Samenvatting vrijdagpreek 24 Jan 2025 – Mohammed (sa): Het Grote Voorbeeld

KJ-Summary-NL-20240124           KJ-Summary-FR-20240124

KJ-Summary-UR-20240124           KJ-Summary-BN-20240124

 

Samenvatting vrijdagpreek 24 Januari 2025
Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih V (aba)

Terwijl de levensgeschiedenis van de Heilige Profeet (sa) werd voortgezet, sprak Huzoor-e-Anwar (aba) in de vrijdagpreek over de expedities die plaatsvonden tijdens de tijd van de Heilige Profeet (sa).

De Sariyah van Kurz bin Jabir vond plaats in Shawwal, 6 AH. Een aantal mensen kwamen naar de Heilige Profeet (sa), voerde gesprekken over de islam en accepteerde deze uiteindelijk. Ze verbleven enige tijd in Medina, maar het klimaat van Medina beviel hen niet, dus konden ze daar niet lang blijven.

Ze vroegen om melk, waarop de Heilige Profeet (sa) hen naar de buiten de stad gras etende kamelen stuurde, zodat ze daar comfortabel konden verblijven en van de melk konden genieten. Toen deze mensen weer gezond waren, verlieten ze de islam die ze eerder hadden geaccepteerd. Vervolgens stalen ze de melkgevende kamelen en vluchtten.

Toen de moslims hen achtervolgden, boden ze weerstand en doodden de moslimherders op brute wijze. Ze staken gloeiende ijzeren staven in de ogen van de moslimherders en amputeerden hun handen en voeten.

Een persoon ging naar de Heilige Profeet (sa) en vertelde hem het hele incident. Als reactie stuurde de Heilige Profeet (sa) 20 jonge mannen uit de Ansar om de dader(s) te arresteren.

De Heilige Profeet (sa) bad ook tegen de vijanden, en ze werden dezelfde dag nog gevangengenomen. De volgende dag werden ze voor de Heilige Profeet (sa) gebracht. De Heilige Profeet (sa) handelde met deze vijanden in overeenstemming met de Mosaïsche Wet van Qisas (vergelding), waarbij hij hen hetzelfde behandelingsniveau gaf dat zij de moslims hadden aangedaan, totdat ze overleden.

Dit incident vond plaats vóór de openbaring van de verordeningen met betrekking tot Hudood (straffen). Na dit voorval werden echter islamitische leerstellingen geopenbaard, waarin werd benadrukt dat zelfs bij Qisas (vergelding), handelingen zoals het verminken van de vijand niet zouden moeten worden uitgevoerd.

Critici werpen vaak op dat de moslims in dit incident buitensporig hardhandig handelden, maar ze negeren het feit dat het de vijanden waren die de brutaliteit initieerden, en zij werden op dezelfde manier behandeld als vergelding (Qisas).

Bovendien moet worden opgemerkt dat deze straf werd uitgevoerd in overeenstemming met de Mosaïsche Wet, die op dat moment nog van toepassing was.

Vervolgens werd de Slag bij Dhi Qarad genoemd. De Heilige Profeet (sa) had twintig melkgevende kamelen, en een herder bracht elke avond hun melk naar de Heilige Profeet (sa). Op een dag lanceerde Uyaynah bin Hisn Fazari, samen met veertig mannen uit de stam van Ghatafan, een aanval en stal de kamelen. Er wordt verteld dat Hazrat Salamah bin Akwa‘ hen achtervolgde, zijn vaardigheden in boogschieten gebruikte en veel van de kamelen terughaalde.

Toen het nieuws van het incident de Heilige Profeet (sa) bereikte, deed hij een aankondiging en vertrok met vijfhonderd metgezellen. Verdere details van deze slag zullen in de toekomst worden gedeeld.