Samenvatting Vrijdagpreek 6 Nov 2020 – Financiële opoffering : Tehrik e Jadid Nieuwjaar 2020

Résumé du Sermon du vendredi 6 novembre 2020

KJ-Summary-EN-20201106           KJ-Summary-UR-20201106

Samenvatting Vrijdagpreek 6 november 2020

Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih Al-Khamis (a.b.a.)

Na Tashahhud, Ta’awwaz en de recitatie van Soerah Al-Fatehah reciteerde Huzur-e-Anwar het volgende vers:

“Zij, die hun rijkdommen nacht en dag, heimelijk of openlijk weggeven, ontvangen hun beloning van hun Heer; zij zullen niet vrezen, noch zullen zij treuren.” (2:275)

Allah heeft, in de Heilige Koran, de aandacht van de gelovigen meermaals gevestigd op financiële opoffering. Gelovigen geven dag en nacht hun rijkdom uit voor de zaak van Allah. Deze uitgaven zijn zowel openlijk als geheim en beide zijn aanvaardbaar in het zicht van God. Door de genade van Allah nemen de leden van de Djamaat deel aan deze opofferingen. Het doel hiervan dient het verkrijgen van de genade van Allah te zijn. Als deze opofferingen verricht worden om te pronken, zijn ze het niet waard om door Allah aanvaard te worden en worden ze afgewezen.

Het gevoel dat je krijgt van concurreren is iets goeds. Deze concurrentie mag echter niet gebeuren met een bezorgdheid in het achterhoofd van wat anderen zouden zeggen indien men achterblijft?. We mogen wel de intentie hebben om te trachten verder dan anderen te gaan met financiële opofferingen om het welbehagen van Allah te verkrijgen. Ook mogen we concurreren met de intentie om de gebeden van Hazrat Khalifatul Masih te verkrijgen. Als een persoon echter concurreert om door anderen geprezen te worden of om invloed te verkrijgen bij de Djamaat of ambtenaren, zullen dergelijke financiële opofferingen in feite schadelijk zijn.

Degenen die financiële opofferingen maken dienen ook te onthouden dat families er recht op hebben. Deze rechten niet nakomen is een zonde in het aanzien van God. Op gelijke wijzedienen we tevredenheid in onszelf en onze families in te prenten en aandacht te besteden aan het uitgeven van onze rijkdommen voor de zaak van Allah.

Hierna heeft Huzur-e-Anwar verscheidene voorvallen aangehaald met betrekking tot financiële opofferingen en hoe deze individuen gezegend werden door Allah. Huzur-e-Anwar heeft gesteld dat het horen van deze voorvallen ook anderen aanmoedigt. Deze mensen hebben dus een dubbele beloning, enerzijds om een opoffering te maken voor de zaak van Allah en anderzijds dat mensen door hun opofferingen aangemaand worden tot vroomheid.

De Beloofde Messias (as) gaf uitleg over de filosofie van verborgen en schijnbare opofferingen en stelde dat de Heilige Koran ons vertelt dat je niet alle daden voor mensen moet verbergen. Integendeel, moet je sommige daden, zoals gepast, verborgen verrichten als je dat beter vindt en andere openlijk verrichten als je denkt dat het goed is voor het algemeen publiek. In sommige instanties draagt een praktisch model meer dan woorden.

Hierna vermeldde Huzur-e-Anwar enkele voorvallen van Ahmadi’s van over de hele wereld,waaronder Argentinië, Indonesië, Frankrijk, Canada, de Marshalleilanden enz. Huzur-e-Anwar vermeldde onder meer het voorval van een Canadese Syriër die naar Huzur geschreven had dat hij na de bouw van de Markaz in Islamabad had beloofd om 5000 Canadese dollar voor Tehrik-e-Jadid te doneren. Zijn maandelijkse loon was toen 4000 Canadese dollar. Na enige tijd had hij een auto gekocht en was van werk veranderd waardoor zijn salaris verhoogdwerd. Hij was geld naar Syrië aan het sturen en was daardoor nog steeds niet in staat om zijn belofte te vervullen. Hij had een ongeval in januari 2020 en kon daardoor gedurende een maand niet werken. Vervolgens was zijn financiële situatie nog verslechterd door de Covid-lockdown.  Zowel zijn vrouw als hijzelf waren aan het bidden dat zij hun Tehrik-e-Jadid belofte zouden kunnen vervullen voordat Ramadan zou aflopen. Hierop stopte hij met zijn werk als taxichauffeur en ging hij aan de slag in de voedsellevering. Hij begon uit verschillende bronnen inkomsten te krijgen zoals hij zich nooit had kunnen inbeelden. Zijn maandelijkse inkomen steeg naar 9000 Canadese dollar en hij kon zijn belofte betalen nog voor Ramadan begonnen was.

Door de genade van Allah is het 87e jaar van Tehrik-e-Jadid van start gegaan. Moge Allah de personen en rijkdom zegenen van alle deelnemers en hun opofferingen aanvaarden. Amin.

Naar het einde toe stelde Huzur-e-Anwar dat men deze dagen fervent dient te bidden. Bid veel voor Moslims. Sommige wereldleiders koesteren wrok tegen Moslims. Ook al tonen ze het niet openlijk, hun harten dragen vijandigheid jegens de Islam en Moslims. De anti-islamitische krachten voeren dergelijke daden uit omdat ze weten dat eenheid ontbreekt onder de Moslims. Als ze wisten dat Moslims verenigd waren en bereid waren om zich op te offeren omwille van de Islam zouden ze nooit zulke daden verrichten. Geen enkele krant zou dergelijke cartoons durven publiceren.

Huzur-e-Anwar veroordeelde de recente opmerkingen van de President van Frankrijk die zei dat de Islam in crisis was. Huzur stelde dat de Islam een levende, bloeiende religie is. In tegenstelling prees hij de commentaar van de Canadese Premier die zei dat we moeten oppassen voor de religieuze sentimenten van de mensen.

Huzur-e-Anwar zei dat geen enkele Moslim een dergelijke vernedering ten aanzien vande Heilige Profeet (vzmh) kan verdragen. Wanneer een persoon emotioneel instabiel wordt en uit provocatie handelt, ligt de verantwoordelijkheid ervoor bij de overheid en bij de zogenaamde vrijheid van meningsuiting. Iemand vermoorden is geen oplossing voor een probleem. Als de Moslim Ummah een permanente oplossing wenst, dienen zij onderling eenheid in te prenten.

We zetten ons werk verder. Het is de verantwoordelijkheid van de volgers van de Mohammedaanse Messias om de ware leer van de Islam uit te leggen aan de mensen en de wereld te informeren dat hun redding ligt in het erkennen van de ene ware God en in het uitroeien van onderdrukking. We mogen de Moslim Ummah in geen enkele omstandigheden vergeten. Moge Allah hen in staat stellen om de Beloofde Messias (as) te aanvaarden. We dienen ook te bidden voor de mensheid in het algemeen,dat zij na deze pandemie niet door enige andere ramp getroffen mag worden. Amin.