Samenvatting Vrijdagpreek 25 jun 2021 – Mensen van uitmuntenheid : Hazrat Umar ibn al-Khattab (ra)

Résumé du Sermon du vendredi 25 juin 2021

KJ-Summary-EN-20210625                  KJ-Summary-UR-20210625

 

Samenvatting vrijdagpreek 25 juni 2021

Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih Al-Khamis (a.b.a.)

 

Na Tashahhud, Ta’awwaz en de recitatie van Soerah Al-Fatehah, zei Huzur-e-Anwar:

We waren Hazrat Umar (ra) aan het bespreken. Er was een zeer interessante gebeurtenis in zijn leven. Als je erover leest, zal je ontdekken hoe de islamitische regering destijds voor haar burgers zorgde. Ooit deed Hazrat Umar (ra) een rondje door de stad Medina, samen met zijn dienaar Aslam. Hij zag een vrouw die water op een kachelkookte, samen met haar kinderen die huildenvan de honger. Ze kookte water op de kachelzodat de kinderen afgeleid zouden worden en uiteindelijk zouden slapen. Hazrat Umar (ra) begroette haar en vroeg haar of hij dichterbij kon komen. De vrouw herkende hem niet en zei, als je in vrede komt, kom dan naar voren, anders ga weg. Toen Hazrat Umar (ra) (over haar omstandigheden) vroeg, vertelde ze hem dat “we hier zijn gestopt vanwege het koude weer ’s nachts. Mijn kinderen huilen van de honger”.

Daarna begon de vrouw te klagen over de leider van de Moslims (Hazrat Umar r.a. zelf). Hazrat Umar (ra) vroeg haar hoe Umar zelf te weten zou kunnen komen over haar stata van zijn? Ze antwoordde daarop, hij is onze leider en hij is verantwoordelijk voor onze zaken. Op de Dag des Oordeels zal Allah de Almachtige beslissen wie juist is. Hazrat Umar (ra) keerde snel terug, verzamelde wat eten en vulde een zak hiermee. Hij vroeg zijn dienaar om te helpen de zak te dragen. Zijn dienaar bood aan om de zak zelf op te heffen maar Hazrat Umar (ra) wou het zelf opheffen. De dienaar heeft twee à drie keren aangeboden om de zak op te heffen maar Hazrat Umar (ra) antwoorde, God zegene jou maar ga je mijn lasten ook op de Dag des Oordeels dragen? Dus, Hazrat Umar (ra) nam het eten terug mee naar de vrouw en hielp hen zelfs om te koken. De kinderen aten en vulden hun buikjes.

Wanneer Hazrat Umar (ra) ging vertrekken dankte de vrouw hem en zei, u bent in dit verband beter dan de leider van de Moslims. Hierop antwoordde hij, zeg iets aardigs wanneer je de leiders van de Moslims zal komen te ontmoeten, je zult mij daar terugvinden, inshaAllah. Hierna zat Hazrat Umar (ra) aan de kant en bleef naar de kinderen kijken totdat ze gegeten hadden en in slaap waren gevallen. Eens ze sliepen dankteHazrat Umar (ra) God en hij zei tegen zijn dienaar, “Oh Aslam, ik wou niet vertrekken totdat ik ze op hun gemak had gezien”.

Er is een soortgelijke gebeurtenis geschreven over Hazrat Umar (ra). Terwijl hij zijn rondjes in Medina deed, hoorde hij een kind huilen in een tent. Hij kwam dicht bij de tent en vroeg de moeder wat er aan de hand was. Hij ontdekte dat hoewel het kind erg jong was en nog van de leeftijd was dat hij door de moeder gevoed moest worden, de moeder probeerde dit te vermijden en hem normaal voedsel te geven daar Amir-ul-Momineen (de emir van de gelovigen)  de toegewezen betaling voor jonge kinderen die nog door hun moeder werden gevoed, niet had verordend. Dit was zo aangenomen door het feit dat deze baby’s geen rol spelen in de werking van de gemeenschap. Vandaar dat Hazrat Umar (ra) eerst het idee gekregen had, dat de kinderen die door hun moeders gevoed werden, de verantwoordelijkheid waren van hun moeders.

Nadat hij dit had gezien, keerde Hazrat Umar (ra) snel terug en hij verzamelde de spullen die deze vrouw nodig had en bracht ze terug naar haar. Het is in de geschiedenis opgenomen, dat Hazrat Umar (ra) op die dag tijdens het gebed zoveel huilde dat de volgelingen de recitatie van de Heilige Koran niet konden begrijpen. Daarna werd er aangekondigd door de kalief dat mensen niet moeten proberen te voorkomen dat hun jonge kinderen door de moeders haastig gevoed worden. Wij betalen ontslagvergoeding aan alle kinderen die geboren worden.

Bij één instantie zei Hazrat Umar (ra) tegen Hazrat Ali (ra), “Oh Ali, zelfs als een klein schaap in de rivier van Firaat viel en verloren ging, zal Umar hierover gevraagd worden op de Dag des Oordeels”.

Op het einde sprak Huzur-e-Anwar over sommige overledenen en kondigde eengebed in hun afwezigheid aan.