In the Naam van Allah, De Genadige, De Barmhartige
28 December 2021
PERSBERICHT
JALSA SALANA QADIAN 2021 SLUIT AF MET INSPIRERENDE TOESPRAAK OVER GELOOFSBELIJDENIS
“Zelfs de Covid-19 pandemie, die de hele wereldgeschokt heeft, is er niet in geslaagd om harten te ontdoen van bitterheid of naties te zuiveren vanhun trots” – Hazrat Mirza Masroor Ahmad
Op 26 December 2021 besloot het wereldhoofd van de Ahmadiyya MoslimGemeenschap, de Vijfde Khalifa (Kalief), Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza MasroorAhmad de Jaarlijkse Conventies (Jalsa Salana) van de AhmadiyyaMoslim Gemeenschap in Qadian en Guinee Bissau met een inspirerendetoespraak.
Zijne Heiligheid zat de slotzitting virtueel voor vanuit de Masroor Hallin Islamabad, Tilford. Meer dan 2100 mensen verzamelden zich op het Jalsa terrein, met een totale opkomst van meer dan 6000 Ahmadi-moslims in heel Qadian.
De opkomst was beperkt vanwege de Covid-19 pandemie, maar degenen die noch konden deelnemen in Qadian of elders, waren in staat gesteld om de inspirerende geloofsbelijdenis van de slotrede van Zijne Heiligheid live op MTA International te volgen.
Tijdens de toespraak had Zijne Heiligheid het uitgebreid over het immense belang van het vestigen van vrede in de samenleving en schetste uitvoerig een aantal Islamitische principes die daarvoor essentieel zijn.
Zijne Heiligheid leidde zijn toespraak in door uitéén te zetten dat het door het volgen van de principes en leringen die door de Islam zijn vastgelegd, dat betekenisvolle vrede tot stand kan worden gebracht in de wereld.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:
“De leringen van de Islam zijn de enige leringen die een mooie en harmonieuze samenleving kan vestigen, vanwege het feit dat ze nog steeds in hun oorspronkelijke en ongerepte vorm verkeren. Dit is de leer, die als er naar gehandeld wordt in de ware zin van het woord, iemand dichter bij Allah de Almachtige brengt. Het resultaat van die nabijheid, samen met de wens en de inspanning om het welbehagen van God te bereiken, leidt een ware Moslim naar het vervullen van de rechten van anderen op zo’n manier dat het onevenaarbaar is. Het is de verwezenlijking van deze rechten dat de waarborg vormt voor vrede en harmonie in de samenleving.”
Hazrat Mirza Masroor Ahmad vervolgde:
“Tegenwoordig is er veel debat over vrede en veiligheid en over hoe duurzame vrede werkelijk tot stand kan worden gebracht. Het potentieel voor wanorde, onrust en oorlogsvoering op zowel lokaal als internationaal niveau is steeds groter. Zelfs de Covid-19 pandemie, die de hele wereld de hele wereld heeft geschokt, is er niet in geslaagd om harten van bitterheid te ontdoen…of naties te zuiveren van hun trots en arrogantie over elkaar. Niemand geeft aandacht aan deze waarschuwing van Allah de Almachtige en als deze zelfde houding blijft vertonen door mensen en naties, zullen de zullen de gevolgen ongelooflijk gevaarlijk zijn…”
Zijne Heiligheid sprak verder over hoe de Islam het bespotten van andere religies en hun stichters verwerpt en hoe door het instrueren van zijn volgelingen om alle andere profeten te aanvaarden, de Islam ook de interreligieuze vrijheid en eerbied waarborgt.
Tijdens zijn toespraak heeft Hazrat Mirza Masroor Ahmad herhaaldelijkde Moslims van de wereld aangemaand om hun daden in overeenstemming te brengen met de leerstellingen van de Islam. Hij zei dat alleen door dit te doen, en door het aanvaarden van deBeloofde Messias (vrede zij met hem) echte vrede en welvaart kunnen wordenbereikt.
