Samenvatting Vrijdagpreek 18 Mar 2022 – Mensen van uitmuntenheid : Hazrat Abu Bakr (ra)

Résumé du sermon du vendredi 18 mars 2022

KJ-Summary-NL-20220318

KJ-Summary-UR-20220318

 

Samenvatting vrijdagpreek 18 maart 2022

Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih Al-Khamis (a.b.a.)

 

Met betrekking tot de verslagen uit het leven van Hazrat Abu Bakr (ra), werden zijn opvattingen en actie vermeld tegen degenen die weigerden de Zakat [aalmoezen] te betalen. Verdere details hierover zijn vermeld in Tarikh al-Tabari op de volgende manier. De stammen die een valse aanspraak op het profeetschap maakten, kwamen. Zij allen (de oudsten van Madinah), met uitzondering van Hazrat ‘Abbas (ra), huisvestten hen als hun gasten en brachten hen naar Abu Bakr (ra). Maar de voorwaarde die gesteld was, was dat zij hun gebeden zouden blijven verrichten, maar niet de Zakaat zouden geven. Allah had Abu Bakr (ra) stevig op de waarheid gegrondvest en hij zei: “Zelfs als zij weigeren dit touw [als Zakaat] te geven, dat gebruikt wordt om hun kamelen vast te binden, zal ik tegen hen strijden. ”

Met betrekking tot wat de toestand was van de delegaties die weigerden de Zakaat te betalen en die nu terugkeerden uit Madinah nadat zij Hazrat Abu Bakr (ra) dit standpunt hadden zien innemen, zegt een geschiedschrijver: “Toen deze delegaties Hazrat Abu Bakr (ra)’s vastberadenheid zagen, verlieten zij Madinah en keerden terug. Maar terwijl ze Madinah verlieten, dachten ze na over twee zaken. Ten eerste, geen discussie met betrekking tot het niet betalen van de Zakaat zou vruchtbaar zijn. Het Islamitische gebod in dit opzicht was duidelijk en het leek niet mogelijk dat de Khalifa zijn standpunt en besluit zou veranderen, vooral omdat de Moslims het met zijn standpunt eens waren en bereid waren hem te steunen omdat de zaak duidelijk en evident voor hen was geworden. Ten tweede, om gebruik te maken van de zwakte en het gebrek aan aantallen van de moslims zouden zij zo’n zware aanval op Madinah lanceren, die de moslimregering omver zou werpen en een einde zou maken aan deze godsdienst.” Dit was de opvatting die zij aanhingen. Zij geloofden dat zij op deze wijze in staat zouden zijn hun godsdienst te beëindigen en hen te overwinnen.

In ieder geval keerden deze mensen terug naar hun stammen en zeiden dat er op dit moment maar weinig mensen in Madinah zijn en zetten hen aan tot een aanval. Maar aan de andere kant was Hazrat Abu Bakr (ra) zich hier niet onbewust van. Nadat deze delegaties uit Madinah waren teruggekeerd, stelde hij bewakers aan om voortdurend de wacht te houden bij elke post van Madinah. Na slechts drie nachten begonnen degenen die weigerden de Zakaat te betalen bij het vallen van de avond een aanval op Madinah.

De Moslims dwongen de vijanden zich terug te trekken. De Moslims op hun kamelen achtervolgden hen totdat zij Dhu Hissah bereikten. De groep van versterkingen van de vijanden kwam naar voren om de moslims te bestrijden. Hazrat Abu Bakr (ra) was de hele nacht bezig met het voorbereiden van het leger. Het gevecht vond plaats in het laatste deel van de nacht, en de zonnestralen hadden nog niet van de horizon op hen geschenen toen de tegenstanders verslagen werden en begonnen te vluchten. Dit was de eerste overwinning die Allah, de Almachtige, aan de Moslims schonk.

