Samenvatting vrijdagpreek 15 Dec 2023 – Mohammed (sa): Het grote voorbeeld

KJ-Summary-NL-20231215            KJ-Summary-FR-20231215

KJ-Summary-UR-20231215           KJ-Summary-BN-20231215

 

Samenvatting vrijdagpreek 15 December 2023
Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih V (aba)

Verwijzend naar het verslag van de Slag bij Uhud in de context van de biografie van de Heilige Profeet (sa), benadrukte Huzoor-e- Anwar (aba) de strategische locatie van de berg Uhud achter het Islamitische leger, die bescherming bood tegen een aanval van achteren. Hij zei dat er een bergpas was van waaruit de vijand mogelijk een aanval kon starten. Om deze kwetsbaarheid te verhelpen, stelde de Heilige Profeet (sa) Abdullah bin Jubair (ra) aan met vijftig boogschutters om die pas te bewaken. Hij adviseerde hen dat noch als ze vogels boven ons zagen cirkelen noch vaststelden dat we de vijand hadden verslagen, ze hun positie mochten verlaten. Dit tot de Heilige Profeet (sa) een boodschap naar hen had verstuurd.

Een auteur, die de militaire leiderschap van de Heilige Profeet (sa) besprak, schreef dat geen enkele commandant, hoe intelligent ook, een preciezer en wijzer plan kon bedenken dan de Heilige Profeet (sa). Tijdens de Slag van Uhud betrad de Profeet (sa) persoonlijk het veld van de vijand, maar koos strategisch de beste positie door zijn rug en rechtervleugel te beveiligen in de bergpas. De verhoogde positie van de berg bood bescherming, terwijl het open veld in de richting van de vijand hen dwong op de helling te blijven. Boogschutters werden aan de linkerkant van de pas geplaatst. Het Islamitische leger was in vergelijking met de ongelovigen zwakker in aantal als in wapenrusting. Talha bin Abi Talha (ra) droeg de vlag van de Banu Dar-stam. De Heilige Profeet (sa) benoemde Hazrat Mus’ab bin Umair (ra), die tot dezelfde stam behoorde (Banu Dar), om hun banier te dragen.

De slag begon met Abu ‘Aamer Fasiq, die van Medina naar Mekka was gevlucht. Hij probeerde de Ansar van Medina over te halen om zich bij zijn zaak aan te sluiten, maar de Ansar confronteerden hem door hem een een Fasiq (overtreder) te noemen. Abu ‘Aamer’s zoon, Hazrat Hanzala (ra), vroeg toestemming aan de Heilige Profeet (sa) om zijn vader te doden, maar de Profeet (sa) verbood hem dat. Na Abu ‘Aamer kwam een andere ongelovige naar voren voor het gevecht. Hazrat Zubair (ra) trad namens de Moslims naar voren en na een heftige confrontatie doodde hij de ongelovige. Hierop prees de Heilige Profeet (sa) Hazrat Zubair (ra) en zei: “Elke Profeet heeft een discipel, en mijn discipel is Zubair.”

Hind zette de Quraish aan tot strijd met haar poëzie, en de Heilige Profeet (sa) bleef tegen hen bidden. De formele strijd begon en de Moslims vochten dapper. De cavalerie van de Quraish probeerde drie keer aan te vallen, maar door de vaardigheid van de boogschutters slaagden ze er niet in door te breken. Hazrat Ali (ra) trad aan om de vaandeldrager van de ongelovigen te confronteren en doodde hem. Zijn broer nam toen de vlag over, en Hazrat Hamza (ra) doodde ook hem. Dit herhaalde zich toen anderen de vlag overnamen en werden gedood door de Moslim troepen. Op dezelfde manier hielden de vier zonen van Talha de vlag vast en werden gedood. Met het doden van de leiders begon de Quraish te vluchten en de Moslims drongen hun gelederen binnen en konden de oorlogsbuit verzamelen.

Toen de Moslim boogschutters zagen dat de vijand uit de vallei vluchtte, sprongen sommigen van hen ongehoorzaam het strijdveld in om te delen in de oorlogsbuit. De gevolgen van deze ongehoorzaamheid werden al snel duidelijk. Inmiddels werd tijdens de Ghazwa gesproken over het presenteren van het zwaard van de Profeet Muhammad (sa) aan Hazrat Abu Dujana (ra). Veel metgezellen wilden dit zwaard hebben, maar de Heilige Profeet (sa) gaf het aan Hazrat Abu Dujana (ra) en benadrukte het vervullen van zijn recht.

Hazrat Zubair (ra) vertelde dat geen enkele ongelovige stand kon houden tegen Hazrat Abu Dujana (ra), zozeer zelfs dat hij door het leger heen ging en bij de vrouwen uitkwam. Daar hief hij het zwaard op tegen Hind terwijl ze om hulp riep, maar niemand durfde naar voren te komen. Hazrat Abu Dujana (ra) liet echter zelf het zwaard zakken en zei dat hij het niet gepast vond om het zwaard van de Profeet Muhammad (sa) te gebruiken tegen een weerloze vrouw.

Terwijl hij iedereen eraan herinnerde om te bidden voor het volk van Palestina, zei Huzoor-e-Anwar (aba) dat we moeten blijven bidden voor de Palestijnen. Moge Allah de onderdrukkers grijpen en de Palestijnen redden van onderdrukking. Hij drong er ook bij de moslimlanden op aan om wijsheid en begrip te gebruiken, hun stemmen te verenigen en zich in te zetten om de rechten van hun moslimbroeders te vervullen. Ameen!