Het wereldhoofd van de Ahmadiyya Moslimgemeenschap, de vijfde kalief, Zijne Heiligheid Hazrat Mirza Masroor Ahmad, hield op 6 juni 2025 de Eid-ul-Adha-preek vanuit de Mubarak-moskee in Islamabad, Tilford.
Over de hele wereld konden miljoenen Ahmadi-moslims live luisteren naar de Eid-preek van hun kalief en meedoen aan het stille gebed onder leiding van hun spirituele leider via de wereldwijde televisiezender MTA International.
Tijdens de preek ging Zijne Heiligheid in op de voortdurende beperkingen in Pakistan tegen Ahmadi-moslims en terwijl hij de ware filosofie van offers uiteenzette, zei hij dat zelfs als Ahmadi-moslims worden verhinderd om hun religieuze plicht om een dier te offeren ter gelegenheid van Eid uit te voeren, zij niet zullen worden beroofd van de beloning van God Almachtige als zij zich oprecht tot Allah de Almachtige wenden.
Zijne Heiligheid drong er ook bij de Ahmadi-moslims op aan om vurig te bidden, zodat de situatie van de Ahmadi-moslims en de rest van de wereld, die steeds meer verstrikt raakt in conflicten en lijden, verbetert.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:
“‘Opoffering’ betekent niet alleen het offeren van een dier, zoals tijdens Eid-ul-Adha. Het offeren van dieren is eerder een symbolische handeling die ons leert dat kleinere dingen moeten worden opgeofferd voor grotere doelen. Het herinnert ons eraan dat ook wij bereid moeten zijn om offers te brengen voor onze Schepper, de Meester van alles. Echt begrip van opoffering komt wanneer iemand erkent dat er één God is, één Heer die onze aanbidding verdient… net zoals dieren vrijwillig hun nek voor u neerleggen, moet u ook bereid zijn om voor Allah te buigen en alle soorten offers te brengen om Zijn geboden te vervullen.”
Zijne Heiligheid zei dat Ahmadi-moslims in Pakistan al enkele jaren beperkingen opgelegd krijgen, waardoor ze geen dieren mogen offeren tijdens Eid.
In het licht van de geschriften van de Beloofde Messias (vrede zij met hem) legde Zijne Heiligheid verder uit dat we zowel vrees als liefde voor Allah moeten hebben en dat terwijl Salat en de bijbehorende houdingen ons eraan herinneren om ontzag en vrees voor Allah te hebben, de verschillende onderdelen van de hadj gevoelens van liefde voor Allah oproepen.
Zijne Heiligheid zei dat gebed ontzag en gehoorzaamheid bijbrengt, wat leidt tot liefde voor Allah, en dat de hadj krachtige symbolen van liefde bevat, zoals het kussen van de Zwarte Steen en het dragen van de meest eenvoudige kleding om aan te geven hoe iemand zijn eigen materiële behoeften vergeet omdat hij ondergedompeld is in de liefde van de Geliefde.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad richtte zich tot Ahmadi-moslims over de hele wereld die niet met dezelfde beperkingen te maken hebben als die in Pakistan, en zei:
“In Pakistan zijn er beperkingen, maar Ahmadi-moslims die in andere delen van de wereld wonen, moeten hun liefde voor Allah uitdrukken door de boodschap van Zijn religie binnen hun kringen te verspreiden. Ze moeten hun tijd opofferen en zich actief inzetten voor het verspreiden van de boodschap. Als er op één plaats obstakels zijn, dan moeten Ahmadi-moslims in landen waar vrijheid heerst, naar voren treden op het gebied van Tabligh en de liefde voor Allah tonen die Hij ons heeft opgedragen te tonen.”
Hazrat Mirza Masroor Ahmad verklaarde verder:
“Vandaag de dag staat de wereld op de rand van de afgrond en kan er elk moment een verwoestende oorlog uitbreken. In zulke tijden is het belangrijker dan ooit dat we de wereld waarschuwen en begeleiden – dat de enige weg naar overleving ligt in het zich wenden tot Allah. Ook dit is onze plicht en een vorm van opoffering die we moeten begrijpen en vervullen.”
Zijne Heiligheid zei ook dat Ahmadi-moslims de rechten van Gods schepping moeten vervullen en citeerde een hadith van de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem).
Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:
“Allah de Almachtige is tevreden wanneer zowel Zijn rechten als de rechten van Zijn schepping worden vervuld. Als we ons in deze richting inspannen, zullen we Zijn zegeningen blijven erven. De Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem) zei: “Niemand van jullie gelooft echt, totdat hij voor zijn broeder verlangt wat hij voor zichzelf verlangt.” Het naleven van dit principe om voor anderen te verkiezen wat we voor onszelf verkiezen, vereist ook de geest van opoffering… waar elk individu bereid is zich op te offeren voor anderen, vertegenwoordigt deze wederzijdse zorg de ware essentie van opoffering. Allah zegt: “Het is niet hun vlees of hun bloed dat Mij bereikt, maar jullie rechtschapenheid.”
Hazrat Mirza Masroor Ahmad verklaarde verder:
“Sommige mensen geloven dat het simpelweg offeren van dieren voldoet aan de geest van Eid. In werkelijkheid wordt het ware doel van Eid alleen vervuld als we bereid zijn ons ego en onze trots op te offeren, onszelf te hervormen, onze verantwoordelijkheden na te komen en de rechten van God en Zijn schepping te vervullen. Alleen dan kunnen we het doel van Eid werkelijk vervullen. Anders is het zinloos om alleen maar mooie kleren te dragen en van lekker eten te genieten.”
Toen Zijne Heiligheid de preek afsloot, bad hij voor de Ahmadi-moslims in Pakistan en zei:
“Mogen alle obstakels worden weggenomen en mogen wij de kans krijgen om ook uiterlijke offers te brengen, zodat zij daar vrijelijk dierenoffers kunnen brengen, samen met andere vormen van offers. En moge Allah onze harten het begrip en inzicht schenken dat nodig is om de geest van het offer werkelijk te begrijpen en het ware doel ervan te vervullen.”