Samenvatting vrijdagpreek 17 jan 2020 – Heren van uitmuntenheid

 

Samenvatting Vrijdagpreek 17 januari 2020

Gegeven door Hazrat Khalifatul-Masih Al-Khamis (a.b.a.)

Na Tashahhud, Ta’awwaz en recitatie van soerah Al-Fateha zei Huzur-e-Anwar:

Mijn relaas van Hazrat Saad-bin-Abadah r.a. is al twee preken aan bod gekomen. Vandaag zal ik het laatste deel ervan vertellen. De naam van Hazrat Saad r.a. werd vaak genoemd met de namen van degenen die de Ansaar na het overlijden van de Heilige Profeet VZMH tot hun Kalief wilden benoemen. Toen Hazrat Abu Bakr r.a. tot Kalief werd gekozen was hij nogal ontmoedigd.  Hazrat Musleh Maoud r.a. heeft dit in groot detail toegelicht en heeft hierbij verwezen naar de rang en het belang van een Kalief.

Huzur-e-Anwar zei: de details zoals beschreven door Hazrat Musleh Ma’ud r.a bespreken meerdere, verschillende factoren, b.v.: Waarom ba’ait (eedaflegging) noodzakelijk is en wat de rang is van een Kalief.  Huzur stelt dat er na het overlijden van de Heilige Profeet VZMH wat onenigheid was tussen de metgezellen over het aanstellen van een Kalief, maar later hadden ze allemaal hun toestemming gegeven. Er bleef echter één metgezel over die niet instemde. Hij was een Ansari metgezel die een Ansari als hun Kalief wilde verkiezen. Hij weigerde en zei dat hij geen eed wilde afleggen aan de hand van Hazrat Abubakr r.a. Bij deze gelegenheid is er in sommige referenties een citaat terug te vinden van Hazrat Umar r.a.. Hij zei, ‘Uqtulu Saad’ wat betekent, ‘dood Saad’. Maar noch hij noch iemand anders had Hazrat Saad r.a. gedood. Sommige taalexperten schrijven dat Hazrat Umar r.a. hiermee alleen bedoelde om Hazrat Saad te boycotten. Er zijn verwijzingen in de geschiedenis waarin gesteld wordt dat Hazrat Saad r.a. regelmatig naar de moskee kwam om te bidden. Hij bad apart en vertrok. Geen enkele metgezel sprak tegen hem.

Huzur-e-Anwar zei dat Hazrat Musleh Ma’ud r.a. zegt dat Kalifaat iets is waarvan de segregatie  een mens geen respect kan brengen. Ik heb dit gehoord van Khalifa Awwal (de eerste Kalief), wist je wie de vijand was van de eerste Kalief? Dan antwoordde hij zijn eigen vraag en zei, “lees de Koran. Je zult weten dat Iblis (Satan) zijn vijand was. Hierna had Allah “Adam” als Kalief aangesteld en zijn vijand was Iblis. Ik ben ook een Kalief en wie mijn vijand is, is Iblis”.

Huzur-e-Anwar zei dat  Hazrat Saad-bin-Abadah r.a. overleden was in Hooran, Syrië, twee en een half jaar nadat Hazrat Umar r.a. als Kalief werd aangesteld. Volgens Allama Ibn-e-Hajr Asqalani stierf hij in Basri, een stad in Syrië. Hazrat Saad r.a. was aan het zitten. Hij was aan het urineren toen hij vermoord werd. Hij is onmiddellijk gestorven. Zijn graf is terug te vinden in het lagere gebied van Damascus.

Op het einde sprak Huzur-e-Anwar over twee Marhoomeen, Mukarram Syed Muhammad Sarwar Shah, lid Sadar Anjuman Qadiaan, en Mohtarma Shouat Gohar en kondigde hun gebed in afwezigheid aan.