Samenvatting vrijdagpreek 17 Okt 2025 – Mohammed (sa): Het Grote Voorbeeld

KJ-Summary-NL-20251017         KJ-Summary-FR-20251017

KJ-Summary-UR-20251017         KJ-Summary-BN-20251017

 

Samenvatting vrijdagpreek 17 Oktober 2025
Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih V (aba)

In de vorige vrijdagpreek vervolgde Huzoor-e-Anwar (aba) de beschrijving van het gezegende leven van de Heilige Profeet (sa), met nadruk op verdere details rondom de Slag bij Tabuk.

Abu ‘Amir Madani, die tot de Khazraj-stam behoorde, was naar Mekka vertrokken na de komst van de Heilige Profeet (sa) naar Medina. Maar nadat ook Mekka was veroverd, kwam hij naar Quba met als doel om tegen de Heilige Profeet (sa) te samenzweren. Doordat hij lange tijd weg was geweest, herkenden de meeste mensen in Medina hem niet meer, behalve een paar huichelaars met wie hij zijn plannen begon te smeden. Hij zei dat hij naar Syrië zou reizen om de christelijke regering en Arabische stammen tegen de moslims op te zetten. Ondertussen moesten de huichelaars in Medina geruchten verspreiden dat het Syrische leger zich voorbereidde op een aanval. Deze geruchten verspreidden zich zo wijd dat de Heilige Profeet (sa) besloot om zelf in de richting van Syrië op te trekken.

In die tijd heerste er een zware droogte en armoede, en de huichelaars probeerden de mensen angst aan te jagen en zo hun deelname aan de expeditie te ontmoedigen, in de hoop op een nederlaag. De Heilige Profeet (sa) kondigde de expeditie publiekelijk aan, informeerde de stammen over de dreiging en nodigde hen uit om zich bij hem aan te sluiten. Er heerste angst in Medina, de oogsttijd was nabij, de reis was lang en zwaar — maar zodra de oproep tot strijd klonk, begonnen de metgezellen zich meteen voor te bereiden.

De Heilige Profeet (sa) riep met name de welgestelde metgezellen op om financieel bij te dragen. Hazrat Abu Bakr (ra) bracht al zijn bezittingen van huis mee. Toen de Heilige Profeet (sa) hem vroeg wat hij voor zijn familie had achtergelaten, antwoordde hij: “Ik heb Allah en Zijn Boodschapper voor hen achtergelaten.” Hazrat Umar (ra) bracht de helft van zijn vermogen, en Hazrat Uthman (ra) schonk 300 kamelen en, volgens een overlevering, 10.000 dinar. De Heilige Profeet (sa) bad voor zijn vergeving en zei: “Vanaf vandaag zal niets Uthman kunnen Schaden”. Hazrat Uthman (ra) bekostigde uit eigen middelen een derde van het leger. Ook andere rijke metgezellen brachten grote offers.

Op dit punt zei Huzoor-e-Anwar (aba) dat het een grote gunst van Allah de Almachtige is dat de leden van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap het ware belang van financiële offers begrijpen. Sommige mensen offeren zelfs alles wat zij bezitten omwille van Allah. De welgestelden onder ons dienen de nobele voorbeelden van Hazrat Abu Bakr (ra), Hazrat Umar (ra) en Hazrat Uthman (ra) in gedachten te houden en ernaar te streven hun niveau van opoffering te evenaren.

De metgezellen offerden wat zij ook maar konden missen. Sommige arme metgezellen brachten slechts een handvol graan en barstten in tranen uit omdat ze niet meer hadden om te geven. De huichelaars bespotten hen met de woorden: “Zullen deze paar korrels Caesar verslaan?” Toen de Heilige Profeet (sa) hiervan hoorde, zei hij: “Zij begrijpen niet hoe waardevol zelfs deze kleine offers zijn in de ogen van Allah.”

Een metgezel, Hazrat Arwah bin Zaid (ra), had niets om te geven. Hij bad: “O Allah, ik bezit geen rijkdom om te offeren, dus wijd ik mijn leven, eer en gezin aan Uw zaak.” De Heilige Profeet (sa) ontving openbaring dat zijn offer was aanvaard. Zelfs de vrouwen namen deel, door te geven wat zij maar konden missen.

Ondertussen bleven de huichelaars de mensen ontmoedigen, waarschuwend voor honger en de hitte van de reis. Sommige mensen met zwakke overtuiging begonnen excuses te maken om niet mee te hoeven. De meesten van hen waren huichelaars. Ongeveer tachtig personen vroegen de Heilige Profeet (sa) toestemming om achter te blijven. De Koran beschrijft hen als mensen van wie de harten vol twijfel waren en die geen werkelijk geloof hadden in Allah en de Laatste Dag. Allah zegt dat het beter was dat zij achterbleven, want als zij mee waren gegaan, zouden zij enkel verdeeldheid hebben gezaaid binnen de gelederen.

In deze verzen ligt ook een waarschuwing voor de toekomst besloten — dat telkens wanneer er een oproep of verzoek komt van de Imam, men met toewijding en bereidheid moet antwoorden. Men moet altijd bereid zijn om zich in te zetten en elke mogelijke inspanning leveren, ongeacht de omstandigheden.

Huzoor-e-Anwar (aba) zei dat verdere details van deze veldslag in de volgende preek zullen worden besproken, Insha’Allah.

Met verwijzing naar de aanval op een moskee in Rabwah, afgelopen vrijdag, riep Huzoor-e-Anwar (aba) op tot gebed voor de gewonde Khuddam. Moge Allah hen volledig genezen en de Jama’at overal ter wereld beschermen tegen alle vormen van kwaad. Ameen.

Aan het einde kondigde Huzoor-e-Anwar (aba) één afwezige begrafenisgebed aan.Moge Allah de overledene vergeving en genade schenken, zijn rang in het Paradijs verhogen en de overige familieleden in staat stellen Ahmadiyyat te aanvaarden. Ameen.