In dit verband zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:
“Het is een grote blamage dat de moslimregeringen van de moderne tijd er niet in slagen dit te begrijpen, en dat er een negatieve perceptie van de Islam wordt gevestigd dat het, God verhoede het, een extremistische en gewelddadige religie is…”
Hazrat Mirza Masroor Ahmad vervolgde:
“Als de daden van moslims, zelfs nu nog, in overeenstemming zijn met de leer van de Islam, dan zal de aandacht van de wereld zich positief op de Islam richten en moslims zullen ook inzien dat door zich werkelijk tot Allah de Almachtige te wenden en en alle wereldse afgoderijen te verlaten, niet alleen wereldvrede zal worden gevestigd maar ook de status, het respect en de eer van de moslims in veelvoud zal toenemen. Maar dit kan alleen het geval zijn als en wanneer zij de ware dienaar van de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem), de Imam van het Tijdperk, de Beloofde Messias (vrede zij met hem),die door Allah de Almachtige is gezonden voor het vestigen van vrede en harmonie in de wereld.”
Een van de belangrijkste lessen die Zijne Heiligheid noemde als cruciaal voor het totstandbrengen van vrede op zowel individueel als maatschappelijk vlak, is dat vanvergeving en nooit de straf voor een fout onnodig te overstijgen.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:
“Als iemand iets verkeerd doet, dan moet de vergelding die hem voordie daad wordt opgelegd in verhouding blijven tot het begane kwaad.Maaronthoud dat het toedienen van vergelding niet van dien aard is dat menwrok koestert of vijandelijkheden handhaaft, noch moet het zijn om wraak te nemen.Het doel moet altijd hervorming zijn enhet bewerkstelligen van een positieve verandering. Vestig je aandacht altijd op hoe hervormingkan worden bereikt in de gegeven omstandigheden. Is het door boete,vergelding of vergeving?Allah de Almachtige stelt dat als hervormingtot stand komt door iemand te vergeven, vergeef hem dan en de beloning vanhen die vergeven is dan bij Allah de Almachtige.”
Hazrat Mirza Masroor gaf ook inzicht met betrekking tot de bekende overlevering (Hadith)van de Heilige Profeet Muhammad (vrede en zegeningen zij met hem), “Helpzowel de onderdrukker als de onderdrukte”.
Zijne Heiligheid zei dat, waar het helpen van de onderdrukte gemakkelijk te begrijpen is,vereist het helpen van de onderdrukkerdat men voorkomt dat hij onrecht begaat en hem erop wijst dat elke vorm van straf die hij geeftvoor deovertreding in verhouding moet zijn met het kwaad en uitgevoerd moet worden met het doel vanhervorming.
Zijne Heiligheid legde ook uit dat de rol van de scheidsrechter in de omgang tussentwee partijen in evenwicht en met rechtvaardigheid moet worden uitgevoerd, waarbij geen van beidepartijen, ten onrechte, wordtbevoorrechten de rollen van onderdrukte en onderdrukker niet worden omgekeerd.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:
“Wie tussen twee partijen beslist, en vrede sticht, neigt ertoeten gunste van de ene partij boven de andere te kiezen.Als we kijken naar de Verenigde Natieskan men duidelijk zien dat er partijdigheid en onrechtvaardigheid is (in haar beleid).Ofwel wordt het slachtoffer zo overweldigend bevoordeeld dat er een tijd komtdat de onderdrukte de onderdrukker wordt, of het kiest de kant van deonderdrukker dat het leven onmogelijk wordt voor deonderdrukte.”
Hazrat Mirza Masroor Ahmad vervolgde:
“Blijvende vrede kan alleen worden bereikt wanneer een evenwichtige aanpak wordt aangenomen door de mensen van invloed op elk niveau.Waarbijze luisteren naar deproblemen en standpunten van beide partijen. Waarna wordt bemiddeld enwrok ontnomen.”
