Samenvatting vrijdagpreek 5 april 2019 NL/FR – Heren van Uitmuntendheid

Résumé du Sermon du vendredi 05 avril 2019

Samenvatting Vrijdagpreek 5 april 2019

gegeven door Hazrat Khalifatul Masih Al-Khamis (aba)

Na Tashahhud, Ta’awwaz en recitatie van Soerah Al-Fatehah ging Huzur-e-Anwar verder met zijn verhalen over de Sahaba r.a. (metgezellen van de Heilige Profeet VZMH). Een metgezel van de Heilige Profeet VZMH was Hazrat Khraash r.a., die tot de Ansaar behoorde. Hij had samen met de Profeet VZMH als bekwame boogschutter deelgenomen aan meerdere slagen.

Een andere metgezel was Hazrat Ubaid r.a. Hij had samen met 70 anderen deelgenomen aan de Bait-e-Aqbaa (de eedaflegging van Aqbaa).  Hazrat Ubaid r.a. en zijn twee zonen Hazrat Abaad en Hazrat Abdullah hadden hun levens opgeofferd op het pad van Allah.

Hazrat Abdullah-bin-Zaid r.a. was ook een metgezel. Hij werd de woorden van de Azaan (oproep tot het gebed) aangeleerd door middel van een droom. De details van dit incident zijn zoals volgt, de Heilige Profeet VZMH vroeg zijn metgezellen hoe mensen naar namaaz (het gebed) geroepen konden worden. Er werden verschillende ideeën voorgesteld, bijvoorbeeld, door een vlag te hijsen op de tijd van het gebed, of door mensen naar zich toe te roepen zoals de Joden en Nasaarah, enzovoort. De Heilige Profeet VZMH was met al deze ontevreden. Rond die tijd werd Hazrat Abdullah-bin-Zaid r.a. de woorden van de Azaan en de Aqamaat verteld in een droom. Hij zei dat hij de volgende ochtend naar de Profeet VZMH ging en zijn droom aan hem beschreef. De Heilige Profeet VZMH zei, als God het wilt zal dit een ware droom zijn. Hij vroeg Hazrat Abdullah-bin-Zaid om alle woorden aan Hazrat Bilal r.a. aan te leren zodat hij de Azaan in een luide stem kon reciteren. Kort nadat Hazrat Bilal r.a. de Azaan had gereciteerd kwam Hazrat Umar r.a. naar de Heilige Profeet toe en zei, ik heb deze exacte woorden vandaag in mijn droom gezien. De Heilige Profeet VZMH zei, Alhamdolillah. Alle lof behoort toe aan Allah.

Er wordt ook verteld dat Hazrat Sa’aban of Hazrat Abdullah-bin-Zaid ooit naar de Heilige Profeet VZMH kwam en zei, “Je bent me inderdaad meer dierbaar dan elk ander ding. Het kwam bij me op dat wanneer je ‘Jannat’ (de Hemel) binnengaat, je hoog geplaatst zult zijn bij alle andere profeten en wanneer ik de Hemel zal binnengaan, zal ik je daar niet vinden”. De Heilige Profeet VZMH gaf hem geen antwoord totdat het volgende vers aan hem werd openbaard:

Vertaling: En wie aldus Allah en deze boodschapper gehoorzaamt, zal zijn onder degenen wie Allah Zijn zegeningen heeft geschonken, namelijk, de profeten, de waarachtigen, de getuigen (martelaars) en de goeden en dezen zijn uitstekende metgezellen. -4:70 

Dit vers voorziet een antwoord op de vraag die gesteld werd door de metgezellen. Verder kunnen wij dit vers als argument voorstellen om aan te tonen dat men deze vier rangen kan verkrijgen door middel van toegewijde gehoorzaamheid aan de Heilige Profeet VZMH, waaronder dus ook het profeetschap zonder een nieuwe ‘sharia’ (leer). De Heilige Profeet VZMH zelf benoemde de verwachte Masih en Mehdi als “Nabiullah” (Profeet van Allah). Dus het verwerven van de titel van een profeet in onderwerping aan de Heilige Profeet VZMH neemt geen enkele eer weg van De Beloofde Messias, integendeel, het verhoogt zijn rang, omdat de Heilige Profeet VZMH de enige profeet is waaraan iemand door gehoorzaamheid en instemming met de rang van een profeet beloond kan worden.

Twee andere Sahaba waren Hazrat M’aa’z-bin-Umar r.a. en zijn broer. Zij hadden beiden de Islam aanvaard op een zeer jonge leeftijd. Huzur-e-Anwar vertelde het verhaal van hun vader, Hazrat Jamuu en diens aanvaarding van de Islam. Beide zonen zouden elke nachte de beeltenis die hij aanbad herhaaldelijk weggooien in de vuilnis. Eindelijk besefte hij dat deze standbeelden levenloze objecten waren zonder macht en het niet waard waren om te aanbidden. Er wordt gezegd over Hazrat Maa’z r.a. en zijn broer dat zij samenkwamen om Abu Jehel te doden tijdens de Slag van Badr.

Moge Allah Zijn ontelbare zegeningen blijven toekennen aan deze metgezellen en hun rangen blijven verhogen. Amin.