Samenvatting vrijdagpreek 15 Aug 2025 – Mohammed (sa): Het Grote Voorbeeld

KJ-Summary-NL-20250815         KJ-Summary-FR-20250815

KJ-Summary-UR-20250815         KJ-Summary-BN-20250815

 

Huzoor-e-Anwar (aba) hield de vorige vrijdagpreek in de Masjid Mubarak in Islamabad, Tilford, VK.

In de vorige vrijdagpreek vervolgde Huzoor-e-Anwar (aba) het verslag over het gezegende leven van de Heilige Profeet (sa), waarbij hij de vernietiging van drie belangrijke afgoden van Arabië na de Overwinning van Makkah en de daaropvolgende gebeurtenissen besprak.

Een expeditie onder leiding van Hazrat Sa’d bin Zaid Ashhali (ra) werd in het jaar 8 AH uitgezonden richting Manat om deze afgod te vernietigen. De afgod bevond zich aan de kust van de Rode Zee in Qudaid. Toen Hazrat Sa’d (ra) Qudaid bereikte en oprukte om de afgod te vernietigen, ondervond hij aanvankelijk tegenstand van de lokale bevolking. Uiteindelijk rukten Hazrat Sa’d (ra) en zijn metgezellen op naar de afgod en vernietigden deze, waarna zij terugkeerden naar de Heilige Profeet (sa). In sommige overleveringen worden ook de namen van Abu Sufyan bin Harb en Hazrat Ali (ra) genoemd.

Een andere expeditie, onder leiding van Hazrat Khalid bin Walid (ra) met een groep van dertig man, werd uitgezonden naar Nakhla om een afgod genaamd ‘Uzza te vernietigen. Toen de bewaker van de afgod hoorde van de nadering van Hazrat Khalid, hing hij een zwaard aan de afgod en beklom een berg, denkend dat de afgod Khalid zou tegenhouden. Hazrat Khalid vernietigde het huis waarin de afgod zich bevond en keerde terug. Toen hij hierover verslag deed aan de Heilige Profeet (sa), droeg de Heilige Profeet (sa) hem op terug te gaan en de afgod zelf te vernietigen.

In dezelfde maand Ramadan van het jaar 8 AH, stuurde de Heilige Profeet (sa) Hazrat ‘Amr bin al-‘As (ra) met enkele metgezellen naar de stam van Banu Hudhail om een afgod genaamd Suwa‘ te vernietigen. Deze afgod had de vorm van een vrouw en mensen voerden er Tawaaf (rondgangen) omheen uit. Hazrat ‘Amr (ra) rukte op en vernietigde de afgod. Toen de bewaker van de afgod dit zag, reciteerde hij de Shahadah en accepteerde de Islam.

Deze afgoden van Arabië waren oorspronkelijk vrome personen uit het nageslacht van Hazrat Noeh (as), die door latere generaties aanbeden begonnen te worden.

Na de vernietiging van ‘Uzza stuurde de Heilige Profeet (sa) Hazrat Khalid bin Walid (ra) naar Banu Jadhimah om hen tot de Islam uit te nodigen, met de uitdrukkelijke instructie om geen gevecht aan te gaan. Hazrat Khalid vertrok met 350 man. Toen zij aankwamen, waren de mensen gewapend en gereed. Hazrat Khalid zei hen hun wapens neer te leggen, waarna ze gevangen werden genomen. Volgens een andere overlevering antwoordden de mensen dat zij hun oude religie hadden verlaten toen Khalid hen tot de Islam uitnodigde. Historische verslagen geven aan dat sommigen zich als moslim voordeden, terwijl anderen de Islam niet openlijk beleden en nog steeds wrok koesterden vanwege vroegere vijandigheden in Arabië. Hazrat Khalid twijfelde aan hun oprechtheid en gaf het bevel de gevangenen te doden. Sommigen voerden dit bevel uit, maar de Muhajireen en Ansar waren het hier niet mee eens.

Een vrijgelaten gevangene bereikte Makkah en rapporteerde het hele incident aan de Heilige Profeet (sa). De Heilige Profeet (sa) uitte zijn ongenoegen en afkeuring over de actie van Hazrat Khalid, en stuurde Hazrat Ali (ra) naar Banu Jadhimah om bloedgeld te betalen voor de gedoden.

Hazrat Khalid bin Walid (ra) had geen slechte intenties; het was eerder een beoordelingsfout van zijn kant. Om deze reden uitte de Heilige Profeet (sa) zijn ongenoegen en gaf opdracht tot betaling van bloedgeld. Bij nader onderzoek bleek echter dat het incident was voortgekomen uit een misverstand, en nadat Hazrat Khalid om vergiffenis vroeg, werd hij vergeven. Hazrat Khalid nam later deel aan volgende veldslagen.

Na de Overwinning van Makkah stuurde de Heilige Profeet (sa) meerdere expedities uit om afgoderij uit te roeien en mensen tot de Islam uit te nodigen, met de instructie om waar mogelijk gevechten te vermijden.