“Zij (Ahmadi-bekeerlingen) hebben verschillende religieuze achtergronden en behoren tot verschillende etnische groepen. Daarom moet u uw plannen en programma’s afstemmen op hun capaciteiten, vaardigheden, kennis en interesses” – Hazrat Mirza Masroor Ahmad
Op 18 oktober 2025 had het nationaal uitvoerend orgaan (Amila) van Lajna Imaillah Canada de eer om een ontmoeting te hebben met het wereldwijde hoofd van de Ahmadiyya Moslimgemeenschap, Zijne Heiligheid Hazrat Mirza Masroor Ahmad.
Tijdens de ontmoeting hadden de leden van Lajna Imaillah Canada de gelegenheid om Zijne Heiligheid om advies en begeleiding te vragen over een breed scala aan religieuze en administratieve zaken.
Een van de aanwezigen vroeg Zijne Heiligheid hoe leden die minder actief zijn binnen de gemeenschap kunnen worden aangemoedigd om vaker deel te nemen en meer interesse te tonen in de activiteiten en evenementen die door Lajna Imaillah worden georganiseerd.
In zijn antwoord zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:
“Je moet proberen hen dichterbij te brengen… Zolang zij zichzelf identificeren als Ahmadi-moslims, zijn zij Ahmadi’s en blijven zij lid. Het is daarom uw verantwoordelijkheid om hen te betrekken en te trainen… Zoek contact met hen en richt u op hun morele en spirituele training.
Zijne Heiligheid vervolgde:
“Neem niet alleen contact met hen op om hen uit te nodigen voor bijeenkomsten of om donaties te verzamelen. Als dat gebeurt, zeggen zij gewoon: ‘Hier, neem de donatie en laat ons met rust’, en zij geven niet graag. Daarom is het uw echte taak om hen actief te maken – dat is de echte uitdaging. Als iedereen al actief was, wat zou er dan nog behoefte aan u zijn? Het doel van uw werk is juist om degenen die ver weg zijn te betrekken en nieuw leven in te blazen.”
Zijne Heiligheid adviseerde om dergelijke leden te betrekken in een informele en gastvrije omgeving in plaats van in formele bijeenkomsten. Leden die enigszins terughoudend zijn om deel te nemen aan Lajna-evenementen, moeten worden aangemoedigd om hun mening te geven over hoe de activiteiten kunnen worden verbeterd. Door hun inbreng te vragen en hun mening te waarderen, zullen zij vanzelf meer interesse en betrokkenheid bij het werk van Lajna Imaillah ontwikkelen.
Zijne Heiligheid verklaarde:
“U moet programma’s organiseren die aansluiten bij hun interesses. Houd niet alleen traditionele bijeenkomsten waar een hadith wordt verteld, een vers uit de Koran wordt gereciteerd met de vertaling ervan, een kort religieus fragment wordt voorgelezen en wat advies wordt gegeven, alleen maar om aan de formaliteiten te voldoen… Nodig hen (die minder actief zijn) ook uit om te spreken – misschien over wereldse zaken, zoals gezondheidszorg of psychologische kwesties. Als ze zien dat de bijeenkomsten onderwerpen bevatten die hen interesseren, zullen ze vaker komen. Soms moet men afwijken van conventionele formats en ervoor zorgen dat een bepaald deel van de programma’s gaat over onderwerpen die zulke mensen interesseren.”
Een van de aanwezigen vroeg Zijne Heiligheid hoe de gemeenschap Ahmadi-kinderen die kampen met psychische problemen of psychiatrische zorg nodig hebben, het beste kan ondersteunen, vooral in gevallen waarin een medische diagnose of behandeling van invloed kan zijn op hun spirituele ontwikkeling.
In zijn antwoord adviseerde Zijne Heiligheid dat Lajna Imaillah zelf leden van Lajna moet aanmoedigen en ondersteunen om een opleiding en specialisatie op het gebied van psychiatrie te volgen. Zijne Heiligheid benadrukte dat er meer Ahmadi-moslims nodig zijn op dit gebied, zodat zij ethische begeleiding, therapie en ondersteuning kunnen bieden aan mensen in nood.
Zijne Heiligheid moedigde Lajna Imaillah ook aan om gezinnen met kinderen die worstelen met een psychische aandoening op te zoeken en een band van vriendschap en zusterschap met hen op te bouwen, waarbij zij ondersteuning en zorg bieden wanneer dat nodig is.
Een van de aanwezigen vroeg Zijne Heiligheid hoe de gemeenschap in contact kan blijven met nieuwe Ahmadi’s en hen het gevoel kan geven dat ze welkom zijn en erbij horen.
In zijn antwoord zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:
“Zij (Ahmadi-bekeerlingen) hebben verschillende religieuze achtergronden en behoren tot verschillende etnische groepen, dus u moet uw plannen en programma’s afstemmen op hun capaciteiten, mogelijkheden, kennis en interesses… U kunt hen boeken aanraden voor hun spirituele ontwikkeling. Stuur hen dagelijks of wekelijks fragmenten uit de boeken van de Beloofde Messias en de Heilige Koran, zodat zij begrijpen wat de ware leer van de islam is. Zo kunt u hun interesse in religie wekken en ontwikkelen en hen begeleiden om betere Ahmadi-moslims te worden.”