HOOFD VAN AHMADIYYA MOSLIM GEMEENSCHAP SPREEKT VROUWENSESSIE TOE TIJDENS JALSA SALANA BELGIË

In de Naam van Allah, De Barmhartige, De Genadevolle

16 september 2018

PERSMEDEDELING

 

Hazrat Mirza Masroor Ahmad ontmoet ook plaatselijke hoogwaardigheidsbekleders en media

De Internationale Leider van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Khalifa (Kalief), Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad, heeft op 15 september 2018 de leden van Lajna Imaillah (Vrouwelijke Hulporganisatie) toegesproken over het belang van stevig vasthouden aan de ware leer van de Islam op de tweede dag van de 25e Jaarlijkse Bijeenkomst (Jalsa Salana) van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap in België.

Zijne Heiligheid verwees naar het feit dat veel Ahmadi Moslims geëmigreerd waren naar verscheidene ontwikkelde landen, zoals België, omwille van het feit dat hun meest elementaire religieuze gebruiken gecriminaliseerd werden in Pakistan, waar zij als ‘niet-Moslims’ bestempeld werden door de wetgevers van het land.

 

 

Zijne Heiligheid zei dat die mensen, die nu in het buitenland verblijven en genieten van religieuze vrijheid, de reden waarom zij asiel hadden verkregen of de hardvochtige omstandigheden die zij hadden achtergelaten nooit mogen vergeten.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

 

“Afgezien van de religieuze vrijheid die zij verwerven, halen Ahmadi Moslims die naar ontwikkelde landen migreren ook vaak profijt uit verbeterde socio-economische omstandigheden. Echter mag het grotere comfort en de materiële welvaart er nooit toe leiden dat zij verzaken aan de aanbidding van Allah de Almachtige. Indien zij de nodige aandacht schenken aan het indachtig zijn en de verering van God, zullen zij niet enkel materiële voordelen verwerven, maar zullen zij ook de ontvangers worden van eindeloze gunsten van Allah de Almachtige.”  

 

Zijne Heiligheid verhaalde daarna voorbeelden van Ahmadi Moslim-vrouwen die uitzonderlijke standvastigheid hadden getoond in het vasthouden aan hun geloof wanneer zij geconfronteerd werden met extreme vervolging en intimidatie.

Zijne Heiligheid vermeldde een Ahmadi Moslim-vrouw uit Bangladesh die als ingenieur werkte. Toen zij vrijaf vroeg om de Jaarlijkse Bijeenkomst van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap in het VK te kunnen bijwonen, weigerde haar werkgever haar verzoek enkel en alleen omdat zij Ahmadi Moslim was.

 

Hierna diende zij onmiddellijk haar ontslag in zodat zij kon afreizen voor de Bijeenkomst. Met de Genade van Allah, toen zij terugkeerde naar Bangladesh, vond zij een veel betere job.

 

Zijne Heiligheid verhaalde verder nog een voorval van een vrouw in India die, na zich te bekeren tot de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, heel hartstochtelijk werd in het verdedigen van haar overtuigingen, maar vaak belachelijk gemaakt of lastiggevallen werd omwille van haar geloof.

 

Bijvoorbeeld, toen haar man overleed weigerden religieuze geleerden toestemming voor haar man om begraven te worden naast andere Moslims in de plaatselijke begraafplaats. In plaats van haar overtuiging te laten verslappen, toonde zij grote standvastigheid en moed en begroef zij haar man in hun eigen tuin.

 

Zijne Heiligheid vermeldde ook een voorval van een Ahmadi Moslim-vrouw uit Canada die  solliciteerde voor jobs op verscheidene plaatsen na het afronden van haar studies. Ondanks het feit dat zij zeker gekwalificeerd was, vond zij moeilijk werk omdat werkgevers bedenkingen hadden bij het feit dat zij Hijab respecteerde.

 

 

Verwijzend naar het voorval zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

 

“Haar voorbeeld was één van waarachtig geloof en zij is niet de enige. In veel Westerse landen zijn er plaatselijke vrouwen die toetreden tot de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap en Hijab respecteren zonder enige twijfel of complex. Deze vrouwen stellen zeer zeker een voorbeeld voor anderen, dat er geen reden is tot een minderwaardigheidscomplex wanneer het aankomt op je geloof. Indien je oprecht bent in het maken van de gelofte dat je voorrang verleent aan je geloof boven alle wereldlijke zaken, zal er van je verwacht worden dat je vastberadenheid aan de dag legt.”

 

Later op de dag ontmoette Zijne Heiligheid verscheidene politieke leiders, Burgemeesters en andere hoogwaardigheidsbekleders die functies uitvoeren in verscheidene gemeenten in Brussel. Zijne Heiligheid beantwoordde ook verscheidene vragen tijdens een 35-minuten durende Persconferentie.

 

Tijdens zijn ontmoeting met hoogwaardigheidsbekleders, sprak Zijne Heiligheid over de behoefte aan tolerantie tussen alle mensen en alle groepen in de samenleving.

 

 

Zijne Heiligheid sprak ook over de vervolging van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap in Pakistan en zei dat na zijn verkiezing als Kalief in 2003 hij geen andere keuze had dan naar het buitenland te migreren zodat hij zijn verplichtingen als Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap kon naleven.

 

Over het belang van ware religieuze vrijheid zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

 

“Religie is en zal altijd een zaak van het hart zijn. Dit is de leerstelling van de Heilige Koran, die duidelijk stelt dat er geen dwang kan zijn in de religie en dat elke religie  gerespecteerd dient te worden.”

 

Tijdens de daaropvolgende Persconferentie werd Zijne Heiligheid gevraagd naar de opkomst van Islamophobia in niet-Moslim landen.

 

Als antwoord zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

 

“Wij Ahmadi Moslims leveren inspanningen om de waarachtige en vredevolle leer van de Islam aan de wereld te tonen door middel van onze woorden en daden. Wij houden vredesconferenties en ontmoeten politici, hoogwaardigheidsbekleders en de gewone mensen om hen zodoende het ware gelaat van de Islam te tonen. Dit is onze manier om de angst voor de Islam, die onder de niet-Moslims aan het toenemen is, te counteren. Onder de bredere Moslimgemeenschap is het noodzakelijk dat de Ulema (Moslim geleerden) hun volgelingen onderrichten omtrent de waarachtige vredevolle leer van de Heilige Koran en hen uitleggen dat de Profeet van de Islam (vrede zij met hem) gezonden werd als een genade voor de hele mensheid.”

 

Zijne Heiligheid werd ook gevraagd naar de vervolging van Ahmadi Moslims in Pakistan en het antwoord van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap op dergelijke vervolging.

 

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

 

“De anti-Ahmadi wetten in Pakistan zijn heel wrede wetten en zij staan haaks op de visie van de stichter van Pakistan. Het Pakistan dat Jinnah voor ogen had was een open Pakistan waarin iedereen religieuze vrijheid kon genieten. De eerste Regering die hij vormde bewees zijn verlangen om de principes van religieuze vrijheid te vrijwaren. Indien ik zeg dat ik Moslim ben en de Kalima reciteer, welk recht heeft dan een ander om te zeggen dat ik dat niet ben?”

 

Einde