Samenvatting Vrijdagpreek 16 juli 2021 – Mensen van uitmuntenheid : Hazrat Umar ibn al-Khattab (ra)

Résumé du Sermon du vendredi 16 juillet 2021

KJ-Summary-EN-20210716                 KJ-Summary-UR-20210716

 

Samenvatting vrijdagpreek 16 juli 2021

Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih Al-Khamis (a.b.a.)

 

Na Tashahhud, Ta’awwaz en de recitatie van Soerah Al-Fatehah, zei Huzur-e-Anwar:

We waren Hazrat Umar (ra) nog aan het bespreken. Zijn ambtstermijn als kalief was 10 en een half jaar. Gedurend deze tijd veroverde de Islamitische regering veel gebieden zoals Syrië, Egypte, Iran, Irak, Armenië enzovoort. Hazrat Umar (ra) zou tijdens deze periodes meereizen met het leger maar hij zou niet deelnemen inde slagvelden (meevechten). Hij zou bevelensturen naar het leger door middel van de legercommandant. Hij zou op gelijke wijze ook bevelensturen door middel van brieven en hij zou zeggen “In mijn gebeden bid ik vurig voor uw succes”.

Het is waargenomen in de geschiedenis dat Hazrat Abu Bakr (ra) ziek was geworden terwijl de Moslims tegen de Iraniërs aan het vechten waren. Hij riep Hazrat Umar (ra) erbij en vertelde hem dat zijn tijd spoedig zal komen, dat hij niet lang meer zou leven. Hij instrueerde Hazrat Umar (ra) dat als hij eenmaal weg was, de jihad niet gestopt mocht worden en dat niets de jihad in de weg zou staan. In feite zou Hazrat Umar (ra) mensen moeten verkondigenom na zijn tijd deel te nemen aan de jihad. Deze exacte situatie heeft dan plaatsgenomen. Toen Hazrat Abu Bakr (ra) stierf, hield Hazrat Umar (ra) bij deze gelegenheid een zeer gepassioneerde toespraak. Het resultaat was dat duizenden mensen vrijwillig deelnamen aan de jihad. In de mate dat het moslimleger 5000 man telde tegen de tijd dat ze Irak bereikten.

Huzur-e-Anwar besprak ook de Slag van Namaraq, die plaatsvond in 13 Hijri. Tijdens deze slag werd een Iraanse legerleider genaamd Jaban gevangengenomen. De moslim die hem gevangen genomen had herkende hem echter niet. Hij na  m de borgsom van hem aan en liet Jaban gaan. Na een tijdje werd Jaban weer gevangengenomen. In die tijd was de leider van het moslimleger Hazrat Abu Obaid (ra). Toen hij ontdekte dat de borgsom al een keer van hem was afgepakt, liet hij hem vrij. Dit is een voorbeeld die de hoge moraal aantoont van de moslims tijdens oorlogen.

In de 13e Hijri vond er een andere veldslag plaats die de Slag van Jasr wordt genoemd. In deze strijd versloegen de moslims het Iraanse leger. Het aantal moslims bedroeg rond de 10.000 en de Iraniërs veel meer. Tijdens deze slag was er een hindernis. De rivier in het gebied veroorzaakte enige vertraging bij het starten van de strijd. Dus werd er een brug gebouwd om deze rivier over te steken. Vandaar dat deze slag de Slag van Jasr wordt genoemd. Toen de Iraanse commandant de moslims zag zegevieren, heeft hij olifanten ingezet in de oorlog, wat voor veel chaos zorgde in het moslimleger. Het gebruik van olifanten bij hun aanvallen leidde ertoe dat veel moslimcommandanten van het leger gemarteld werden. Toen Hazrat Umar (ra) dit ontdekte, verzamelde hij de mensen in Medina en kondigde aan dat hij zelf de strijd zou ingaan, maar Hazrat Ali (ra) raadde hem dit af. Dus Hazrat Umar (ra) stuurde Hazrat Saad (ra) samen met een leger naar de strijd.

Op het einde besprak Huzur-e-Anwar  sommige van de overledenen en hij kondigde hun gebed in hun afwezigheid aan. De eerste die genoemd werd, was de heer Fathi Abdus Salam Mubarak. Hij aanvaardde Ahmadiyyat in Egypte en vervulde de taken van het vertalen van de Jamaat-boeken en werkte een lange tijd voor MTA. Hij was ook een “waqf” voor het leven en had een grote liefde voor het kalifaat. De tweede naam waar Hazur-e-Anwar over sprak was Mukkarrama Razia Begum Sahiba, de derde naam was Mukkarrama Saira Sultan Sahiba en de vierde naam was Mukkarrama Ghuswan al-Mahzawani Sahiba.