Samenvatting Vrijdagpreek 4 Dec 2020 – Heren van uitmuntenheid : Hazrat Ali (ra)

Résumé du Sermon du vendredi 4 Decembre 2020

KJ-Summary-EN-20201204           KJ-Summary-UR-20201204

Samenvatting Vrijdagpreek 4 december 2020

Gegeven door Hazrat KhalifatulMasih Al-Khamis (a.b.a.)

Na Tashahhud, Ta’awwaz en de recitatie van Soerah Al-Fatehah, zei Hazrat KhalifatulMasih (aba):

Vandaag zal ik verder spreken over Hazrat Ali (ra). Huzur-e-Anwar sprak over Muakhaat (het vestigen van broederschap) en vermeldde dat er twee dergelijke incidenten opgenomen zijn in de geschiedenis; één voor de migratie naar Medina en één erna. De Heilige Profeet (vzmh) heeft bij beide gelegenheden tegen Hazrat Ali (ra) gezegd, “Je bent mijn broeder zowel in deze wereld als in het hiernamaals”.

Hazrat Ali (ra) heeft samen met de Heilige Profeet (vzmh) deelgenomen aan alle veldslagen,met uitzondering van de Slag van Tabuk wanneer hij achtergelaten werd om voor anderen te zorgen. Hazrat Khalifatul Masih (aba) heeft vervolgens enkele verhalen aangehaald over de moed van Hazra Ali (ra) bij de gelegenheid van de Slag van Badr.

Tijdens een expeditie zei de Heilige Profeet (vzmh) tegen Hazrat Ali (ra), “Zal ik je niet vertellen over twee ergste mensen?”. Hij antwoordde bevestigend. De Heilige Profeet (vzmh) zei, “één van hen is diegene van het volk van Thamud die de kameel van Profeet Salih (sa) had verwond en de tweede zal iemand zijn die jouw hoofd zal verwonden en jouw baard zal druipen met bloed”.

Hazrat Ali (ra) vertelt dat, “De Heilige Profeet (vzmh) had bij de gelegenheid van de Slag van Badr tegen mij en Hazrat Abu Bakr (ra) gezegd dat één van jullie vergezeld wordt door de engel Gabriël en de andere door de engel Michaël.”

Hazrat Ali (ra) vertelt dat de Heilige Profeet (vzmh), vervuld met pijn,vurig zou blijven bidden tijdens de Slag van Badr. Hazrat Abu Bakr werd rusteloos bij het zien van zijn pijn. Hazrat Abu Bakr (ra) zei tegen hem, “Mogen mijn ouders opgeofferd worden voor u! Maak u geen zorgen, Allah zal zeker zijn beloften nakomen.”

Hazrat Ali (ra) was getrouwd met Hazrat Fatimah (ra) in het tweede jaar van Hijrah. Hiervoor hadden Hazrat Abu Bakr (ra) en Hazrat Umar (ra) om haar hand gevraagd. De Heilige Profeet (vzmh) bleef echter stil aangezien het zijn wens was dat zij met Hazrat Ali (ra) gehuwd zou worden.

Toen Hazrat Ali (ra) naar de Heilige Profeet (vzmh) kwam om de hand van Hazrat Fatima (ra) te vragen,vroeg de Heilige Profeet (vzmh) hem of hij iets had om als bruidsschat aan te bieden. Hazrat Ali (ra) antwoordde dat hij alleen zijn paard en wapenuitrusting bezat. De Heilige Profeet (vzmh) achtte het paard nodig, maar instrueerde hem om zijn wapenuitrusting te verkopen en een bruidsschat te voorzien. De Heilige Profeet (vzmh) had Hazrat Ali (ra) voor het huwelijk ook gevraagd om een aparte woning te regelen waar hij met Hazrat Fatima (ra) kon verblijven.

Hazrat Khalifatul Masih (aba) stelde verder dat dit ons ook aantoont dat het bedrag van de bruidsschat gemakkelijk betaald moet kunnen worden. Het mag niet zo zijn dat dergelijke bedragen en beloftes gemaakt worden die onmogelijk of pas na zeer lange tijd vervuld kunnen worden. Dit geeft namelijk aanleiding tot veel problemen.

Hazrat Khalifatul Masih (aba) heeft dan gesproken over verschillende overleveringen inzage het huwelijk tussen Hazrat Ali (ra) en Hazrat Fatima (ra). De Heilige Profeet (vzmh) bad voor zijn dochter ten tijde van haar huwelijk, “O Allah, ik die bescherming zoek tegen Satan, vertrouw mijn dochter en haar nageslacht aan U toe”.

Bij deze gelegenheid had de Heilige Profeet (vzmh) aan Hazrat Ali (ra) gevraagd, “Bieden jij en Hazrat Fatima (ra) het Tahajjud gebed aan?” Hazrat Ali (ra) antwoordde hierop dat zij dit wel probeerden maar dat zij volgens de wil van God soms niet tijdig konden opstaan. De Heilige Profeet (vzmh) adviseerde hen om regelmatig het Tahajjud gebed aan te bieden en maakte zijn teleurstelling kenbaar dat Hazrat Ali (ra) zijn eigen zwakte toeschreef aan de wil van God.

Hazrat Fatima (ra) had de Heilige Profeet (vzmh) ooit eens verzocht dat een dienaar aan haar zou toegewezen worden om haar te helpen met het huishouden. De Heilige Profeet (vzmh) weigerde haar verzoek. Hij adviseerde hen allebei, “Zal ik jullie niet iets vertellen dat beter dan een dienaar is voor jullie allebei? Voor je naar bed gaat dien je 34 maal Allahu Akbar, 33 maal Alhamdulillah en 33 maal Subhan-Allah te reciteren.”