Hoofd van Ahmadiyya Moslim Gemeenschap zegt dat onrecht oorzaak is van wereldlijke conflicten

15 december 2015
PERSMEDEDELING

Hazrat Mirza Masroor Ahmad biedt krachtig weerwoord aan valse beschuldigingen die stellen dat Islam nauw verwant is met extremisme.

Het Wereldwijde Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Khalifa (Kalief), Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad, heeft weerwoord geboden aan tegenstanders van de Islam die beweren dat de religie terroristische en extremistische daden rechtvaardigt. DeKhalifa maakte een aantal opmerkingen tijdens zijn Vrijdagpreek van 11 december 2015.

Tijdens zijn toespraak citeerde Hazrat Mirza Masroor Ahmad voorbeelden van bepaalde Westerse politici en tegenstanders die valselijk beweerd hebben dat de Islam Moslims aanzet tot extremisme en geweld.

Zijne Heiligheid zei dat de afschuwelijke daden van een welgekende terroristische groepering niet enkel tot grootschalige terreur onder de algemene bevolking hebben geleid, maar ook een opportuniteit hebben geschept voor slecht geïnformeerde tegenstanders van de Islam om valse aantijgingen te uiten tegen de islamitische leer.

Zijne Heiligheid voegde toe dat de manier waarop de media bericht over aanslagen die worden uitgevoerd in naam van de Islam opmerkelijk anders is dan bij aanslagen door niet-Moslims.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Wanneer een Moslim iets fout doet wordt de Islam onmiddelijk met de vinger gewezen, maar wanneer iemand met een andere geloofsovertuiging een gelijkaardige misstap begaat wordt hij als ‘labiel’ omschreven. Wij bevestigen openlijk dat de verschrikkingen die worden begaan door bepaalde Moslimgroeperingen enkel als barbaars beschouwd kunnen worden, maar het is volkomen onterecht en ongerechtvaardigd om de leer van de Heilige Koran aan te vallen.”

Zijne Heiligheid zei dat de islamitische leer geen enkele rechtvaardiging of vrijgeleide biedt aan diegenen die ernaar streven om de Islam te verspreiden door middel van geweld.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“De Islam heeft nooit onderricht dat mensen met geweld onderworpen moeten worden. In de Heilige Koran zegt de Almachtige God tegen de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) dat ‘Indien God had gewild, zouden allen op aarde gelovigen zijn.’ Echter zei God dat het nooit zou gebeuren dat de hele mensheid uit gelovigen zou bestaan en dus is het duidelijk dat er geen dwang wordt toegestaan door de Islam.”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad vervolgde:

“De Heilige Koran stelt dat onder geen beding het zwaard geheven mag worden om mensen ertoe te dwingen de Islam te accepteren, en in plaats daarvan dienen Moslims anderen tot de Islam aan te trekken door de prachtige leer van de religie tentoon te stellen en door het belichamen van de hoogste morele waarden.”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad citeerde hoofdstuk 43, vers 90 van de Heilige Koran, die stelt:

“En zijn (des Profeten) gezegde: ‘O, mijn Heer, dit is een volk dat niet gelooft.’ Wend u dan van hen af en zeg: ‘Vrede’: en weldra zullen zij (hun dwaling) te weten komen.”

In zijn commentaar met betrekking tot dit vers zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“In dit vers werd de Heilige Profeet (vrede zij met hem) onderwezen dat, zelfs na ontelbare kwellingen te hebben geleden door de handen van de ongelovigen, zijn reactie enkel mocht zijn om te zeggen dat ‘Mijn enige boodschap aan jullie is vrede en dat zal zo blijven om tot verzoening te komen.’ Wanneer de Heilige Profeet (vrede zij met hem) zelf werd onderwezen om op deze vredevolle wijze te handelen, is het aan alle Moslims om deze boodschap en bezieling voor altijduit te dragen.”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei dat een gebrek aan gerechtigheid en eerlijkheid aan de bron lagen van de vele conflicten die we vandaag in de wereld zien.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad benadrukte de rol van bepaalde grootmachten in het aanwakkeren van extremisme en zei:

“Verscheidene Westerse media en verslaggevers beginnen stilaan te aanvaarden dat hun eigen regeringen een rol hebben gespeeld in het doen opleven van de extremistische Moslimgroeperingen als gevolg van de oorlog in Irak of als resultaat van de crisis in Syrië. Aan de bron van dit alles ligt een gebrek aan gerechtigheid in de wereld.”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad vervolgde:

“Terwijl de grootmachten langs de ene kant de extremisten trachten te verslaan door middel van luchtaanvallen, lijken zij langs de andere kant de groeperingen of individuen te negerendie handel drijven met de terroristen of hen voorzien van dodelijke wapens. Daardoor wordt wereldvrede dus niet enkel aangetast door de Moslimgroeperingen wiens handelen in strijd staat met de Islam, maar ook door de grootmachten die hun eigen belangen boven die van anderen plaatsen.”

Tot slot zei Zijne Heiligheid dat het de plicht is van elke Ahmadi Moslim om de waarachtige en vredevolle leer van de Islam uit te dragen en om er alles aan te doen om vrede te verwezenlijken in alle lagen van de samenleving.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Elke Ahmadi Moslim moet het als zijn of haar plicht beschouwen om de prachtige en vredevolle islamitische leer te verspreiden. De wereld staat momenteel aan de rand van een grote catastrofe en dus moet elke Ahmadi Moslim ernaar streven om de wereld te redden van vernietiging.”

Einde