KJ-Summary-NL-20241122 KJ-Summary-FR-20241122
KJ-Summary-UR-20241122 KJ-Summary-BN-20241122
Samenvatting vrijdagpreek 22 November 2024
Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih V (aba)
Tijdens de vrijdagpreek van 22/11/2024 sprak Huzoor-e-Anwar (aba) uitgebreid over het Verdrag van Hudaibiyya. Huzoor-e-Anwar (aba) vertelde dat, na aankomst van de moslims in Hudaibiyya, verschillende afgevaardigden van de Quraish de Heilige Profeet (sa) bezochten om te onderhandelen. Onder hen bevond zich een vooraanstaande leider van de Khuzā‘ah-stam, Budail bin Warqā, die in de buurt woonde. Hij bezocht de Heilige Profeet (sa) samen met enkele metgezellen en zei: “De mensen van Mekka zijn vastberaden om oorlog te voeren. Ze zullen nooit toestaan dat u Mekka binnengaat.” De Heilige Profeet (sa) antwoordde: “Wij zijn niet gekomen om oorlog te voeren, maar alleen om de ‘Umrah te verrichten. Helaas blijven zij oorlogszuchtig, ook al heeft de strijd hen al uitgeput. Ik ben bereid een vredesovereenkomst met hen te sluiten, zodat zij ophouden met vechten tegen mij en mij in staat stellen mijn boodschap elders te verspreiden. Als zij echter weigeren en oorlog blijven voeren, dan zweer ik bij Allah, in Wiens hand mijn leven ligt, dat ik niet zal wijken totdat ik de overwinning behaal of sterf in deze zaak. Als ik verlies, is dat het einde. Maar als God mij de overwinning schenkt en mijn boodschap verspreidt, dan zou het volk van Mekka niet moeten aarzelen om mij te accepteren.”
Budail was geraakt door de oprechtheid van de Profeet (sa) en bood aan zijn boodschap naar de Quraish in Mekka te brengen om verzoening te zoeken. Bij zijn terugkeer in Mekka vroeg hij toestemming om het voorstel van de Heilige Profeet (sa) voor te leggen. Hoewel sommige Quraish dit resoluut afwezen, waren anderen nieuwsgierig en wilden het horen.
Daarna stuurden de Quraish ‘Urwah dienst doende als hun afgezant naar de Heilige Profeet (sa). Hij herhaalde dezelfde boodschap als aan Budail. ‘Urwah was diep onder de indruk van de liefde en loyaliteit van de metgezellen voor de Heilige Profeet (sa). Hij beschreef later hoe ze elk gebaar van de Heilige Profeet (sa) met toewijding volgden, hoe zij zelfs druppels water die van hem vielen met eerbied verzamelden en hoe ze zijn woorden in totale stilte aanhoorden. De metgezellen keken hem uit respect niet recht in de ogen, en zij wedijverden zelfs om hem van dienst te zijn. Bij zijn terugkeer zei ‘Urwah tegen de Quraish: “Ik heb veel koninklijke hoven bezocht, zoals die van Caesar, Chosroe en de Negus, maar de eerbied die de metgezellen van Muhammad (sa) hem betonen, heb ik nergens anders gezien. Zijn voorstel is rechtvaardig, en ik raad aan het te accepteren.”
Huzoor-e-Anwar (aa) legde verder uit dat de Heilige Profeet (sa), na deze ontmoetingen, besloot zijn eigen vertegenwoordiger naar Mekka te sturen. Hij koos Khirash bin Umaiyyah en gaf hem een kameel mee. Bij aankomst in Mekka werd Khirash aangevallen door jonge mannen van de Quraish. Zij verwondden de kameel en wilden hem ook kwaad berokkenen, maar ouderen grepen in en redden hem.
Later stuurde de Heilige Profeet (sa) Hazrat Usman (ra) naar Mekka om opnieuw de vreedzame bedoelingen van de moslims duidelijk te maken. Hij gaf een schriftelijke boodschap mee, die Hazrat Usman (ra) openlijk presenteerde. De Quraish, met het idee betere onderhandelingsvoorwaarden te krijgen, namen hem echter gevangen. Het gerucht dat Hazrat Usman (ra) was gedood, verspreidde zich snel onder de moslims.
De Heilige Profeet (sa) verzamelde onmiddellijk zijn metgezellen onder een acaciaboom en vertelde hen over dit nieuws. Hij zei: “Als dit waar is, dan zweren wij bij Allah dat wij hier blijven totdat wij wraak hebben genomen voor Usman.” Hij ontving toen een gelofte van trouw (bai’at) van de moslims.
Huzoor-e-Anwar (aba) sloot af met een oproep om te blijven bidden voor de veiligheid van Ahmadi’s en alle vredelievende mensen, gezien de verslechterende toestand in de wereld, met name in Europa.