Samenvatting vrijdagpreek 20 juli 2018 [NL/FR]- Heren van uitmuntendheid

Résumé Sermon du vendredi 20 juillet 2018

Samenvatting Vrijdagpreek 20 juli 2018

Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih Al-Khamis (aba)

Na Tashahhud, Ta’awwaz en recitatie van Soerah al Fateha zei Huzur-e-anwar:

Één van de Metgezellen van de Heilige Profeet VZMH was Hazrat Khlaad-bin-Rafae ra. Hij was een Ansari die deelnam in zowel de Ghazwa Badar als de Ahad (Islamitische oorlogen). Allah had hem ook met veel kinderen gezegend. Hazrat Khlaad en zijn broer waren per kameel naar Medina aan het reizen toen de kameel ineens op de weg ging zitten. Hazrat Khlaad bad tot Allah dat, indien de kameel zou opstaan en hen naar hun bestemming zou brengen dan zouden zij hem opofferen namens Allah. Toen de kameel bleef zitten passeerde de Heilige Profeet VZMH hen. Hij deed wudu (rituele reiniging) en gaf het resterende water aan de kameel. Dan bad hij ‘O Allah! Laat deze twee de kameel berijden en neem hen weg’. Zij zaten vervolgens allebei op de kameel en haalden iedereen van de karavaan in die hen uitreed. Bij het bereiken van hun bestemming hebben zij de kameel opgeofferd in naam van Allah.

Een andere Metgezel van de Heilige Profeet VZMH was Hazrat Harisa–bin-Saraqa ra. Hij was heel aardig tegen zijn moeder en behandelde haar zeer goed. De Heilige Profeet VZMH zei dat, wanneer ik Jannah (de Hemel) betreed zie ik Harisa. Hazrat Ans r.a. verhaalt dat de de Heilige Profeet VZMH hem ooit zag en vroeg hoe hij de de dageraad begroette. Hij antwoordde, Ik geloof waarlijk in Allah. Mijn hart heeft zich van de wereld afgekeerd. Ik bid heel de nacht door. Het is alsof de hemelen van Allah zichtbaar zijn geworden voor mij. Het is alsof ik de mensen in de Hemel en de Hel met mijn eigen ogen kan zien. De Heilige Profeet VZMH zei ‘Blijf jij maar zo. Allah heeft het geloof in jouw hart gevestigd’. Hazrat Harisa vroeg de Profeet VZMH om te bidden voor zijn martelaarschap. De Heilige Profeet VZMH bad hiervoor en zijn gebed werd verhoord tijdens de slag van Badr. Na zijn martelaarschap vroeg zijn moeder aan de Heilige Profeet VZMH over zijn toestand. Hij zei, er zijn veel hemelen maar Harisa is in Jannat-ul-Firdous (de beste onder de hemelen).

Dan is er de Metgezel Hazrat Abaad die is overleden in 11 Hijri. Hij aanvaardde de Islam in het tijdperk van Medina. Hij vergezelde de Heilige Profeet VZMH in alle ghazwa’s (islamitische oorlogen). Hij behoorde tot de Metgezellen die de Heilige Profeet VZMH had gestuurd om Ka’ab-bin-Ashraf te moorden. Ka’ab was een Arabische Jood met veel invloed over allen. Veel Arabische Joden beschouwden hem als hun leider. Hij was heel rijk en ook een goede dichter. Hij was ook een expert is het veroorzaken van problemen en rellen. Ondanks zijn overeenkomst met de Moslims was hij altijd betrokken bij listen en sluwe plannen tegen hen. Na de slag van Badr nam hij een zeer vijandige houding aan die de Moslims grote zorgen en dreiging baarden.

Al zijn inspanningen waren gericht op de vernietiging van Moslims. Hij schreef ook uiterst vernederende poëzie tegen Moslim vrouwen. Uiteindelijk beraamde hij ook de moord van de Heilige Profeet VZMH, maar Allah behoedde hem ervoor. Wanneer de omstandigheden drastisch verslechterden beval De Heilige Profeet als heerser van de Moslims zijn dood. Maar er bestond een risico op ordeverstoring en rellen in de stad indien het openlijk zou gebeuren, daarom instrueerde de Profeet VZMH  zijn Metgezellen om het in stilte en in het geheim te doen. Deze Metgezellen gingen naar het huis van Ka’ab en beweerden dat ze de Heilige Profeet VZMH moe waren, hij eiste geld van hen. Zou Ka’ab hen wat geld lenen? Toen hij akkoord ging, namen ze hem stil terzijde en doodden hem. De volgende dag, toen de Joden erover protesteerden tegen de Heilige Profeet VZMH, vertelde hij hen over al zijn misdaden en adviseerde de Joden om opnieuw in vrede en harmonie te leven. Hierna werd een nieuw vredesverdrag ondertekend. Onder deze omstandigheden was de moord op Ka’ab volkomen gerechtvaardigd en noodzakelijk.

Een andere Metgezel was Hazrat Sawad r.a. die deelnam in de slag van Badr. Er wordt over hem gezegd dat, toen op de dag van de slag van Badr de Heilige Profeet VZMH het Islamitische leger met (be)hulp van een pijl in rijen aan het verdelen was, het hout van de pijl lichtjes de borstkas van Hazrat Sawad aanraakte. Hij verzamelde moed en zei tegen de Heilige Profeet VZMH ‘O Profeet van Allah, Allah heeft u voor rechtvaardigheid en recht gestuurd maar u heeft mij zonder reden met een pijl geslagen. Ik zal hier wraak voor nemen. Alle andere Metgezellen waren heel verrast en verontrust om dit te horen. Maar de Heilige Profeet VZMH zei ‘goed dan, je kan mij terugslaan met een pijl’. Hij hief het kleed op van zijn borstkas. Hazrat Sawad stapte naar voren en kuste met grote liefde en eerbied de heilige borstkas van zijn geliefde Profeet. De Heilige Profeet VZMH glimlachte en vroeg aan hem ‘Sawaad waarom heb jij dit gedaan?’ Hazrat Sawaad antwoordde in tranen ‘O Profeet van Allah, er is een groot gevecht met de vijand en geen idee wanneer de dood tot ons zal komen, dus ik wenste dat vooraleer ik zou sterven de mogelijkheid zou hebben om je heilige lichaam tenminste te mogen aanraken.’

Dit is de manier waarop de Metgezellen van de Heilige Profeet VZMH hielden. Moge Allah de rangen van deze Metgezellen verhogen en ons in staat stellen om de liefde voor onze Heilige Profeet VZMH te doen toenemen.