Samenvatting Vrijdagpreek 4 Juni 2021 – Mensen van uitmuntenheid : Hazrat Umar ibn al-Khattab (ra)

Résumé du Sermon du vendredi 4 juin 2021

KJ-Summary-UR-20210604

 

Samenvatting vrijdagpreek 4 juni 2021

Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih Al-Khamis (a.b.a.)

 

Na Tashahhud, Ta’awwaz en de recitatie van Soerah Al-Fatehah, zei Huzur-e-Anwar:

We waren Hazrat Umar (ra) aan het bespreken. De Quraish uit Mekka Medina wouden aanvallen na de Slag van Uhud.  Ze wouden de dag nadien terugkomen zodat ze een aanval konden plegen en de Heilige Profeet (vzmh) konden martelen en alle moslimvrouwen als slaven en gevangenen konden nemen.  Wanneer de Heilige Profeet (vzmh) hierover hoorde nam hij advies van Hazrat Umar (ra) en Hazrat Abu Bakr (ra). Ze hebben allebei geadviseerd dat ze de vijanden moesten achtergaan die ergens buiten Medina waren. In de geschiedenis staat er dat de Moslim met vastberadenheid samenkwamen en bijna 8 mijlen hebben gerezen en ze bereikten het punt van Hamra al-Asad. De Quraish van Mekka hebben toen ontdekt dat de Moslims op hen afkwamen met hoge moraal en vatsberadenheid om hen aan te vallen. Hun leider Abu Sufyan heeft na deze ontdekking besloten om hun idee los te laten om Medina aan te vallen en ze keerden terug naar Mekka. De Heilige Profeet (vzmh) zei, dit is eigenlijk het vrees voor God die de harten van de niet-gelovigen veroverd heeft.

Er staat geschreven in de geschiedenis dat er na de Slag van Mastaq een ruzie ontstond tussen een Mahajjir (oorspronkelijk uit Mekka) en een Ansari (de autochtone bevolking). Het heeft een punt bereikt dat beide volkeren hun stamsleden vroegen om hen bij te staan en met elkaar te vechten. Wanneer de Heilige Profeet (vzmh) dit ontdekte vroeg hij, waar komen deze onbeschaafde stemmen vandaan? Verlaat dit, het is een slechte gewoonte om met elkaar te vechten. Toen zei de leider van de hypocrieten, Abdullah bin Abi bin Salul, dat hij dit veroorzaakt heeft. Hij zei, eens we terug in Medina zijn, zal de meest gerespecteerde persoon de meest vernederde persoon uit Medina zetten (verwijzing naar de Heilige Profeet (vzmh)). Toen vroeg Hazrat Umar (ra) toestemming aan de Heilige Profeet (vzmh) om deze hypocriet te vermoorden maar de Heilige Profeet (vzmh) zei tegen Hazrat Umar (ra), laat het gaan. Ik wil niet dat mensen denken dat Muhammad zijn eigen volk doodt.

Na een tijdje ontdekten de mensen de realiteit van Abdullah bin Abi en de Heilige Profeet (vzmh) zei tegen Hazrat Umar (ra), zie je nou, als ik je toen toestemming had gegeven om hem te doden , zouden mensen kwaad  zijn worden. Zijn echtheid werd zodanig getoond aan mensen dat zij zelf bereid zijn om hem te doden. Hazrat Umar (ra) zei, ik zweer tot God, ik besef dat wat de Heilige Profeet (vzmh) gezegd had inderdaad beter was dan wat ik gedacht had en was ook gezegend. Wanneer Abdullah bin Abi  gestorven was besloot de Heilige Profeet (vzmh) om zijn begrafenisgebed te leiden. Hazrat Umar (ra) zei hierop tegen de Heilige Profeet (vzmh), Allah de Almachtige heeft u verboden om te bidden bij de begrafenissen van hypocrieten. De Heilige Profeet (vzmh) antwoordde, maar ik heb ook de autoriteit gekregen om te beslissen of ik voor hun verlossing wil bidden of niet. Inderdaad, na enige tijd heeft Allah de Almachtige de Heilige Profeet (vzmh) gestopt en verboden om te bidden voor hypocrieten.

Op het moment van Sulah Hudaibiya (het armistice van Hudaibiya) wou de Heilige Profeet (vzmh) Hazrat Umar (ra) naar Mekka sturen voor onderhandelingen, zodat hij kon spreken met de leiders van de Quraish.  Hazrat Umar (ra) zei echter, als ik naar Mekka zal gaan om te spreken met de Quraish vrees ik voor mijn leven omdat ik heel streng tegen hen heb gesproken en er is daar niemand aanwezig uit mijn stam. Hij zei verder, maar als u wenst dat ik ga, dan ben ik voorbereid om naar Mekka te gaan. Hazrat Umar (ra) zei ook tegen de Heilige Profeet (vzmh) ik wil u vertellen over een persoon die zelfs meer dan mij gerespecteerd wordt door de leiders van de Quraish en dat is Hazrat Usman bin Affaan (ra). De Heilige Profeet (vzmh) aanvaarde zijn advies en stuurde Hazrat Usman (ra).

Op het einde sprak Huzur-e-Anwar over een aantal van de overledenen en sprak over hun goede daden en dienst tot de Jamaat.