Hoofd van ahmadiyya moslim gemeenschap sluit ijtema van majlis khuddamul ahmadiyya af

20 september 2017

PERSMEDEDELING

 Hazrat Mirza Masroor Ahmad spreekt meer dan 5.500 Moslim jongeren vanuit het hele Verenigd Koninkrijk toe.

De Internationale Leider van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Khalifa, Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad heeft op 17 september 2017 een geloofsinspirerende toespraak gegeven waarmee hij de driedaagse Nationale Ijtema (Jaarlijkse Bijeenkomst) van de Ahmadiyya Moslim jongeren Vereniging in het VK (Majlis Khuddamul Ahmadiyya) heeft afgesloten.

De doelstellingen van de Ijtema, die voor het eerst in Country Market, Kingsley, werd gehouden, waren om de Moslimjongeren kennis bij te brengen over de vredevolle islamitische leer en om hen aan te moedigen om zowel hun geloof als hun natie naar het beste van hun vermogen te dienen.

De Ijtema ging van start op dezelfde dag dat de aanslag op het metrostation Parsons Green  plaatsvond, en de Ahmadi Moslimjeugd veroordeelden met één stem alle vormen van extremisme en terrorisme en tijdens zijn slottoespraak vermeldde Hazrat Mirza Masroor Ahmad meermaals dat de Islam liefde en medeleven jegens de hele mensheid aanmoedigde.

Tijdens zijn toespraak sprak Zijne Heiligheid over de meest fundamentele eed die Moslims afleggen, namelijk de geloofsbelijdenis van Moslims:

Er is geen God dan Allah en Mohammed is Zijn Boodschapper.” 

Zijne Heiligheid gaf uitvoerig uitleg over de islamitische geloofsbelijdenis en zei dat het niet voldoende was om enkel deze woorden uit te spreken, maar dat deze vergezeld dienen te worden door een manifestatie van het geloof door middel van het aanbidden van Allah en het volgen van het edele voorbeeld van de Heilige Profeet (vrede zij met hem).

Met betrekking tot het eerste aspect van de geloofsbelijdenis, namelijk het uitspreken dat er “geen andere God dan Allah” is, zei Zijne Heiligheid dat dit zich dient te manifesteren door het aanbidden van de Almachtige Allah.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“De belangrijkste en meest betekenisvolle manier van aanbidding is het vijf maal daags bidden. Op verscheidene plekken in de Heilige Koran beeft Allah de Almachtige ons opgedragen om de vijf verplichte gebeden te verrichten en als we dus onachtzaam worden in het verrichten van onze gebeden betekent dit dat onze geloofsbelijdenis ten opzichte van Allah betekenisloos, waardeloos en vals is.”

Zijne Heiligheid verklaarde verder de betekenis van de geloofsbelijdenis vanuit de verlichtte leer en verduidelijking van de Stichter van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, Hazrat Mirza Ghulam Ahmad, de Beloofde Messias (vrede zij met hem).

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“De Beloofde Messias (vrede zij met hem) leerde dat een waarachtige Moslim diegene is wiens hart en ziel dronken zijn met liefde voor Allah en geconsumeerd wordt door de overtuiging dat enkel en alleen Hij aanbidding waardig is. Dit is de standaard die vereist is, anders zal de geloofsbetuiging ten aanzien van Allah herleid worden tot oppervlakkige en holle woorden.”      

Inzage het tweede aspect van de islamitische geloofsbelijdenis, “Mohammed is de Boodschapper van Allah”, verklaarde Zijne Heiligheid dat de Heilige Koran verwezen heeft naar de Heilige Profeet (vrede zij met hem) als het perfecte voorbeeld voor de hele mensheid.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Zonder enige twijfel was het de Heilige Profeet (vrede zij met hem) die de hoogst mogelijke pieken heeft bereikt wanneer het gaat over het aanbidden van Allah. Ongeacht de omstandigheden, liet hij nooit toe dat er ook maar iets tussen hem en zijn plicht jegens Allah de Almachtige zou komen.”

Zijne Heiligheid zei, toen hij de intensiteit waarmee de Heilige Profeet neerbuigde voor God en bad beschreef:

“Er werd gemeld dat wanneer hij alleen aan het bidden was, mensen de Heilige Profeet (vrede zij met hem) zo intens hoorden wenen dat het leek alsof hij radeloos aan het schreeuwen en weeklagen was.”

 Hazrat Mirza Masroor Ahmad vervolgde:

“Dit was de ongeevenaarde standaard inzage aanbidding en van de vrees en liefde voor Allah die werd belichaamd door de Heilige Profeet (vrede zij met hem), dat een voorbeeld was voor de hele mensheid die na hem kwam.” 

Zijne Heiligheid verklaarde ook de liefde die de Heilige Profeet (vrede zij met hem) had voor het lezen van de Heilige Koran en het volgen van de daarin vervatte instructies.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Elke porie en elke vezel van de Heilige Profeet (vrede zij met hem) was overspoeld door pure liefde en verering voor het Woord van Allah. Wanneer ook maar een stuk werd gereciteerd werd hij emotioneel en ontsprongen er tranen uit zijn gezegende ogen.”

