Samenvatting Vrijdagpreek 22 Jul 2022 – Mensen van uitmuntenheid : Hazrat Abu Bakr (ra)

KJ-Summary-FR-20220722                KJ-Summary-NL-20220722

KJ-Summary-EN-20220722                KJ-Summary-UR-20220722

 

Samenvatting vrijdagpreek 22 Juli 2022

Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih V (aba)

Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwuzen Soerah al-Fatihah zei Hazrat Khalifatul Masih V (aba), dat hij verder zou gaan met de expedities tegen de Perzische Rijk in het tijdperk van Hazrat Abu Bakr (ra), zoals vermeld in zijn vorige preek.

Huzur (aba) zei dat één van de veldslagen gekend als de Slag van Dhatus-Salasil, maar ook als de Slag van Kazimah en de Slag van Hafir. Het is ook bekend onder de naam Dhatus-Salasil (dat van kettingen). Zo genoemd omdat de Perzen tijdens deze slag zich aan elkaar vastketenden. Deze veldslag werd uitgevochten tussen de Perzen en de moslims in Kazimah, in het gebied van Hafir. De leider van het moslimleger was Hazrat Khalid bin Walid (ra) en de leider van het Perzische leger was Hormuz.

Huzur (aba) vertelde dat voordat Hazrat Khalid bin Walid (ra) vertrok, hij een brief schreef aan Hormuz en bij hem aandrong om zijn volk te beschermen, door ermee in te stemmen de Jizyah (belasting) te betalen. Hij zou anders zo’n leger meebrengen dat evenveel van de dood hield als Hormuz van het leven. Hormuz informeerde de Perzische Keizer en verzamelde toen zijn leger, dat naar Kazimah ging om te strijd aan te vatten tegen Hazrat Khalid bin Walid (ra). Beide partijen vochten en Hormuz nodigde Hazrat Khalid (ra) uit voor een tweegevecht. Als resultaat doodde Hazrat Khalid (ra) Hormuz en werd het Perzische leger verslagen. De moslims achtervolgden degenen die vluchtten en sloegen hen ook neer. Toen de oorlogsbuit naar Hazrat Abu Bakr (ra) werd gestuurd, omvatte hetonder meer kettingen van 375 kg en de hoed die gedragen werd door Hormuz. Hazrat Abu Bakr (ra) schonk deze aan Hazrat Khalid bin Walid (ra).

Huzur (aba) vertelde vervolgens dat de slag bij Ubullah plaatsvond. Hazrat Abu Bakr (ra) instrueerde Hazrat Khalid (ra) om Ubullah in Irak te veroveren, aangezien dit een fort van de Perzen was. Huzur (aba) zei dat de overwinning van Ubullah in de geschiedenisboeken wordt vermeld te hebben plaatsgevonden tijdensde tijdperken van zowel Hazrat Abu Bakr (ra) als Hazrat Umar (ra). Het blijkt daarom dat het eerst werd veroverd gedurende het tijdperk van Hazrat Abu Bakr (ra) en vervolgens opnieuw gedurende het tijdperk van Hazrat Umar (ra).

Allama Tibri schrijft dat Ubullah door Hazrat Umar (ra) veroverd werd in 14 Hijri. Hazrat Atba bin Ghazwan (ra) was de bevelhebber van het moslimleger, die een leger van 500 man versloeg en grote hoeveelheden materiaal en wapens kreeg.

Huzur (aba) zei dat de Slag bij Mazar hierna plaatsvond. De Perzische keizer had een leger gestuurd onder leiding van Karin om Hormuz te helpen in de Slag bij Dhatus-Salasil. Dat leger had Mazar net bereikt toen ze vernamen over de nederlaag van Hormuz. Degenen die gevluchtwaren, ontmoetten Karin en beiden waren in akkoord dat ze zich moesten voorbereiden op de strijd en moesten proberen om hun verliezen te beperken. Toen Hazrat Khalid (ra) hiervan hoorde, informeerde hij Hazrat Abu Bakr (ra), en hij vertrok naar Mazar. Beide partijen vochten een felle strijd uit waarin Karin werd gedood, samen met andere leiders van het leger. Dit ontmoedigde het leger enorm en veel Perzen ontvluchtten het slagveld. Na deze overwinning behandelden de moslims de lokale bevolking heel vriendelijk. Zij gaven hen toestemming om het eigendom over hun land en eigendommen te behouden, en drongen bij hen aan om Jizyah aan te bieden. Na de slag schonk Hazrat Khalid Bin Walid (ra) aandacht aan het opzetten van een bestuursorgaan, het opzetten van ploegen om Jizyah te verzamelen en om uit te waken over vijandelijke aanvallen.

Huzur (aba) zei dat er dan de Slag bij Walajah was. Na het verlies in de Slag bij Mazar probeerde de Perzische keizer een beter geplande aanval op de moslims te regelen. Daarom riepen ze een prominente christelijke stam uit Irak op, genaamd Bakr bin Wa’il, en zetten hen aan om tegen de moslims te vechten, dusdanig werd hun leger versterkt. Dit leger werd naar Walajah gestuurd. De Perzen wilden niet dat alle eer van de mogelijke overwinning op de moslims naar het christelijke leger zou gaan. Aldus werd er ook een ander Perzisch leger naar Walajah gestuurd. Toen Hazrat Khalid (ra) hiervan hoorde, was hij in de buurt van Basra. Hij dacht dat het Perzische leger uit drie verschillende richtingen aangevallen moest worden. Er volgde een felle strijd die er uiteindelijk toe leidde dat het Perzische leger een nederlaag leed. Ook hier behandelden de moslims de plaatselijke bevolking heel vriendelijk. Ze konden het eigendom van hun land en andere eigendommen behouden. Ze werden ook aangemoedigd om Jizyah aan te bieden.

Huzur (aba) zei dat de Slag bij Ullais dan volgde. Nadat de christelijke en Perzische legers waren verslagen, verzamelden de gevluchte Perzen zich in Ullais. Het Perzische leger werd toevertrouwd aan een persoon genaamd Jaban. Toen Hazrat Khalid (ra) in Ullais aankwam, keerde hij zich naar het Perzische leger en viel hen aan. Er volgde een felle strijd waarin de Perzen zich goed verdedigden tegen de aanvallen van de moslims. Toen hij dit zag, bad Hazrat Khalid (ra) tot God om hulp voor de overwinning. Hazrat Khalid (ra) bedacht een plan om de Perzen zowel van achter als van beide flanken aan te vallen. Hierdoor zouden de Perzen zich verspreiden en de moslims zegevieren.

Huzur (aba) zei dat er ook de verovering van Amgheshiyah was. De moslims wonnen hier zonder enige strijd te voeren. Toen het volk van Amgheshiyah hoorde over de imminente komst van het moslimleger, vluchtten ze de stad uit. Toen Hazrat Abu Bakr (ra) op de hoogte werd gebracht van de overwinningen van Ullais en Amgheshiyah, was hij erg blij, vooral met de manier waarop het nieuws aan hem werd gebracht door een man genaamd Jandal. Wegens de prestaties van Hazrat Khalid Bin Walid (ra) en zijn tevredenheid met hem zei Hazrat Abu Bakr (ra) dat vrouwen niet in staat zouden zijn om mannen zoals Hazrat Khalid bin Walid (ra) te baren.