KJ-Summary-FR-20220923 KJ-Summary-NL-20220923
KJ-Summary-EN-20220923 KJ-Summary-UR-20220923
Samenvatting vrijdagpreek 23 sep 2022
Uitgesproken door Hazrat Khalifatul Masih V (aba)
Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwuz, en Surah al-Fatihah, zei Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad (aba) dat hij verder zou gaan met het behandelen van aspecten uit het leven van Hazrat Abu Bakr (ra).
Zijne Heiligheid (aba) zei dat Hazrat A’ishah (ra) zich uitsprak over de vers:
‘Degenen, die de roep van Allah en de boodschapper beantwoordden, nadat zij gewond waren – diegenen hunner, die goeddoen en rechtvaardig handelen, zullen een grote beloning ontvangen.’ (De Heilige Koran, 3:173).
Het is geweten dat Hazrat Abu Bakr (ra) en Hazrat Zubair (ra) op de dag van Uhud tot diegenen behoorden die, toen de vijand vertrok, de Heilige Profeet (vzzh) het gevoel hadden gegeven dat zij zouden terugkeren en vroeg wie hen zou volgen. Er waren zeventig mensen die zich aan de Heilige Profeet (vzzh) aanboden, waaronder Hazrat Abu Bakr (ra) en Hazrat Zubair (ra).
Zijne Heiligheid (aba) zei dat toen de voorwaarden van het Verdrag van Hudaibiyah werden bepaald, de aanwezige metgezellen uiterst emotioneel en ongelukkig waren, Maar zij beheersten hun emoties tegenover de Heilige Profeet (vzzh). Tenslotte uitte Hazrat Umar (ra) zijn bezorgdheid en vroeg de Heilige Profeet (vzzh) dat als hij de ware profeet was, waarom moesten zij dan zo’n vernedering ondergaan? De Heilige Profeet (vzzh) zei dat hij, als boodschapper van Allah, zijn wensen begreep en er niet tegen zou ingaan. Toen vroeg Hazrat Umar (ra), heeft de Heilige Profeet (vzzh) niet gezegd dat zij rond de Ka’bah zouden cirkelen? De Heilige Profeet (vzzh) antwoordde dat hij dat had gezegd, maar hij dat dit juist niet dit jaar zou gebeuren. Hazrat Umar (ra) was nog steeds niet tevreden en ging naar Hazrat Abu Bakr (ra) en uitte dezelfde zorgen. Hazrat Abu Bakr (ra) antwoordde dat hij standvastig moest blijven en niet moest wankelen in zijn toewijding aan de Heilige Profeet (vzzh), want degene in wiens handen zij hun toewijding hadden gelegd was zeker waarheidsgetrouw. Het was hierop dat Hazrat Umar (ra) zich bewust werd en spijt voelde over zijn daden, en verschillende vrijwillige gebeden en offers deed als boetedoening.
Zijne Heiligheid (aba) zei dat er ooit twee mannen aan het ruziën waren. Een Moslim en een Jood. Zij twistten over de status van hun respectievelijke profeten en toen de Jood zijn mening gaf over de superioriteit van Mozes (as), sloeg de moslim hem. De Jood ging naar de Heilige Profeet (vzzh) en vertelde hem wat er was gebeurd waarop de Heilige Profeet (vzzh) de Moslim ontbood en hem vertelde dat hij hem geen superioriteit ten aanzien van Mozes (as) moest toekennen. In het commentaar op deze overlevering staat dat de Moslim, Hazrat Abu Bakr (ra) was.
Hazrat Musleh Maud (ra) verklaart dat er in Hadees is overgeleverd dat Hazrat Abu Bakr (ra) en Hazrat Umar (ra) eens ruzie hadden. Toen Hazrat Abu Bakr (ra) voelde dat de ruzie erger kon worden, vertrok hij. Maar Hazrat Umar (ra) probeerde hem tegen te houden en terwijl hij dat deed, scheurde hij Hazrat Abu Bakr’s shirt. Toen hij zijn fout inzag, ging Hazrat Umar naar de Heilige Profeet (vzzh) en aanvaardde zijn fout. De Heilige Profeet (vzzh) zei tegen Hazrat Umar (ra) dat toen de hele wereld tegen hem was, het Hazrat Abu Bakr (ra) was die hem accepteerde en hem bijstond. Ondertussen kwam Hazrat Abu Bakr (ra) ook aan en toen hij zag dat de Heilige Profeet boos was, probeerde hij onmiddellijk de schuld op zich te nemen. Zijn liefde voor de Heilige Profeet (vzzh) was zo groot dat hij de Heilige Profeet (vzzh) niet boos kon zien.
Na de dood van de Heilige Profeet (vzzh), weigerden sommige stammen aalmoezen te betalen. Hazrat Abu Bakr (ra) besloot hen streng aan te pakken. Toen Hazrat Umar (ra) adviseerde om zacht te blijven, weigerde Hazrat Abu Bakr (ra) en zei dat hij niet zou toestaan dat zij de bevelen van de Heilige Profeet (vzzh) ongehoorzaam zouden zijn en als zij voorheen een stuk kleed als aalmoes gaven, zou hij zelfs dat niet laten liggen en zal hij hen koste wat kost aalmoezendoen betalen. Zo groot was zijn liefde en genegenheid voor de Heilige Profeet (vzzh). Evenzo, toen de meerderheid van de mensen Hazrat Abu Bakr (ra) adviseerde om het vertrek van het leger onder leiding van Hazrat Usama (ra) direct na het overlijden van de Heilige Profeet (vzzh) tegen te houden, weigerde Hazrat Abu Bakr en zei dat zelfs als de vijand Madina veroverde, hij het leger niet zal tegenhouden om ten strijde te trekken en Madina onveilig achter te laten, omdat het door de Heilige Profeet (vzzh) was uitgezet voor zijn overlijden.
Toen Hazrat Khalid bin Walid (ra) ooit tijdens de strijd in Irak een laken als geschenk naar Hazrat Abu Bakr (ra) stuurde, hield Hazrat Abu Bakr (ra) het niet voor zichzelf maar gaf het in plaats daarvan aan Hazrat Imam Hussain (ra).
Aan het einde sprak Zijne Heiligheid over twee van de overledenen en kondigde aan dat hij de begrafenisgebeden bij verstek zou leiden.