Benadrukkend waarom slecht denken over anderen kan leiden tot verdere zonde, zi Hazrat MirzaMasroor Ahmad:
“Wanneer iemand kwaad denkt over anderen, probeert hij ook gebreken in hen te vinden.Op het ogenblik dat een slechte gedachte in iemands hart opkomt, probeert men onmiddellijkgebreken in hen te vinden.Degene die handelt volgens deleer van Allah de Almachtige denkt goed over anderen, in tegenstelling tot slecht,en iemand die alleen maar goed denkt over anderen zal nooit op zoek gaan naarde gebreken in andere mensen.”
Zijne Heiligheid haalde vervolgens de Beloofde Messias (vrede zij met hem) aan, met betrekking tot de aard van sommige zonden die niet altijd evident zijn enduidelijk zijn voor degenen die ze begaan.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:
“Bepaalde zonden zijn zo subtiel en duister dat een individu ermee bezig kan zijn en toch volledig onwetend blijft. In zodanige mate zelfs dat zij ouder worden terwijl zij deze zonden begaan en toch volledig onbewust blijven dat zij in feite zondigen.”
Hazrat Mirza Masroor Ahmad sprak ook over hoe bepaalde naties economisch voordeel halen uit en zich de rechten van anderen toe-eigenen.
Verwijzende in het bijzonder naar de behandeling van Afrikaanse naties in dit opzicht, zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:
“Je kunt vandaag de dag vaststellen, dat waar er een grote toename is van het materialisme, er een enorme inspanning wordt geleverd om op frauduleuze wijze de rijkdommen van anderen zich eigen te maken. In feite vindt deze onrechtvaardigheid ook op het internationale toneel plaats. Welvarende naties consumeren ten onrechte de rijkdom van armere naties door middel van verschillende regelingen en listen.”
Hazrat Mirza Masroor Ahmad vervolgde:
“Nu verheffen bepaalde Afrikaanse naties hun stem in protest tegen het feit dat, nadat zij hen onafhankelijkheid hebben gegeven, de machtige landen van de wereld ten onrechte beslag leggen op hun rijkdommen onder het mom dat zij deze rijkdommen besteden aan de ontwikkeling en de veiligheid van de landen van waaruit deze rijkdommen worden toegeëigend. Zij onttrekken miljoenen dollars aan vermogen per jaar maar spenderen dit niet aan de landen waaraan de rijkdommen worden onttrokken. Het resultaat is dat in de armere landen een haat tegen de meer ontwikkelde landen ontstaat, die uiterst destructief en gevaarlijk kan zijn”.
Naast het ontnemen van zulke grote hoeveelheden weelde van armere naties, waardoor deze economisch verlamd raken, buiten vele ontwikkelde landen ook de burgers van deze armere naties uit door goedkope arbeid, terwijl zij miljarden verdienen aan hun lasten.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad waarschuwde de wereld in dit verband door verder te gaan:
“De armen worden uitgebuit voor hun goedkope arbeid om goederen te produceren. De lonen zijn zo laag dat zij nauwelijks voorzien in twee maaltijden per dag voor een gezin. De rijken maken echter miljarden dollars winst met deze goedkope arbeid. Dit is precies wat onrust veroorzaakt en er zal een tijd komen dat als gevolg daarvan, de armen als lava zullen uitbarsten. Dit komt doordat de moderne communicatiemiddelen bij de mensen een bewustzijn en een besef hebben doen ontstaan, en nieuws van de ene plaats van de wereld snel naar andere delen reist. Dit heeft het verlangen naar materiële goederen in de armere naties doen toenemen. Wanneer een arm mens ziet dat hij op deze wijze wordt mishandeld, vergroot dit zijn rusteloosheid en wordt de vrede verbroken. Dit is de reden waarom de Islam u opdraagt om, ter wille van het wegnemen van deze ontevredenheid uit de samenleving, in al uw handelingen zorg te dragen voor de rechten van anderen. Dit is het middel tot duurzame vrede.”