Terwijl hij deze slag vergelijkt met de Slag van Badr, schrijft een auteur: “Bij deze gelegenheid versterkten het geloof en de overtuiging, de standvastigheid en vastberadenheid, en de besluitvaardigheid en stabiliteit die Hazrat Abu Bakr (ra) demonstreerde, de harten van de Moslims met herinneringen aan de veldslagen tijdens het leven van de Heilige Profeet (vzmh). Deze eerste veldslag in de tijd van Hazrat Abu Bakr (ra) was zeer vergelijkbaar met de Slag van Badr. Net zoals de slag bij Badr verstrekkende gevolgen had, zo had ook deze slag een diepe impact op de toekomst van de Islam.

Uit woede en razernij over deze nederlaag, vielen de stammen van Banu Zubyan en Banu ‘Abas plotseling de Moslims aan die onder hen leefden en onderwierpen hen aan zware wreedheden terwijl zij hen martelden. Nadat Hazrat Abu Bakr (ra) van deze wreedheden had vernomen, zwoer hij de polytheïsten streng te doden en naar elke stam te gaan en de moslims die hun leven hadden verloren te wreken door de levens te nemen van degenen die hen hadden gemarteld. Onder de leiding en begeleiding van Hazrat Abu Bakr (ra), nadat de aanvallen van degenen die weigerden Zakaat te betalen tot stilstand waren gebracht, begonnen de ene na de andere zwakkere en weifelende stammen naar Madinah te komen om hun Zakaat te offeren. Toen de zwakkere stammen zagen wat er gebeurd was met de grotere en machtigere stammen, kwamen al degenen die hun Zakaat achterhielden naar Madinah om hun Zakaat te geven. In de Tarikh al-Tabari staat met betrekking tot het innen van de Zakaat,

“Gedurende dat moment werden aalmoezen ontvangen door Madinah in een mate die de behoeften van de moslims overtrof.”

Hazrat Musleh Maud (ra) had het over de verschillende stadia van Taqwa [rechtschapenheid] en hoe belangrijk het betalen van Zakat is voor hen die het pad van rechtschapenheid bewandelen. Hazrat Musleh Maud (ra) verklaarde ook dat Ahmadi’s zich bewust moeten zijn van het belang van Zakaat en bijzondere aandacht moeten besteden aan de betaling ervan.” Bij een andere gelegenheid verklaarde Hazrat Musleh Maud (ra),

“Een andere beschuldiging die door mensen wordt geuit, is 1300 jaar geleden door God Almachtig beantwoord. Degenen die de bewering naar voren brengen beweren dat het een instructie was die aan de Heilige Profeet (vzmh) was gegeven, hoe is dit van toepassing op Khilafat. Zij beweren dat deze instructie niet voor Khilafat is. Zulke mensen moeten echter onthouden dat dit een zeer vergelijkbare beschuldiging is als de beschuldiging tegen Hazrat Abu Bakr (ra), die betrekking had op Zakat. Met betrekking tot “Neem aalmoezen van hun bezittingen.” Zij beweerden dat dit een instructie was voor de Heilige Profeet (vzmh) en aangezien hij is heengegaan had daarom niemand anders het recht om Sadqah [aalmoezen] van hen te nemen. Degene die hiervoor was geïnstrueerd was overleden. Hazrat Abu Bakr (ra) verklaarde aan hen dat hij nu de geadresseerde was van deze instructie. Hoewel de Heilige Profeet (vzmh) was heengegaan, is het Shariat echter nog steeds intact en dus wordt de Khalifa van die tijd aangesproken.”

Hazrat Musleh Maud (ra) verklaarde verder in zijn toespraak,

“op dezelfde manier zeg ik tegen degene die deze beschuldiging tegen mij heeft geuit dat ik nu de geadresseerde ben [van dit gebod]. Als dit antwoord dat gegeven werd door Hazrat Abu Bakr (ra) waar was in die tijd, en dat was het inderdaad, dan is wat ik vandaag zeg ook waar in die zin dat ik nu aangesproken wordt en dit principe zal altijd gelden voor Khilafat.” Men moet hier altijd op bedacht zijn.

