Samenvatting Vrijdagpreek 1 Oktober 2021 – Mensen van uitmuntenheid : Hazrat Umar ibn al-Khattab (ra)

Résumé du Sermon du Vendredi 1 octobre 2021

KJ-Summary-EN-20211001                           KJ-Summary-UR-20211001

Samenvatting vrijdagpreek1 oktober 2021

Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih Al-Khamis (a.b.a.)

 

Na Tashahhud, Ta’awwaz en de recitatie van Soerah Al-Fatehah,zei Huzur-e-Anwar :

We zijn nog steeds het tijdperk van het kalifaat van Hazrat Umar (ra) aan het bespreken. Hazrat Musleh Maoud (ra) sprak ooit over prediken in andere landen en hij zei dat, na het overlijden van de Heilige Profeet (vzmh) waren de moslimlegers in vergelijking tot hun tegenstanders inveel kleinere aantallen tijdens de oorlogen die plaatsvonden in het tijdperk van Hazrat Umar (ra). Bij een dergelijke gelegenheid stuurde Hazrat Abu Obaidah (ra) een bericht vanuit Shaam naar Hazrat Umar (ra) met het verzoek om meer soldaten te bekomen. Hazrat Umar (ra) kende geen verdere stammen meer die nog manschappen hadden die voor een oorlog konden worden ingezet. Dus riep hij een vergadering bijeen om dit te bespreken en tijdens de vergadering kreeg hij te horen dat er nog een stam was waar ze enkele jonge mannen konden vinden die als soldaten zouden kunnen worden ingezet. Hazrat Umar schreef een brief aan Hazrat Abu Obaidah (ra) en zei: “Ik stuur je 6000 soldaten en er zijn 3000 soldaten plus één Amr bin Madi Qarib die gelijk is aan 3000”.

Hazrat Musleh Maoud (ra) zegt dat het geloof en de rechtschapenheid van die mensen van zo’n niveau was en dat ze zoveel belang hechtten aan alles wat de kalief zou zeggen, dat ze helemaal geen objectie hadden tegen de verklaring  dat een persoon gelijk zou kunnen zijn aan 3000 mensen. Misschien zouden gewone mensen dit niet als een gewone verklaring beschouwen, maar moslims van die tijdperk accepteerden de verklaring en klaagden niet over hoe 1 persoongelijk kon zijn aan 3000. Toen hij daar aankwam, ontvingen ze hem op een zodanigemanier dat de vijand aannam dat de moslims hulp hadden gekregen van honderdduizenden soldaten. Dit resulteerde in desituatie waarin de vijanden erg angstig werden en uiteindelijk wegvluchtten tijdens de oorlog. Hazrat Musleh Maoud (ra) sprak over deze gebeurtenis verwijzende naar onze inspanningen in het prediken in Europese landen en hij zei dat we dezelfde overtuiging in ons hart moeten hebben.

Later sprak Hazur-e-Anwar over de oorlogen die de moslims in Egypte hadden gewonnen. Tijdens deze oorlogen veroverden de moslims de steden Farhama, Bilbeis, Tripoli en Alexandrië onder het bevel van Hazrat Amr bin al-Aas (ra). Tijdens deze oorlogen werd de dochter Maqooqvan de leider van de vijanden, gevangen genomen door de moslims. Hazrat Amr bin al-Aas (ra) wist dat Maqooq ooitgeschenken naar de Heilige Profeet (saw) had gestuurdtijdens zijn leven. Dus stuurde hij de dochter van de vijand terug naar hem. In Egypte werden alle soldaten van de oppositiedie gevangen werden genomen door Hazrat Umar (ra) gevraagd om ofwel de islam te aanvaarden of hun geloof te behouden en hun jiziyah te betalen. Vandaar dat sommigen van hen de islam accepteerden en anderen hun geloof in het Christendom behielden.

Sommige Christelijke geleerden en tegenstanders beweren en beklagen zich erover dat moslims tijdens de oorlogen in Egypte een enorme bibliotheek in Alexandrië in brand hebben gestoken. Maar deze bewering is volledig onjuist vanuit historisch en intellectueel standpunt. Later gaf Hazur-e-Anwar een gedetailleerd antwoord op deze klacht van de Christelijke geleerden en schrijvers.

Hazrat Musleh Maoud (ra) zei ooit dat, hoewel de moslimkaliefen Hazrat Abu Bakr (ra), Hazrat Usman (ra) en Hazrat Umar (ra) de oorlogen hadden kunnen stoperyyrn als ze eenmaal in staat waren Cicero en Caeser in bedwang te houden en dusdanig de vijanden hadden kunnen vergeven. Maar dat deden ze niet en ze gingen door met de gevechten. Als we goed opletten, kunnen we de reden erachter ontdekken. Namelijk dat ze wisten dat zodra het externe gevaaraangepakt zou worden en beëindigd, een intern probleem zou ontstaan. Ze wisten dat deze aanvallen van Cicero en Caeser, dus Perzië en Rome, niet echt van hen afkomstig waren, maar in feite door Allah de Almachtige op de moslims waren gezonden, Dit opdatde moslims verandering in zichzelf zouden brengen en geestelijk zouden excelleren en zodat een nieuwe geest en leven in hen zou worden geblazen. Dit soort moeilijkheden komen in ons leven voor zodat we kunnen excelleren in onze spiritualiteit.

Huzur-e-Anwar zei dat we dit zelfs vandaag nog moeten onthouden en dat ons hart en onze spirituele status en onze verbinding met Allah moeten veranderen zodat we kunnenuitmunten tijdens ontberingen en in tijden van moeilijkheden.