en mijn graf zal passeren.” Hazrat Mu’az (ra) begon te huilen. Bij het zien ervan zei de Heilige Profeet (vzmh), “Van onder de mensen zijn zij dichtst bij mij, die rechtvaardig zijn, ongeacht wie ze zijn of waar ze wonen.” Volgens een andere vertelling zei de Heilige Profeet (vzmh) om geen extravagante levensstijl te adopteren omdat mensen van God geen luxueuze levens leiden.

Een andere vertelling beschrijft dat de Heilige Profeet (vzmh) tegen Hazrat Mu’az (ra)had gezegd, “Jij zal binnenkort onder het volk van het boek zijn (in Jemen). Nodig hen uit om te getuigen dat Allah één is en Mohammed (vzmh) Zijn boodschapper is. Als ze hiermee akkoord gaan kan je hen over de vijf dagelijkse gebeden vertellen. Als ze aanvaarden, vertel hen over Sadaqah (aalmoezen).” De Heilige Profeet (vzmh) zei, “Neem hun beste bezittingen niet als Sadaqah en behoed je altijd voor het gebed van een onderdrukte persoon, omdat er geen barrière is tussen God en het pleidooi van een onderdrukte persoon.”

Het laatste advies van de Heilige Profeet (vzmh) aan Hazrat Mu’az (ra) was om mensen altijd met goede zeden te behandelen. Huzur-e-Anwar verklaarde dat Moslims over hun toestand moeten nadenken, of ze dit advies wel volgen? Blijkbaar vieren ze welEidMilad-un-Nabi (verjaardag van de Heilige Profeet vzmh), ook al zou de ware viering van dezeMilad het volgen van de zedenleer van de Heilige Profeet (vzmh) zijn.

De vrees van Hazrat Mu’az (ra) voor Allah was duidelijk te merkenkort voor zijn dood. Er wordt vermeld dat hij vlak voor zijn overlijden begon te huilen. Mensen rondom hem vroegen waarom hij aan het huilen was en zeiden, “jij bent toch een metgezel van de Heilige Profeet (vzmh)?” Hazrat Mu’az (ra) antwoordde,“Ik huil niet uit verdriet om de dood of over het achterlaten van deze wereld. De reden dat ik aan het huilen ben is omdat ik weet dat er twee groepen zullen zijn, de mensen van het Paradijs en die van het hellevuur. Ik weet niet tot welke groep ik zal behoren.” Hij stierf tijdens het 18de jaar van Hijrah op ongeveer 38-jarige leeftijd.

Huzur-e-Anwar verwees dan naar een andere Badri metgezel van de Heilige Profeet (vzmh), Hazrat Abdullah bin Amr (ra). Hij was 40 jaar oud bij de migratie naar Medina en had deelgenomen aan de tweede Bait-e-Aqba. Hij had deelgenomen aan de Slag van Badr en stierf als martelaar in de Slag van Uhud.