Samenvatting Vrijdagpreek 19 Maart 2021 – Heren van uitmuntenheid : Hazrat Uthman Ibn Affan (ra)

Résumé du Sermon du vendredi 19 mars 2021

KJ-Summary-EN-20210319           KJ-Summary-UR-20210319

 

Samenvatting Vrijdagpreek 19 maart 2021

Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih Al-Khamis (a.b.a.)

 

Na Tashahhud, Ta’awwaz en de recitatie van Soerah Al-Fatehah zei Huzur-e-Anwar:

We waren Hazrat Usman (ra) nog aan het discussiëren. Hazrat Musleh Maoud beschreef de omstandigheden na zijn martelaarschap en zei, “De stad Medina was nu in handen van degenen die Hazrat Usman (ra) gemarteld hadden. Ze begonnen vreemde dingen te doen in de stad. Het ging zo ver dat ze de begrafenis van Hazrat Usman (ra) niet toelieten. Uiteindelijk besloot een aantal van de discipelen van de Heilige Profeet (vzmh) om zijn begarfenis uit te voeren. Wanneer de daders die Hazrat Usman (ra) gemarteld hadden hen probeerden tegen te houden, sprakende discipelen hen in een strenge toon aan en zeiden“Als je dit probeert te stoppen zullen we met jullie met strengheid omgaan”. De daders werden hierdoor afgeschrokken en ze lieten de procedure van de begrafenis voortgaan.”

De Heilige Profeet (vzmh) had enkele profetieën gedaanin verband met Hazrat Usman (ra). Hazrat Abu Moosah Ash’ari (ra) schrijft, ik was eens in een tuin samen met de Heilige Profeet (vzmh) en dit was één van de vele tuinen van Medina Munawara en terwijl we daar waren, kwam iemand en vroeg om de deur te openen. De Heilige Profeet (vzmh) vroeg om de deuren te laten openen en  die persoon binnen te laten. De Heilige Profeet (vzmh) zei, geeft hem het geode nieuws, (dat hij) om een jannati (hemels) te zijn. Deze persoon was Hazrat Abu Bakr (ra). Toen ik hem dit goed nieuws zei, gegeven door De Heilige Profeet (vzmh), dankte hij Allah De Almachtige hiervoor. Toen kwam nog een persoon aan de tuin. De Heilige Profeet (vzmh) instrueerde om de deur te laten openen en hem ook te vertellen. Geef hem het goed nieuws dat hij een jannati is. Toen de deur geopend werd, stond daar Hazrat Umar (ra). Ik gaf hem dus het goed nieuws, gegeven door de De Heilige Profeet (vzmh) waarnahij Allah De Almachtige ervoor dankte.

Op de zelfde wijze was er een derde persoon die aan de deur kwam en vroeg om de deur te openen  en binnen te komen. De Heilige Profeet (vzmh) liet dit doe en hij zei, geef hem het nieuws dat een moeilijke evenement naar hem toekomt, met grote geduld zal handelen, waardoor hij de Hemel zal toetreden. Toen ik de deur open deed zag ik Hazrat Usman (ra) daar staan en ik gaf hem het goed nieuws die gegeven werd door De Heilige Profeet (vzmh). Waarop hij Allah Almachtige dankte en zei, “Allah is inderdaad de enige helper”.

Hazrat Anas (ra) stelt dat wanneer de Heilige Profeet (vzmh) de berg van Ahad beklimde, waren Hazrat Abu Bakr (ra), Hazrat Umar (ra) en Hazrat Usman (ra) samen met hem. De berg van Ahad begon te schudden en de Heilige Profeet (vzmh) zei, “Oh Ahad, sta stil. Er is een profeet, een siddique en twee martelaren die jou betreden.” Hazrat Ibne Umar (ra) zegt dat de Heilige Profeet (vzmh) ooit over een ondeugd vertelde en verwees naar Hazrat Usman (ra) en zei, “deze persoon zal in onschuld overlijden”. Wanneer Hazrat Usman (ra) gemarteld werd had hij 300 miljoen dinar in zijn bezit. Deze weren allemaal door de rebellen beroofd. Hij had 1000 kamelen achtergelaten aan de plek van Ribda. 200,000 diram om als sadqa gegeven te worden. Huzur-e-Anwar zegt, volgens een relaas, zei Hazrat Usman (ra), ik heb twee kamelen die ik voor Hajj gehouden heb. Het is mogelijk dat alle rijkdom die hierboven vermeld werd deel utmaakte van de schatkist en schrijver heeft deze per ongeluk benoemd als zijn persoonlijke bezit.

Er is een gebed gevonden in de geschriften die de Heilige Profeet (vzmh) voor al zijn schoonzonen offreerde. De Heilige Profeet (vzmh) offreerde dezegebed bij een gelegenheid, moge Allah nooit de persoon naar de vuren van de hel sturen die mijn schoonzon is of voorwie ik schoonzon ben. De naam van Hazrat Usman (ra) is ook één van tien die het nieuws ontving dat ze jannati zijn terwijl ze nog levend waren. In verband met zijn metgezelschap wordt geschreven dat Hazrat Talha bin Obaid (ra) zegt, de Heilige Profeet (vzmh) zei ooit dat elke profeet een metgezelf heeft en in de Hemel is Hazrat Usman (ra) mijn metgezel.

Toen Masjid Nabwi uitgebreid werd vroeg de Heilige Profeet (vzmh) aan verschillende discipelen om de  bakstenen te herstellen. Hij vroeg dit ook aan Hazrat Usman (ra) en vroeg hem om de bakstenen van de moskee te zetten. Hazrat Usman (ra) had een stuk grond gekocht en dan gedoneerd voor de uitbreiding van de moskee. Wanneer dit incident zich voordeedhad de Heilige Profeet (vzmh) gevraagd, is er iemand die een stuk grond wil kopen in naam van Allah en deze doneren voor het huis van Allah zodat Allah De Almachtige hemeen huis zal schenkenop de Dag des Oordeels en Hazrat Usman (ra) volbracht zijn verzoek. Hij had ook een put metzoet water gekocht voor de Moslims van Medina en het aan hen gedoneerd.

Op het einde heeft Huzur-e-Anwar een aantal van de overledenen vermeld en over hun goede daden gesproken. Hij heeft ook eengebed in hun afwezigheid gehouden.