KJ-Summary-NL-20240110 KJ-Summary-FR-20240110
KJ-Summary-UR-20240110 KJ-Summary-BN-20240110
Samenvatting vrijdagpreek 10 Januari 2025
Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih V (aba)
Huzoor-e-Anwar zei:
In de eerdere preek werd gesproken over de ghazawat en sariyas uit de tijd van de Heilige Profeet (sa). Er werd toen gesproken over de Sariyah tegen de Banu Fazara. In de geschiedenis wordt een gebeurtenis vermeld over de moord op Um Qirfa tijdens deze expeditie. Sommige historici hebben dit op een manier beschreven die duidelijk in strijd is met de feiten. In de authentieke hadith-collecties wordt deze gebeurtenis wel vermeld, maar er wordt nergens gesproken over de moord op Um Qirfa. De verklaringen van de historici kunnen dus niet boven de betrouwbare boeken worden gesteld.
De Heilige Profeet (sa) was altijd tegen onrecht tegenover vrouwen. Een keer werd het lichaam van een vrouwelijke vijand gevonden op het slagveld, maar het was onbekend wie haar had gedood en wanneer dit had plaatsgevonden. Desondanks berispte de Heilige Profeet (sa) zijn metgezellen en zei dat zoiets nooit meer zou mogen gebeuren. Altijd als een caravan of expeditie werd gestuurd, benadrukte de Heilige Profeet (sa) dat vrouwen niet onrecht aangedaan mochten worden.
Wat betreft de Sarriyah van Abdullah bin Atiq tijdens de maand Ramadan van het Islamitische jaar, werd er gesproken over de moord op Abu Rafi’, een Jood die de mensen van Mekka had opgehitst om een leger tegen de Heilige Profeet (sa) te verzamelen tijdens de Slag van Ahzab. De stam van Aus had K’ab bin Ashraf gedood, waarna de stam van Khazraj toestemming vroeg aan de Heilige Profeet (sa) om Abu Rafi’ te doden. Vijf tot zeven mannen van Banu Salama werden geselecteerd en de Heilige Profeet (sa) stelde Abdullah bin Atiq als hun leider aan.
Rond zonsondergang bereikten ze het kasteel van Abu Rafi’. Abdullah bin Atiq bedacht een plan om het kasteel binnen te komen. ’s Nachts praatten mensen vaak met Abu Rafi’. Nadat de anderen vertrokken waren, gingen ze naar binnen, waar ze Abu Rafi’ aanvielen. Hij slaagde erin te ontsnappen en begon te schreeuwen. Abdullah verliet de kamer en later, met het excuus van hulp zoeken, kwam hij de kamer weer binnen, viel hem aan, verwondde hem en stak vervolgens het zwaard in zijn buik, doodde hem en kwam weer naar buiten. Tijdens zijn terugkeer brak hij zijn voet, maar toen de Heilige Profeet (sa) hiervan hoorde, legde hij zijn hand op zijn voet en verdween de pijn.
Abu Rafi’ was een uitgesproken tegenstander van de moslims. Hij hitste de Arabische stammen tegen de moslims op en bood hen volledige financiële steun. De oorlog tussen de Joden en de moslims was toen in volle gang, en als er een openlijke strijd was gevoerd, zou dit veel verlies van levens en middelen hebben betekend. Daarom was een geheime moord in dit geval de beste oplossing.
Er is geen noodzaak voor ons om in discussie te gaan over de rechtvaardiging van de moord op Abu Rafi. De bloedige daden van Abu Rafi zijn een open hoofdstuk in de geschiedenis. Als principe moet men in gedachten houden dat:
- Op dat moment waren de moslims in een zwakke positie en werden ze aan alle kanten belaagd. Het leek wel alsof het hele land zich verenigde om de moslims te vernietigen.
- In deze moeilijke tijd voegde Abu Rafi’ olie toe aan het vuur door zijn invloed en rijkdom te gebruiken om de Arabische stammen tegen de moslims op te stoken en zich voor te bereiden om, net zoals bij de Slag van de Ahzab, de wrede stammen van de Arabieren zich opnieuw te verenigen en Medina aan te vallen.
- Er was geen centrale regering in de Arabische wereld die een rechtsgang kon waarborgen, dus elke stam had zijn eigen autonomie. Daarom was er geen andere keuze dan zich te verdedigen op eigen kracht.
- De Joden waren al in oorlog met de moslims, en de strijd tussen de twee volken was aan de gang.
- Openlijke militaire actie tegen de Joden zou grote verliezen in mensenlevens en rijkdom kunnen veroorzaken en het risico lopen de oorlog te verergeren en het hele land te verwoesten.
In dit licht was de actie van de metgezellen volkomen juist. In tijden van oorlog, wanneer een volk zich in een situatie van leven of dood bevindt, worden dergelijke maatregelen als volkomen legitiem beschouwd. Elke natie en elk volk heeft in tijden van conflict dergelijke maatregelen genomen, indien nodig.
Islam is geen religie van valse emoties. Het beoordeelt de misdadiger als misdadiger en geeft de straf in overeenstemming met de situatie, terwijl het altijd de vrede en veiligheid van de samenleving waarborgt. Meer hierover zal, Insha’Allah, in de volgende uiteenzetting worden besproken.