Beroep doende op de Ahmadi moslims om de hoogst mogelijke voorbeelden van moraliteit en goedheid te tonen, zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:
“In deze tijden zouden we waarschijnlijk moeite hebben om voorbeelden te vinden (van het naleven van deze leringen van de Islam) in de Moslimwereld. Het is dus de taak van Ahmadi-moslims, die de Beloofde Messias (vrede zij met hem) hebben aanvaard, om zulke persoonlijke voorbeelden te stellen die in overeenstemming zijn met die getoond door de metgezellen van de Heilige Profeet Muhammad (vrede en zegeningen zij met hem).”
Hazrat Mirza Masroor Ahmad vervolgde:
“Niemand zou in staat moeten zijn om met een beschuldigende vinger naar ons te wijzen dat ‘jullie beweren anders te zijn omdat jullie de Beloofde Messias (vrede zij met hem) hebben aanvaard, maar welk verschil hebben jullie teweeggebracht?’ In feite zou het verschil in ons duidelijk en vanzelfsprekend moeten zijn, slechts dan kunnen we zeggen dat we de Beloofde Messias (vrede zij met hem) hebben aanvaard en tot zijn gemeenschap behoren.”
Tijdens zijn toespraak gaf Zijne Heiligheid ook een richtlijn voor het vinden van evenwicht tussen de emoties van allesomvattende woede en ongebreidelde liefde, waarbij hij uitlegde dat beide moeten worden vermeden als men vrede wil bereiken.
Zijne Heiligheid legde uit dat Allah de Almachtige in hoofdstuk 2 vers 144 van de Heilige Koran het moslimvolk ‘Ummatan Wasatan’ heeft genoemd. D.w.z. het ‘verheven volk’ en het volk van gematigdheid, wat betekent dat moslims ernaar moeten streven om altijd evenwichtig te zijn in hun aanpak van het leven.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:
“Men moet ook het volgende principe in gedachten houden als het gaat om woede en liefde.Men moet noch zo in beslag genomen worden door woede dat vergeving niet langer een optie is, noch moet men zo in beslag genomen worden door liefde dat het verlies opbrengt zonder beperking.In de liefde is men ook geneigd niet te voldoen aan de eisen van absolute rechtvaardigheid.Daarom moet er, volgens dit principe, een afbakening zijn voor woede, evenals een afbakening voor liefde.”
Hazrat Mirza Masroor Ahmad benadrukte dat de vervulling van de rechten van anderen niet beperkt moet worden tot de eigen verwanten maar dat, zolang, en tenzij men de rechten van alle mensen in de wereld vervult, er geen ware vrede tot stand kan komen.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad ging verder:
“Je moet de hele mensheid zien als je kinderen. Er moet een passie zijn om elkaar te dienen.Wanneer dit het geval is, hoe mooi, vreedzaam en harmonieus zou de samenleving dan zijn.Als de moslims van deze wereld dit maar konden begrijpen!”
Tot slot zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:
“Moge Allah de Almachtige ons in staat stellen onze nobele persoonlijke voorbeelden te vestigen ter illustratie voor de wereld en teneinde te leren uit onze daden, nadat we de Beloofde Messias (vrede zij met hem) hebben aanvaard en in overeenstemming met de leringen van de Islam.”
Hazrat Mirza Masroor Ahmad bad:
“Mogen wij handelen zoals ik heb besproken met betrekking tot vrede, evenals tot alle andere Islamitische leringen.Mogen wij ook de rest van de wereld hiervoor sensibiliseren, zodat deze wereld, die als gevolg van haar zelfzuchtige materialistische hebzucht op weg is naar een put van verderf, tot het besef komt dat ware vrede alleen tot stand kan worden gebracht door te handelen in overeenstemming met Gods geboden.”
Hazrat Mirza Masroor Ahmad vervolgde en zei:
“Geen enkele andere wereldse gemeenschap kan enige steun bieden bij de doelmatige en langdurige ontwikkeling van vrede.Net daarom is het een grote verantwoordelijkheid voor elke Ahmadimoslim om dit te doen.MogeAllah de Almachtige ons in staat stellen dienovereenkomstig te handelen.”
Einde