Samenvatting Vrijdagpreek 16 Sep 2022 – Mensen van uitmuntenheid : Hazrat Abu Bakr (ra)

KJ-Summary-FR-20220916                 KJ-Summary-NL-20220916

KJ-Summary-EN-20220916                KJ-Summary-UR-20220916

 

Samenvatting vrijdagpreek 16 September 2022

Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih V (aba)

 Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwuzen Soerah al-Fatihah zei Hazrat Khalifatul Masih V (aba) dat hij verder ging met de incidenten uit het leven van Hazrat Abu Bakr (ra).

Huzur (aba) zei dat Hazrat Abu Bakr (ra) ook de rechten van, degenen die bekend stonden als Zimmiin acht nam – zij die de Moslim heerschappij hadden aanvaard en de Jizyah (belasting) betaald hadden, maar hun eigen geloof behielden. Deze mensen werden niet verwacht om toe te voegen aan het Moslim leger, noch Zakaat (aalmoezen) te betalen. Zij, en hun gebedsplaatsen werden beschermd vanwege hun belasting. Er zijn meerdere mensen die op deze manier de Islamitische heerschappij aanvaardden tijdens de verschillende veroveringen die plaatsvonden in de tijd van Hazrat Abu Bakr (ra).

Huzur (aba) zei dat de compilatie van de Heilige Koran een buitengewone prestatie was in het tijdperk van Hazrat Abu Bakr (ra). De achtergrond van deze gebeurtenis is verbonden aan de Slag van Yamamah, waarin ongeveer 700 Moslims, die de Koran hadden gememoriseerd, de martelsdood stierven. In licht hiervan werd Hazrat Umar (ra) goddelijk geïnspireerd met het idee de Heilige Koran in één bundel te compileren.Hazrat Umar (ra) suggereerde dit idee aan Hazrat Abu Bakr (ra). In feite had Hazrat Umar (ra) dit idee zoveel keren voorgesteld aan Hazrat Abu Bakr (ra) dat hij uiteindelijk ook overtuigd was dat dit de beste manier zou zijn. Hazrat Abu Bakr (ra) instrueerde Hazrat Zaid (ra) dus, om de verschillende delen van de Heilige Koran te verzamelen, die op takken en stenen werden geschreven en door mensen werden gememoriseerd. Deze compilatie werd gekend als ‘Sahifa e Siddiqui’ en het bleef in het bezit van Hazrat Abu Bakr (ra), Hazrat Umar (ra) en Hazrat Hafza bint Umar (ra) na hem.

Huzur (aba) zei dat Hazrat Mirza Bashiruddin Mahmud Ahmad (ra) een antwoord gaf tegen de beschuldiging dat de Heilige Koran niet volledig geschreven werd in de tijdperk van de Heilige Profeet (vzzh). Hij stelde dat het zeker in het geheel geschreven werd in de tijdperk van de Heilige Profeet (sa). Het werd echter niet in één boek gecompileerd, in devorm die wij vandaag kennen. De Heilige Koran werd dus verzameld in de tijdperk van Hazrat Abu Bakr (ra) die de Koran in één boekvorm samenbracht.

Huzur (aba) citeerde de Beloofde Messias (as), die zei dat de Heilige Koran, tot op elke regel en punt, precies is zoals het vande engelen is neergedaald en niet veranderd. De Heilige Profeet (vzzh) had het tot zijn gewoonte gemaakt om ervoor te zorgen dat elke openbaring  van de Heilige Koran werd opgeschreven. Hij zou er ook voor zorgen dat elke vers in de juiste volgorde werd geplaatst. De samenstellingdoor Hazrat Abu Bakr (ra) was in exact dezelfde volgorde zoals gesteld door de Heilige Profeet (vzzh).

Later werd één enkele dialect bij het reciteren van de Heilige Koran ingevoerd tijdens het leven van Hazrat Uthman (ra). Gedurende zijn heerschappij instrueerde Hazrat Uthman (ra) dat afschriften gemaakt moesten worden van de Heilige Koran, en deze te verspreiden over de Islamitische wereld.

Huzur (aba) zei dat wanneer de dood van Hazrat Abu Bakr’s (ra) naderde, hij tegen Hazrat A’ishah (ra) zei dat zij hem het dierbaarste was. Hazrat Abu Bakr (ra) zei dat hij haar een stuk land schonk, die zij nooit gebruikte of bewoonde. Hij verzocht haar dus, aangezien zij het stuk land nooit gebruikt had, om deze gelijk te verdelen onder al zijn erfgenamen, zoals geïnstrueerd in de Heilige Koran.

Huzur (aba) vertelde datHazrat Abu Bakr (ra)als zaak kleding verkocht, en zo zorgde hij voor zijn gezin. Zelfs nadat hij de titel van kalifaatschap ontving, werd hij op een dag door Hazrat Umar (ra) en Hazrat Abu Ubaida (ra) gezien, op weg naar de markt met kledij die op zijn schouders hing. Op voorstel van Hazrat Umar (ra) werd een toelage bedongen voor Hazrat Abu Bakr (ra), maar het was net genoeg om zijn basis benodigheden te dekken.

Hazrat Musleh Maud (ra) stelt dat Hazrat Abu Bakr (ra) de leider was van de gehele moslimwereld, maar zijn toelage was bijna niets. Hij had controle over het gehele rijdom van de Ummah maar bezat er niets van.

Als tijdens het rijden het hoofdstel van de kameel naar beneden zou vallen, zou hij van de kameel afkomen om het zelf op te rapen. Wanneer hij hierover bevraagd werd antwoordde hij dat het de instructie was van zijn geliefde Heilige Profeet (vzzh) om anderen niet om hulp te vragen.

Huzur (aba) zei dat de Heilige Profeet (vzzh) ooit mensen hoorde vragen waarom Hazrat Abu Bakr (ra) superioriteit over hen had, terwijl ze dezelfde zaken deden als hij. De Heilige Profeet (vzzh) ging naar hen toe en zei dat Hazrat Abu Bakr (ra) niet superieur was op grond van zijn gebeden of vasten maar door de deugden, zijn liefde voor de Heilige Profeet (vzzh) en de vrees voor Allah in zijn hart.

De Beloofde Messias (as) verwees naar de hoge staat van devotieen rechtvaardigheid van Hazrat Abu Bakr (ra) en legde een vers van de Heilige Koran uit. Hij zei dat dit het‘tweede leven’ was, die volgens het Soefi geloof ook levensonderhoud benoemd word. Wanneer het hart van een mens deze staat bereikt, begint het hart de ware essentie van Allah’s bedoeling te weerspiegelen. In deze staat zullen de Engelen op jou neerdalen. Dit was het geheim die verteld werd door de Heilige Profeet (vzzh) in verband met het zuivere hart van Hazrat Abu Bakr (ra). Zijn niveau van rechtvaardigheid zou niet gemeten worden door zijn daden, maar wat er in zijn hart was.