Samenvatting Vrijdagpreek 6 Mei 2022 – Mensen van uitmuntenheid : Hazrat Abu Bakr (ra)

 

KJ-Summary-EN-20220506                            KJ-Summary-UR-20220506

 

Samenvatting vrijdagpreek 6 mei 2022

Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih V (aba)

 

Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwuz en Surah al-Fatihah zei Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad (aba), dat hij verder zou gaan met het leven van Hazrat Abu Bakr (ra) en de gezanten die ingezet werden.

Huzur (aba) zei dat er 11 gezanten ingezet werden. De eerste zou moeten vechten tegen iemand zoals Tulaihah bin Khuwalid, Malik bin Nuwairah Sajjad bin Harith en Musailimah Kazzab; Dit waren rebelse apostaten die valse eisers waren van profeetschap. Hazrat Abu Bakr (ra) verleende de vlag voor deze gezant aan Hazrat Khalid bin Walid (ra) en zei, dat hij de Heilige Profeet (sa) had horen zeggen dat, Khalid bin Walid een grote dienaar van God is, onze broeder en een zwaard dat door Allah is verleend om het gevecht te voeren tegen de ongelovigen en de huichelaars.

Huzur (aba) legde uit dat Tulaihah bin Khuwailid een valse eiser van profeetschap was die pas dicht tegen het einde van het leven van de Heilige Profeet (sa) opdaagde. In 9 AH was hij lid van een groep uit Banu Asad die reisde om de Heilige Profeet (sa) te ontmoeten en hem te aanvaarden. Op hun terugkeer bezweek Tulaihah aan afvalligheid en maakte een valse eis op het profeetschap. Terwijl hij deze reis maakte begonnen mensen uit zijn stam hem te aanvaarden. De geschiedenis toont aan dat Tulaihah tot de waarzeggers uit de tijd van onwetendheid behoorde. Wanneer de Heilige Profeet (sa)  hierover hoorde stuurde hij Dirar bin Azwar Asadi om tegen hem te vechten. Hij kon dit echter niet doen, aangezien het leger van Tulaihah gegroeid was.

Huzur (aba) zei dat Hazrat Abu Bakr (ra) na zijn aanstelling tot Kalief, Khalid bin Walid (ra) stuurde om tegen Tulaihah te vechten. Huzur (aba) zei dat Tulaihah niet alleen een rebel, apostaat en valse eiser tot profeetschap was maar dat hij ook tegen de moslims gevochten had en hen grote schade had toegebracht.

Huzur (aba) legde uit dat Uyainah bin Hisn aanvankelijk tegen de moslims had gevochten maar hij aanvaardde de Islam voor de verovering van Mekkah. Hij had later ook deelgenomen aan de veldslagen van Hunain en Taif. De Heilige Profeet (sa) stuurde hem ook als gezant naar Banu Tamim in 9 AH. Hij werd ook beïnvloed door Tulaihah en aanvaardde hem. Maar hij zou zich later terug bekeren tot de Islam.

 

Huzur (aba) zei dat wanneer de Heilige Profeet (sa) de gezant stuurde onder leiding van Hazrat Khalid bin Walid (ra), vertelde hij ook Hazrat Adiyy (ra) om naar Banu Tayy te gaan, die onder invloed van Tulaihah waren gekomen en op weg waren om hem te ontmoeten. Hazrat Adiyy (ra) moest hen uitnodigen tot de Islam, hen adviseren om rede te zien en zich te onthouden om Tulaihah te ontmoeten. Dit hield de Banu Tayy op om Tulaihah te ontmoeten en ze bekeerden zich terug tot de Islam. Toen hij de nederlaag onder ogen zag, ontsnapte Tulaihah met zijn vrouw. Zijn volgelingen verspreidden zich en kenden een grote nederlaag. Later aanvaardde Tulaihah ook de islam weer.

 

Na de nederlaag van Buzakhah bekeerde het volk van Bnu Amir terug tot de Islam. Hazrat Khalid bin Walid (ra) accepteerde de trouw van het volk van Asad, Ghatfan, Hawazin, Salim en Tay, onder de voorwaarde dat zij hem de mensen toebrengen die wreedheden hadden verricht tegen de moslims. Hazrat Khalid bin Walid (ra) schreef dan naar Hazrat Abu Bakr (ra) om hem te informeren over de ontwikkelingen. Hazrat Abu Bakr (ra) drukte zijn vreugde uit en adviseerde Hazrat Khalid bin Walid (ra) om rechtvaardig te blijven.

 

Huzur (aba) zei dat Hazrat Khalid bin Walid (ra)zij die wreedheden verricht hadden tegen de moslims, terugstuurde naar Hazrat Abu Bakr (ra). Uyainah bin Hasan en Qarah bin Hubaira behoorden ook tot hen. Qarah verklaardde dat hij de Islam nooit had verlaten en dat Hazrat Umru bin al Aas (ra) hier ook een getuige van was en dat hij alleen had geweigerd om Zakat (aalmoezen) te betalen. Zowel hij als Uyainah bin Hasan werden vergeven door Hazrat Abu Bakr (ra).

 

Tulaihah had ook de islam aanvaard. In de tijdperk van Hazrat Umar (ra) ging Tulaihah naar hem toe om de eed af te leggen. Hazrat Umar (ra) zei tegen Tulaihah dat hij zijn eed niet kon aanvaarden omdat hij Ukashah (ra) en Thabit (ra) had vermoord. Tulaihah antwoordde dat God hen eer had verleend met de rang van martelaarschap, en Tulaihah had gered en dat hij dus, in plaats van in de hel te branden, in deze wereld kon blijven en de islam kon accepteren.

 

Op het einde sprak Huzur (aba) over twee van de overledenen en kondigde hun gebeden in hun afwezigheid aan.