In the Naam van Allah, De Genadige, De Barmhartige
17 November 2020,
PERSBERICHT
Hazrat Mirza Masroor Ahmad zegt dat Ahmadi Moslim Missionarissen die in het Westen dienen,moeten trachten mensen terug te brengennaar godsdiensten geloof.
Op 15 november 2020 kregen missionarissen van de AhmadiyyamoslimGemeenschap Duitsland een virtuele officiële bijeenkomst en audiëntiemet het wereldhoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Khalifa(Kalief), Zijne Heiligheid Hazrat Mirza Masroor Ahmad.
Zijne Heiligheid zat de bijeenkomst voor vanuit zijn kantoor in Islamabad, Tilford,terwijl de missionarissen zich aansloten vanuit de Baitus Sabuh-moskee in Frankfurt,dat dient als het nationale hoofdkwartier van de AhmadiyyamoslimGemeenschap in Duitsland.
Tijdens de vijfenzestig minuten durende vergadering kregen alle aanwezigen de gelegenheidom persoonlijk tot Zijne Heiligheid te spreken en zijn gebeden en leiding te verzoeken.
Terwijl Hij de missionarissen collectief toesprak, herhaalde Zijne Heiligheid hetbelang van de verering van Allah de Almachtige.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:
“Het is niet mogelijk om een echte helper te worden van de Khalifa van deze tijd,zonder jezelf onder te dompelen in gebed en verering van Allah deAlmachtige. Na het volbrengen van de verplichte vijfdagelijkse gebeden, zijn het devrijwillige gebeden (Nafl) die je dichter bij Allah de Almachtige zullen brengenen u in staat stellen uw taken op de allerbeste manier te vervullen en je ervan te verzekerendat welk werk je ook doet, het gezegend is. “
Hazrat Mirza Masroor Ahmad vervolgde:
“Bovendien moet je dagelijks uit de Heilige Koran reciteren en erover nadenkendaar er geen leven is voor een moslim zonder de Heilige Koran. Zoekspiritualiteit in jezelf, daar je alleen dan een spirituele verandering in anderen kunt bewerkstelligen.”
In de loop van de bijeenkomst zei Zijne Heiligheid dat missionarissen enandere vertegenwoordigers van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap elkaar steeds moeten behandelen met gewaarwording en aanzien. In dit opzicht zei hij dat hetbelangrijk was om aantrekking te hebben tot de harten van die Ahmadimoslims die slechts beperktcontact hebben met de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:
“Je moet de Ahmadimoslims die op een afstand zijn, raad geven en begeleiden op een liefdevolle manier. Herinner hen eraan dat ze naar het westen konden verhuizenen er mogen wonen vanwege het feit dat ze Ahmadi moslims zijn. Het is door hun geloof dat hun omstandigheden nu zijnverbeterd, dat ze kansen hebben gekregen en dat hun kinderen een goede opleiding krijgen. Op een vriendelijke en attente manier moet u hen eraanherinneren dat ze hier zijn dankzij de genade van God en dusdanig moeten verbonden blijven met hun geloof en ernaar streven het te dienen. Spreekmet zachtheidtot hen en bid altijd voor hen.”
Tegen het einde van de bijeenkomst vroeg een missionaris hoe ze het best jongeren aan hun geloof verbinden, aangezien godsdienst steeds meer wordtverwaarloosd in de westerse wereld.
Als antwoord hierop zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:
‘Het is vooral belangrijk dat jonge missionarissen die zijn gegroeiden opgeleid in het Westen, hun rol spelen in het begeleiden van de jeugdten aanzien van het belang van religie. Je moet een oprechte vriend zijn voor dejongeren en hen tegelijkertijd betrekken met onze hulporganisaties bijhet werk van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, zodat een geest van dienstbaarheidzich ontwikkelt vanaf een jonge leeftijd. Het is een uitdaging om de Ahmadi moslim jeugd te vrijwaren van de schadelijke aspecten en negatieve invloeden eigen aandemaatschappij van vandaag. We moeten volharden in onze inspanningen en nooit opgeven. Hoe meertijd en moeite besteed aan het begeleiden en opvoeden van de jeugdigen, hoe sterkerhun band met onze gemeenschap zal zijn. “
Hazrat Mirza Masroor Ahmad ging als volgt verder:
‘Dit is het grote vertrouwen dat in de jonge missionarissen vande Ahmadiyya Moslim Gemeenschap is geïnvesteerd daar ze zijn opgegroeidin de westerse samenleving en ze zich beter profileren met de jongere leden vanonze gemeenschap en hen spiritueel begeleiden. Het is mijn overtuiging dat als onzejonge missionarissen een relatie van waarachtigegetrouwheid en liefde metAllah de Almachtige ontwikkelen, zo God het wil, dankunnen ze behoren tot degenen dievoor een gunstige transformatieve verandering in de samenleving zullen zorgen. Voorwaar,ik ben ervan overtuigd dat als de jonge missionarissen als een eenheid opstaanen met grote vastberadenheid hun verantwoordelijkheden vervullen, dan zal een ware spirituele revolutie teweeggebracht worden waardoor mensen dichter bij hunSchepper zullen komen.”
Einde