Bij een andere gelegenheid verklaarde Hazrat Musleh Maud (ra),

“Na het overlijden van de Heilige Profeet (vzmh), werden vele onwetende moslims afvalligen. Het is opgetekend in de geschiedenis dat er nog maar drie plaatsen over waren waar gebeden werden verricht in de moskeeën in congregatie. Evenzo weigerden vele mensen in het land de Zakaat te betalen. Zij beweerden dat na de Heilige Profeet (vzmh), hoe kon iemand het recht hebben om Zakaat van hen te nemen.

Hazrat Abu Bakr (ra), die de Khalifa was, kreeg te horen dat Musailma, samen met een leger van 100.000 man, op het punt stond Madinah aan te vallen. In die tijd stelden sommige mensen aan Hazrat Abu Bakr (ra) voor dat, aangezien zij door een gevoelige periode gingen en vanwege een meningsverschil over de kwestie van Zakat mensen afvallig werden en Musailma met zo’n grote troepenmacht was aangekomen, het daarom verstandig zou zijn dat zij in het licht van de situatie in eerste instantie vrede zouden sluiten met degenen die weigerden de Zakat te betalen. Hazrat Abu Bakr (ra) maakte zich echter niet druk over de gevaren en zei tegen degenen die met deze voorstellen kwamen: “Ik zal geen vrede met hen sluiten totdat ik hen ervan kan overtuigen de Zakaat te betalen.”

Hazrat Musleh Maud (ra) zegt bij een andere gelegenheid: Echter, in de tijd van Hazrat Abu Bakr (ra), werd geheel Arabië in één keer afvallig; behalve Makkah, Madinah en een kleine stad, in alle andere plaatsen, weigerden de mensen de Zakaat te betalen en zij verzamelden een leger voor de strijd. (Zij weigerden niet alleen de Zakaat te betalen, maar zij trokken ook met een leger ten strijde). In sommige streken hadden zij zelfs een leger van 100.000 man. Het geval van de Moslims was echter dat zij slechts een leger van 10.000 hadden en ook dat vertrok naar Syrië. Dit was hetzelfde leger dat de Heilige Profeet (vzmh) had opgedragen naar Byzantijnse gebieden te marcheren en Usamah (ra) had aangesteld als de bevelhebber van het leger. Afgezien hiervan waren de enige achtergeblevenen bejaarden, zwakken of een handvol jongeren. Toen zij deze situatie zagen, dachten de metgezellen dat in de tijd van de opstand, als het leger van Usamah (ra) zou vertrekken, er geen middelen zouden zijn om Madinah te beschermen. Dus ging een delegatie bestaande uit de vooraanstaande metgezellen naar Hazrat Abu Bakr (ra). Zij stelden dat het zenden van het leger nog enige tijd moest worden uitgesteld, en wanneer de opstand was neergeslagen, dan kon het worden gezonden. Zij zeiden dat het zenden van het leger in zulke omstandigheden riskant was. Hazrat Abu Bakr (ra) zei op zeer boze toon: ‘Wil jij dat het eerste bevel dat de zoon van Abu Quhafah na het overlijden van de Heilige Profeet (vzmh) geeft, is om het leger tegen te houden dat door de Heilige Profeet (vzmh) zelf was bevolen?’ Niettemin zei Hazrat Abu Bakr (ra): “Dit leger zal worden gezonden en ik zal er zeker voor zorgen dat het vertrekt zoals de Heilige Profeet (vzmh) heeft opgedragen. Als je bang bent voor de vijandelijke troepen, verlaat dan mijn zijde. Ik zal in mijn eentje tegen de vijand strijden.’

Hazrat Khalifatul Masih (aba) spoorde de leden van de Jama’at aan om te blijven bidden voor de wereld. We moeten vooral bidden dat de wereld zijn Schepper mag erkennen, omdat dit de enige manier is om zichzelf te beschermen tegen verniet