Samenvatting vrijdagpreek 20 dec 2019 – Heren van uitmuntenheid

Résumé du Sermon du vendredi 20 décembre 2019

Samenvatting Vrijdagpreek 20 december 2019

Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih Al-Khamis (aba)

Na Tashahhud, Ta’awwaz en recitatie van soerah Al-Fateha ging Huzur-e-Anwar verder met zijn relaas over de Badri Sahaba (kompanen van de Heilige profeet VZMH).

Huzur-e-Anwar zei dat één van de metgezellen, Hazrat Atba-bin-Ghazwanr.a., als bekwame boogschutter had deelgenomen aan alle slagenaan de zijde van de Heilige Profeet VZMH. Hij werd als Emir van Basri aangesteld in het tijdperk van het kalifaat van Hazrat Umar r.a.

Huzur-e-Anwar sprak over de details van een veldslag. In het jaar 2 Hijri bracht de Heilige Profeet VZMH een groep van 8 Muhajireen (immigranten) bij elkaar om een spionformatie te vormen en de plannen en samenzweringen van deQuraishtegen de moslims te achterhalen en aan hem te rapporteren in Medina. Hazrat Atba-bin-Ghazwanr.a. was één hiervan. De Heilige Profeet VZMH gaf de leider van de groep een brief en instrueerde hem om die pas twee dagen nadat zij hun reis hadden aangevangen te openen. De brief bevatte instructies voor hen om naar een bepaald punt, ‘Nakhla’, te reizen, welke gesitueerd was in het midden tussen Mekka en Taa’if.  De Heilige Profeet VZMH had ook geschreven dat wie wenst terug te keren hiervoor zijn toestemming had. Ze bleven echter doorgaan.

Bij deze gelegenheid wordt er gezegd over Hazrat Saad-bin-Waqasr.a. en Hazrat Atba r.a. dat zij van hun groep werden gescheiden nadat hun kamelen verloren waren gelopen en ondanks enige moeite ze niet opnieuw konden aansluiten bij de groep. Bij dit voorval tekende een Oriëntalist bezwaar aan, dat dit een opzettelijke poging was om achter te blijven. Dit is echter helemaal niet waar, gezien Hazrat Saad-bin-Waqasr.a. en Hazrat Atba r.a. heel hun leven lang opofferingen hadden gemaakt voor de zaak van de Islam en ze in meerdere slagen hadden gevochten. Dit toont aan dat de vijanden van de Islam alleen flauwe excuses kunnen gebruikten om kritiek te leveren op hen.

De groep kwam vier mannen tegen bij hun aankomst in Nakhla. Het was moeilijk voor hen om te beslissen of zij tegenhen mochten vechten of niet. De Heilige Profeet VZMH had hen verboden om te vechten en zij vermoedden ook dat het de laatste dag van de maand van Haram was. Anderzijds wisten ze dat als ze hen lieten ontsnappenhun geheim aan iedereen zouden blootstellen. De Moslims vielen hen dus aan, waarbij één man werd gedood, twee werden gevangengenomen en één kon ontsnappen.

Hierna arriveerden de Quraish in Medina om hun twee mannen te bevrijden. Aangezien Hazrat Saad r.a. en Hazrat Atba r.a. nog niet teruggekeerd waren, zei de Heilige Profeet VZMH dat hij die mannen niet zou vrijlaten totdat zij zouden terugkeren. Nadat ze in Mekka aankwamen lietde Heilige Profeet VZMH die twee mannen vrij. Eén van de gevangenen was zo onder de indruk van de integriteit en deugd van de Heilige Profeet VZMH dat hij weigerde om terug te keren en hij aanvaardde de Islam. De eedaflegging van deze persoon is een passend antwoord op de kritiek van de vijanden van de Islam.

Een andere metgezel van de Heilige Profeet VZMH was Hazrat Saad-bin-Abada r.a. Hij kon Arabisch lezen en schrijven in de tijd van ongeletterdheid en hij was een bekwame zwemmer en boogschutter. Hij aanvaarde de Islam bij de Bait-e-Aqba in 13 Nabwi. Bij deze gelegendheid waren er 70 mensen naar Medina gekomen om de Heilige Profeet VZMH te ontmoeten. Er werd voor deze gelegenheid om middernacht een plek aangesteld zodat de Quraish er niet achter zouden komen. De mensen van Medina hadden een eed afgelegd aan de hand van de Heilige Profeet VZMH en aanvaardden zo de Islam en zwoeren om de plek te beschermen nadat de Heilige Profeet VZMH naar Medina geëmigreerd was.

Een man uit Mekka had heel de procedure gezien en bracht de Quraish op de hoogte van het geheime verdrag. Hij zei; “O Quraish, zijn jullie je bewust van de plannen die tegen jullie gemaakt worden?” De Heilige Profeet VZMH instrueerde de mensen van Medina om in alle stilte terug te keren naar hun kampen. De Quraish konden dit nieuws gedurende een paar dagen niet verifiëren, tijdens welke de troep terugkeerde naar Medina. Nadat het verdrag werd bevestigd achtervolgden de Quraish hen en namen Hazrat Saad-bin-Abadar.a. gevangen. Hij werd teruggebracht naar Mekka en zwaar gemarteld.

Huzur-e-Anwar zei dat hij in de volgende preek verder zou spreken over Hazrat Saad r.a.