26Oktober 2020,
PERS BERICHT
“Iedere Ahmadi Moslim op Mauritius zou een aanwinst voor onze gemeenschap moeten zijn, voor hun gezinnen en ook voor de samenleving in zijn geheel. ” – HazratMirza Masroor Ahmad
Op 25 oktober 2020 hield het wereldhoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Khalifa (Kalief), Zijne Heiligheid Hazrat Mirza Masroor Ahmad een virtuele online bijeenkomst met de Nationale Amila (Executive) van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap Mauritius.
Eveneens aanwezig waren de National Majlis-e-Amilas van de hulporganisatiesvan Majlis Ansarullah (Elders Association), Majlis Khuddamul Ahmadiyya(Youth Association) en Lajna Imaillah (Women’s Association).
Zijne Heiligheid zat de bijeenkomst voor vanuit zijn kantoor in Islamabad, Tilford,terwijl de Amila-leden deelnamen vanuit de Darus Salaam-moskee in Rose Hill,dat dienst doet als het nationale hoofdkwartier van de Ahmadiyya-moslimGemeenschap op Mauritius.
Tijdens de vijfenzeventig minuten durende bijeenkomst kregen de leden van National Amilade mogelijkheid om hun rapport voor te stellen voor hun respectievelijke afdelingen enom de leiding en instructies van Zijne Heiligheid over een reeks onderwerpen te mogen aanhoren.
Terwijl hij verschillende Amila-leden toesprak, drukte Zijne Heiligheid zich uit over hetbelang van het ‘up-to-date’ houden van gegevens en in het bezit zijn van vastgestelde doelen en doelstellingen.
Terwijl hij een lid van de Nationale Amila toesprak, zei Hazrat Mirza MasroorAhmad:
“Hoe kun je slagen zonder doelen? Hoe kun je vooruitgang maken? Het isnoodzakelijk om duidelijke doelstellingen te hebben en om steeds toerekeningsvatbaar te zijn.Anders, als je geen doelstellingen hebt, leidt dit tot niets anders dan luiheid.”
Zijne Heiligheid sprak over het belang voor jonge Ahmadiya Moslims om demissie van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap te dienen in een oprechte geest van dienstbaarheidter wille van Allah de Almachtige.
Zich richtend tot de nationale Sadr (President) van Majlis Khuddamul Ahmadiyya,zeiHazrat Mirza Masroor Ahmad:
“Majlis Khuddamul Ahmadiyya zou voorop moeten lopen bij de verspreiding van de leerstellingen van de Islam en tijdens het overbrengen van de boodschap van de beloofdeMessias (vrede zij met hem), zover het reiken kan. AhmadiMoslimjongeren zouden in alle opzichten, op de voorgrond moeten treden, daar zij de toekomstzijnvan de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap en op wie ooitgrotere verantwoordelijkheden zullen weggelegdzijn “
Zijne Heiligheid sprak ook over de noodzaak van de Nationale Umoor-e-Amaafdeling om Ahmadi Moslims bij te staan en te begeleiden voor hen die het moeilijk hebben met werkgelegenheid.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:
“Er moet een bijzonder project komen om werkloze Ahmadi Moslims te helpen. Jullie moet proberen diegenen die het moeilijk hebben, te begeleiden, zodat ze een verdienstelijke werkgelegenheid vinden en in staat zijn om voor hun gezin te zorgen. Het zou jullie doelstelling moeten zijnervoor te zorgen dat elke Ahmadi Moslim in Mauritius een aanwinst is voor de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, voor hun families en voorde samenleving in zijn geheel.”
Zijne Heiligheid verklaarde dat het de verantwoordelijkheid was van de Nationale Umoor-e-KharijaAfdeling (Externe Betrekkingen) om relaties op te bouwen met externe organismen en politici om de verspreiding van de ware leerstellingen van de islam te vrijwaren in de samenleving en omhindernissen op te ruimen tussen de volkeren vanverschillende overtuigingen en achtergronden.
Bovendien zei, Zijne Heiligheid, dat elk lid van de Majlis Amila, op elk niveau, zich zou moeten aanmelden om jaarlijks twee tot drie weken te wijden aan het onderwijzen van de Heilige Koran of aan het overbrengen van de boodschap van de Islam aan anderen.
Toen de bijeenkomst ten einde liep, bad Zijne Heiligheid voor het succes van deAhmadiyya Moslim Gemeenschap in Mauritius en zei dat hij in de toekomstafzonderlijke bijeenkomsten zou houden met de hulporganisaties.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:
“Het grootste aandeel van de tijd in de bijeenkomst van vandaag werd besteed aan discussies met deNationale Amila van Mauritius. Aldus kunnen de hulporganisaties van LajnaImaillah, Khuddamul Ahmadiyya en Ansarullah aparte ontmoetingen met mij hebben in de toekomst als ze dat nodig achten en zij die hierin over het meesterecht beschikken zijn de leden van Lajna Imaillah. Niettemin zijn veel van depunten die vandaag werden besproken van belang voor de bijstaanders en dus ook zij moeten trachten hun werk dienovereenkomstig te verbeteren. Het is van essentieel dat alleleden van Majlis-e-Amila, op elk niveau, de doelstellingen kennen van hunrespectievelijke afdelingen en trachten elke doelstelling op de allerbeste manier te vervullen. Moge Allah de Almachtige u helpen en u in staat stellen om deAhmadiyya Moslim Gemeenschap op de best mogelijke manier te dienen. Ameen. “
Eind