Samenvatting vrijdagpreek 24 Feb 2023 – Mannen van uitmuntendheid: Amir bin Rabi’ah (ra); Haram bin Milhan (ra)

KJ-Summary-FR-20230224                 KJ-Summary-NL-20230224

KJ-Summary-UR-20230224                 KJ-Summary-EN-20230224

 

Samenvatting vrijdagpreek 24 Februari 2023
Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih V (aba)

Terwijl Huzoor e Anwar (aba), in de vrijdagpreek van vandaag, de vermelding naar de Badri Metgezellen voortzette, noemde Huzoor e Anwar (aa) Hazrat Aamir bin Rabiyya (ra) en enkele Ahadiths. Huzoor e Anwar vertelde het voorval van zijn zoon Hazrat Abdullah bin Aamir (ra) en de migratie van zijn familie naar Abessinië. Bij een gelegenheid stuurde de Heilige Profeet (vzzh) Hazrat Aamir bin Rabiyya (ra) en Hazrat Sahl bin Hunaif (ra) om inzicht te verwerven. In 8 Hijri, was Hazrat Aamir bin Rabiyya (ra) ook betrokken bij de Slag van Zaat-ul-Slasil en werd verwond door een pijl in zijn arm.

Tijdens het kalifaat van Hazrat Umar (ra), toen Khyber werd veroverd, kreeg hij (Hazrat Aamir (ra)) ook een deel van het land. Toen Hazrat Umar (ra) naar Javia ging, was zijn vlag bij Hazrat Aamir (ra). Toen Hazrat Usman (ra) voor Hajj ging, stelde hij Hazrat Aamir (ra) aan als zijn Amir in Madina.

Hazrat Abdullah bin Aamir (ra) deelde een overlevering van zijn vader dat in de tijd van de Heilige Profeet (vzzh), een man met een vrouw van Bani Fuzara trouwde met een bruidsschat van een paar schoenen. De Heilige Profeet (vzzh) verklaarde deze Nikah geldig.

Hazrat Aamir bin Rabiyya vertelde dat de Heilige Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) ooit zei: “Wie eenmaal zegeningen over mij zendt, Allah zendt tienmaal vrede over hem. Nu is het jouw keuze of je minder of meer zegeningen over mij zendt.” Volgens een andere overlevering van hem zei de Heilige Profeet (vzzh) dat wanneer iemand bidt voor mijn welzijn, de engelen blijven bidden voor zijn welzijn zolang hij in die staat verkeert.

Hazrat Haram Bin Malhan (ra) werd als volgende genoemd. Zijn afkomst werd niet voortgezet. Hazrat Anas (ra) vertelt dat de Heilige Profeet (vzzh) zijn oom Haram Bin Malhan (ra), die de broer was van Umm Sulaim, met 70 ruiters naar Banu Aamir stuurde. Aamir bin Tufail was de leider van de afgodendienaren en hij gaf de Heilige Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) een van de drie opties. Hij zei dat de mensen van de stad aan jou zullen toebehoren en de mensen van de dorpen aan mij. Of, na uw overlijden, zal ik uw opvolger zijn anders zal ik tegen u de strijd aangaan met tweeduizend man van Ghatfan. Dus Aamir werd slachtoffer van de pest in het huis van een vrouw. Zijn ziekte beschouwend als een gewone ziekte, vroeg hij om zijn paard en zadelde zich deze en stierf ter plekke.

Hazrat Haram (ra) vergezelde twee mannen (waaronder een persoon die mank loopt) naar Aamir en zocht zijn bescherming zodat zij de boodschap van de Boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) aan hem konden overbrengen. De mensen van de stam maakten enkele gebaren en een persoon kwam van achteren en stak Hazrat Haram met een speer door zijn lichaam. Hazrat Haram nam het bloed dat uit zijn lichaam stroomde in zijn handen en terwijl hij het op zijn gezicht wreef zei hij: Allahu Akbar, bij de Heer van de Kaaba, ik ben geslaagd. Allahu Akbar, bij de Heer van de Kaaba, ik heb mijn doel bereikt. Toen vervolgden zij de andere man, doodden hem en gingen naar de rest van de Qari’s die zij allen doodden, behalve de kreupele man die de berg beklom. Toen ging de Heilige Profeet (vzzh) dertig dagen door met bidden tegen deze rebellen (de twee stammen van Bani Sulaim). Er zijn veel van dit soort incidenten van de metgezellen (moge Allah tevreden zijn met hen) dat het sterven op de weg van God als een bron van gemak en troost voor zichzelf beschouwden. Hazrat Mirza Bashir Ahmad Sahib heeft het incident van Bi’r Mauna in detail beschreven. Van deze 70 metgezellen overleefden slechts twee mannen. De ene Amr bin Umayya Zamri (ra) en de andere Ka’b bin Zayd (ra) die zij als dood beschouwden en hem verlieten.

In hetzelfde incident werd Hazrat Aamir bin Fahira (ra), die bij de Heilige Profeet (vzzh) was ten tijde van de migratie, ook gemarteld. Zijn moordenaar, die later moslim werd, schreef zijn bekering toe aan Hazrat Aamir (ra) en zei dat toen ik Aamir doodde, hij de volgende woorden uitsprak: “Bij Allah, bij God, ik heb mijn doel bereikt.”

De Heilige Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) was diep bedroefd toen hij het nieuws van de dood van deze 80 metgezellen ontving. Maar hij bleef geduldig en zei volgens het bevel van God: “Inna lillahi wa inna ilaihi rajiun”.

Toen noemde Huzoor Anwar Hazrat Sa’d bin Khaula (ra). Hij was Perzisch. Ter gelegenheid van de afscheidsbedevaart bezocht de Heilige Profeet (vzzh) hem toen hij op zijn sterfbed lag. Hij vroeg de Heilige Profeet (vzzh) dat als ik over rijkdom beschik, moet ik daarvan een groot deel aan liefdadigheid schenken ? De Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) zei: “Nee, geef het derde deel, dat is ook veel.” Het is beter je erfgenamen in goede staat achter te laten dan hen in nood achter te laten, zodat zij niet hoeven hun handen uit te strekken voor andere mensen, en wat je ook uitgeeft om het plezier van Allah te zoeken, je zult ervoor beloond worden, zelfs voor een hap die je je vrouw geeft. Hij overleed in Makkah. De Heilige Profeet (vzzh) vond het niet prettig dat degene die uit Makkah was gemigreerd in Makkah zou sterven. Een paar dagen na zijn dood beviel zijn vrouw, dus na haar periode van zuivering stond de Heilige Profeet (vzzh) haar toe opnieuw te trouwen als zij dat wilde. (Iddah is niet van toepassing in het geval van een bevalling).

Daarna noemde Huzoor Anwar enkele andere metgezellen. Vervolgens drong Huzoor Anwar aan op het maken van gebeden voor de Ahmadi’s van Pakistan, Burkina Faso en Algerije.