Zijne Heiligheid had het ook over aspecten van het leven van de Heilige Profeet (vrede zij met hem) die illustreerden hoe hij zijn verantwoordelijkheden jegens de samenleving en de schepping van God nakwam.

Zijne Heiligheid zei dat zelfs na een moeilijke en uitputtende defensieve veldslag tegen een Joodse stam de Heilige Profeet (vrede zij met hem) de rechten van zijn tegenstanders eerbiedigde.

Zijne Heiligheid zei dat de Moslims op de rand van de hongersdood stonden na een lange strijd toen een herder afkomstig uit de tegenstander Islam accepteerde en zich bij de Moslims voegde. Hij bracht de schapen waarvoor hij zorgde met zich mee en vroeg wat er met hen moest gebeuren.

Ter verduidelijking van het antwoord van de Heilige Profeet (vrede zij met hem), zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“Ook al had hij gemakkelijk aan de herder kunnen vragen om de lammeren te overhandigen, beval de Heilige profeet (vrede zij met hem) hem in plaats daarvan om zijn plicht jegens de Joden na te komen en de lammeren in de richting van hun eigenaars te draaien opdat deze zelf hun weg zouden kunnen terugvinden. In plaats van toe te geven aan enige vorm van verleiding op een moment dat hij en zijn volgelingen uitgehongerd en  wanhopig voor voeding waren, zorgde de Heilige Profeet (vrede zij met hem) ervoor dat de rechten van zijn tegenstanders werden nagekomen en al doende stelde hij een onvergelijkbaar voorbeeld voor het nakomen van verbonden en verplichtingen.”

 Uitwijdend over de behoefte om voorrang te geven aan het geloof, zei Zijne Heiligheid dat de Heilige Koran instructies aan de Moslims had gegeven om hun zaken achter te laten tijdens het Vrijdaggebed en naar de Moskee te komen, echter waren er veel Moslims die prioriteit gaven aan materiële zaken boven hun geloof.

Verder zei Zijne Heiligheid ook dat het vrij vaak voorkomt dat mensen anderen bedriegen of zich leugenachtig opstellen bij zakelijke transacties. Echter was de Heilige Profeet (vrede zij met hem) zodanig specifiek inzage het vermijden van alle soorten leugens, dat hij zijn metgezellen adviseerde om aalmoezen te geven alvorens zich met eender welke zakelijke handeling bezig te houden, wat hen zou beschermen tegen onrecht.

Zijne Heiligheid citeerde een gezegde van de Heilige Profeet (vrede zij met hem) dat stelt dat ‘een waarachtige Moslim is hij van wiens tong en handen alle anderen veilig zijn’.

Zijne Heiligheid gaf daarbij volgende commentaar:

“Indien mensen hun leven zouden leiden met deze leerstelling indachtig zou alle haat en alle conflict in de wereld verdwijnen – zowel op een persoonlijk niveau als in de bredere samenleving. Dit gezegde geeft Moslims niet alleen de instructie om zich te weerhouden van anderen leed te berokkenen, maar het leidt hen ook naar humanitaire inspanningen aangezien de diepere betekenis van deze woorden van Moslims vereist dat zij actief eropuit gaan om de mensheid te helpen en te dienen.”

Uitwijdend over het liefdevolle en vriendelijke karakter van de Heilige Profeet Mohammed (vrede zij met hem), scheen Zijne Heiligheid meer licht op de rechten die werden toegekend aan vrouwen in de Islam en de zachtaardigheid die Moslimmannen dienen aan te wenden ten opzichte van hun gezinsleden.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Keer op keer benadrukte de Heilige Profeet (vrede zij met hem) dat een man zijn vrouw met liefde, compassie en respect dient te behandelen.”

Tot slot van zijn toespraak zei Zijne Heiligheid dat Ahmadi Moslims moeten trachten om de missie van de Beloofde Messias (vrede zij met hem) te vervullen, namelijk om ervoor te zorgen dat de wereld haar Maker erkent en om de mensheid te dienen.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“We moeten ernaar streven om deze missie verder te zetten opdat de wereld, waarvan de meerderheid de Islam beschouwt als een extremistische religie die terrorisme aanmoedigt, tot het besef komt dat de Islam eigenlijk een vredevolle religie is die verlangt dat de mensheid haar Maker erkent en dat eenieders rechten worden geëerbiedigd.”   

Eerder op de dag werd een rapport gepresenteerd door Mirza Waqas Ahmad, de Nationale President van de Ahmadiyya Moslim jongeren Vereniging waarin hij de leden informeerde over de verscheidene activiteiten die plaatsvonden tijdens de driedaagse bijeenkomst.

Tijdens de Ijtema namen Ahmadi Moslim jongeren vanuit meer dan 100 plaatselijke gemeenschappen uit het hele Verenigd Koninkrijk (Qiadats) deel aan verscheidene academische en sportieve competities, waaronder een speciale Kabaddi expositiewedstrijd.

De Moslim jongeren konden ook ‘The Hub’ bezoeken, waar zij de mogelijkheid kregen om vragen te stellen in een vertrouwelijke omgeving over religie of sociale aangelegenheden. Een aantal gerenommeerde experten uit verscheidene academische disciplines reisden ook af naar de Ijtema om de jonge Moslims toe te spreken.

Einde