Samenvatting Vrijdagpreek 9 juli 2021 – Mensen van uitmuntenheid : Hazrat Umar ibn al-Khattab (ra)

Résumé du Sermon du vendredi 9 juillet 2021

KJ-Summary-EN-20210709                 KJ-Summary-UR-20210709

Samenvatting vrijdagpreek 9 juli 2021

Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih Al-Khamis (a.b.a.)

 

Na Tashahhud, Ta’awwaz en de recitatie van Soerah Al-Fatehah, zei Huzur-e-Anwar:

We zijn nog steeds bezig met het onderwerp van Hazrat Umar (ra). Hazrat Umar (ra) had tijdens zijn kalifaat het systeem van Qada ingevoerd. Dit was het Islamitische systeem van de justitie afdeling. Hij benoemde rechters (Qazi’s) in verschillende disciplines.Hazrat Umar (ra) adviseerde alle qazis dat rechtvaardigheid in alle instanties moest zegevieren. Het is waargenomen in de geschiedenis dat Hazrat Umar (ra) en Hazrat Abi bin Qaab (ra) eens een geschil hadden die voor een rechter gebracht werd. Wanneer Hazrat Umar (ra) de rechtbank betrad stond de qazi op uit respect voor de Kalief en verliet zijn plek voor hem. Hazrat Umar (ra) zei echter dat dit niet rechtvaardig is en koos om daar niet te zitten maarging in plaats daarvan bij de andere partij zitten, bij Hazrat Abi bin Qaab (ra).

Hazrat Umar (ra) heeft ook het system van Ifta ingevoerd, de meervoud van fatwa (religieuze vonnis). Er werden scholieren gekozen om indeze afdeling te ijveren en hun doel was dat zij beslissingen konden nemen over fatwa met betrekking tot verschillende aspecten in diversezaken. Hazrat Umar (ra) instrueerde dat alleen de mensen die als Muftiyaan (meervoud van mufti) van deze afdeling gekozen zijn het recht hebben om een fatwa te uitvaardigen. Dit was opdat degewone bevolk geen enkel soort twijfel zou hebben in haar harten jegens de fatwa.

Hazrat Umar (ra)richtte ook het kantoor van de rijkskas op. Vóór zijn kalifaat was het systeem zo, dat alle rijkdom die ontvangen werd, onder alle mensen verdeeld werd. Tijdens het kalifaat van Hazrat Umar (ra) werden enorme sommen geld ontvangen van Bahrein en op dat moment nam Hazrat Umar (ra) het advies in van zijn commissie. Er werd besloten dat er een kantoor van de rijkskas tot stand moest komen, zodat het gebruikt zou zijn om deze geldsom en elke anderesomgeld dat ontvangen zou worden, veilig te bewaren. Er moest hier ook een beveiligingssysteem voor zijn. Daarna werd deze afdeling in alle andere gebieden opgericht. Hazrat Umar (ra) bouwde voor dit doel gebouwen en stelde ook bewakers voor hen aan.

Er staat geschreven dat Hazrat Usman (ra) eens iemand in een grotehitte zag wandelen. Toen hij naderde beseftehij dat dit Amir ul Momineen Hazrat Umar (ra) was. Wanneer Hazrat Usman (ra) aan hem vroeg waarom hij in zulk warm weer aan het wandelen was naar verschillende plaatsen antwoordde Hazrat Umar (ra), “De afdeling van de rijkskas is een kameel verloren en ik ben ernaar op zoek”. Hazrat Umar (ra) heeft veel gedaan voor de verbetering en ket gemak van het leven van de bevolking. Bijvoorbeeld, hij vestigde een systeem van kanalen zodat water meer toegankelijk zou zijn voor de bevolking. Hij richtteveel gebouwen op zoals moskeeën, rechtbanken, kantoren, gasthuizen. Hij bouwde veiligheidsposten rond Medina Munawara waar bewakers op dienst zouden staan.

Hazrat Umar (ra) heeft ook het systeem van de Islamitische Leger gestart. Hij zou er altijd voor zorgen dat de soldaten alle soorten opleidingen ontvingen voor karaktervorming. Er is opgenomen in de geschiedenis dat er in de tijd van Hazrat Umar (ra) zelfs niet-Arabische en niet-moslims hogere posten werden toegewezen. Zo kregen allerlei mensen hoge functies in het leger. Huzur-e-Anwar zei dat Ahmadi’s in Pakistan hun land altijd hebben gediend en grote opofferinegn hebben gemaakt tijdens oorlogen.Maar we zien vandaag dat Ahmadi’s weggehouden worden van het leger. Hazrat Umar (ra) heeft de officiële Hijri kalender (islamitische kalender) ook gevestigd. Er werd besloten dat deze kalender zou beginnen vanaf de dag dat de Heilige Profeet (vzmh) migreerde omdat zijn geboortedag en de dag dat hij profeetschap ontving niet exact gekend waren.

Op het einde sprak Huzur-e-Anwar over sommige van de overledenen en kondigde hun gebed in hun afwezigheid aan.