Samenvatting vrijdagpreek 19 Jan 2023 – Mohammed (sa): Het grote voorbeeld

KJ-Summary-NL-20240119          KJ-Summary-FR-20240119

KJ-Summary-UR-20240119          KJ-Summary-BN-20240119

 

Samenvatting vrijdagpreek 19 Januari 2024
Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih V (aba)

In de preek van 19/01/2024, waarin de Slag bij Uhud werd besproken, vermeldde Huzoor-e-Anwar (aba), terwijl hij de situatie na de aankondiging van het martelaarschap van de Heilige Profeet (sa) door de ongelovigen beschreef, dat de moslims destijds met verschillende gevoelens werden geconfronteerd. Sommigen stelden voor om naar huis terug te keren indien de Heilige Profeet (sa) was overleden. Anderen redeneerden aldus, dat aangezien de Heilige Profeet (sa) was overleden, Allah de Almachtige echter leeft en niet kan sterven, en ze daarom moesten blijven vechten voor hun religie. Sommige metgezellen van de Ansar bundelden hun krachten en lanceerden een aanval op de ongelovigen, hoewel de aanval niet erg krachtig was.

De moslimkrachten waren verdeeld in drie groepen tijdens de Slag bij Uhud. De eerste groep, een kleinere aantal, bestond uit degenen die zich aanvankelijk hadden teruggetrokken van het slagveld. Sommigen van hen keerden terug naar Medina na het horen van het nieuws, terwijl anderen uit Medina zich bij de strijd voegden na het kennis te hebben genomen van de situatie. De tweede groep bestond uit degenen die niet vluchtten, maar zonder een duidelijk doel voor ogen waren ze afzijdig ten aanzien van de strijd. De derde groep vocht moedig, waarbij sommigen dicht bij de Heilige Profeet (sa) bleven, terwijl anderen verspreid waren over het slagveld. Deze metgezellen zouden zich rond de Heilige Profeet (sa) verzamelen wanneer de aanval zou afnemen, maar bij de hevigere intensiteit van de aanval zouden ze zich verspreiden. Gedurende deze tijd liep de Heilige Profeet (sa) verwondingen op door de impact van stenen.

Hazrat Abu Ubaidah (ra) vernam dat de Heilige Profeet (sa) nog in leven was. Hij herkende hem (sa) en verkondigde luidkeels aan iedereen dat de Heilige Profeet (sa) in leven was. Op een teken van de Heilige Profeet (sa), onthield hij zich van verdere onthullingen. Maar toen het nieuws zich onder de moslims verspreidde, haastten ze zich naar de Heilige Profeet (sa). Een groep moslims verzamelde zich in een vallei bij Uhud. De ongelovigen zetten hun aanvallen op de Heilige Profeet (sa) voort in de vallei, maar de moslims weerstonden met sterkte, deze aanvallen.

Abi bin Khalaf lanceerde een aanval op de Heilige Profeet (sa), maar de Heilige Profeet (sa) trof hem met een klap op zijn nek, waardoor hij zich naar zijn volk keerde en zei: “Mohammed heeft me gedood!” Abi bin Khalaf had gezworen in Mekka om de Heilige Profeet (sa) te doden. In antwoord hierop zei de Heilige Profeet (sa) dat het juist hij zou zijn die door hem gedood zou worden. Terwijl hij zich terugtrok van het slagveld, stierf hij onderweg aan zijn verwondingen.

Een groep moslims bereikte de lege doorgang en onder leiding van Khalid bin Walid probeerde het leger van de ongelovigen de moslims aan te vallen. Hazrat Umar (ra) nam een groep metgezellen en weerde de aanvallen van de ongelovigen af en duwde hen terug van de doorgang. Ondanks moeilijkheden door verwondingen en het gewicht van twee harnasdelen, was het voor de Heilige Profeet (sa) moeilijk om de berg te beklimmen. Op dat moment tilde Hazrat Talha bin Ubaidullah (ra) de Heilige Profeet (sa) op zijn schouders om hem te helpen. De Heilige Profeet (sa) vermeldde toen dat door deze daad van Talha het Paradijs verplicht voor hem was geworden. Hazrat Abu Ubaidah (ra) verwijderde de haken uit het gezicht van de Heilige Profeet, en tijdens dit proces braken beide voortanden van Hazrat Abu Ubaidah. Het gezicht van de Profeet (sa) begon hevig te bloeden.

Hazrat Sahl (ra) vermeldde dat Hazrat Fatimah (ra) de wonden van de Heilige Profeet (sa) waste, en Hazrat Ali (ra) water goot uit zijn schild. Muhammad bin Maslimah bracht zoet water uit een bron en bood het aan de Heilige Profeet (sa) aan die het water dronk. De rest zal, als God het wil, in de toekomst behandeld worden.

Terwijl hij herinnerde om te blijven bidden voor Palestina, vermeldde Huzoor-e-Anwar (aba) de huidige situaties van moslims onderling. Moge Allah de Almachtige begrip schenken aan de leiders van deze landen, en moge Hij hun de bekwaamheid schenken om hun doel te begrijpen en dat ze verenigd worden onder één eenheid. Ameen!