“Probeer je leven af te stemmen op de gebedstijden en je zult vanzelf gedisciplineerd worden.” – Hazrat Mirza Masroor Ahmad
Op 1 november 2025 had het wereldhoofd van de Ahmadiyya Moslimgemeenschap, de vijfde kalief, Zijne Heiligheid Hazrat Mirza Masroor Ahmad, een ontmoeting met een delegatie van leden van Majlis Khuddam-ul-Ahmadiyya (Ahmadiyya Moslim Jeugdvereniging) uit het zuidwesten van de VS.
Zijne Heiligheid zat de bijeenkomst voor vanuit de MTA-studio’s in Islamabad, Tilford.
Bij aankomst in de studio begroette Zijne Heiligheid de delegatie hartelijk. Vervolgens stelde elk lid zich voor en vertelde over zijn of haar familieachtergrond, rol binnen de Ahmadiyya Moslimgemeenschap en huidige professionele of academische bezigheden. Tijdens de bijeenkomst kregen de aanwezigen ook de gelegenheid om Zijne Heiligheid om advies en begeleiding te vragen over verschillende zaken.
Een van de aanwezigen benadrukte de uitdagingen van hebzucht en ongelijkheid in de wereld en vroeg Zijne Heiligheid welke praktische stappen de Ahmadiyya Moslimgemeenschap en individuen kunnen nemen om een samenleving te creëren waarin menselijkheid voorop staat.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad verklaarde:
“De Koran leert ons dat we behoeftige mensen moeten helpen, dat er gerechtigheid in de wereld moet zijn en dat we alle mensen gelijk moeten behandelen. Dit is de leer van de Koran en daarom moet je er niet alleen naar streven om dit in praktijk te brengen, maar ook om deze boodschap aan andere mensen te verkondigen en te verspreiden. De Koran zegt dat je voor wezen, behoeftigen en armen moet zorgen – geef liefdadigheid aan deze mensen en help hen om op eigen benen te staan. Dit zijn de praktische stappen die je kunt nemen, en de Ahmadiyya Moslimgemeenschap werkt hieraan. De afdeling Khidmat-e-Khalq (Dienstbaarheid aan de mensheid) en Humanity First werken hieraan. We helpen niet alleen via Humanity First in gebieden waar zich een ramp heeft voorgedaan, maar er zijn ook enkele reguliere projecten die door Humanity First worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld ziekenhuizen, scholen, dorpen en waterpompen.
Zijne Heiligheid ging verder en vestigde de aandacht op de oproep van de Koran tot gerechtigheid en mededogen binnen de samenleving. Hij zei dat de islam gelovigen leert om armen als hun broeders te beschouwen en te streven naar “absolute gerechtigheid”, zodat niemand achterblijft. Zijne Heiligheid merkte op dat, hoewel regeringen hulp bieden aan mensen in nood, het de morele verantwoordelijkheid van moslims – en met name leden van de Ahmadiyya Moslimgemeenschap – blijft om ervoor te zorgen dat kwetsbare mensen worden verzorgd en ondersteund door middel van persoonlijke inspanningen en dienstbaarheid.
Een andere deelnemer vroeg hoe Ahmadis de studie van de filosofie moeten benaderen op een manier die profiteert van de inzichten ervan, terwijl ze spiritueel beschermd blijven.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:
“De Beloofde Messias (vrede zij met hem) heeft dit onderwerp zeer duidelijk uitgewerkt in zijn boek ‘De filosofie van de leer van de islam’. Het boek bevat talrijke hoofdstukken, waaronder ‘Wat is het doel van het leven?’, ‘Wat is het doel van religie?‘, ‘Het leven na de dood’ en ‘Wat zijn de plichten van mensen ten opzichte van hun Schepper en hun medemensen?’. Het behandelt een breed scala aan belangrijke onderwerpen.”
Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei verder:
“De wetten en leerstellingen van de seculiere wereld zijn niet perfect. Alleen Allah’s geboden en leerstellingen zijn perfect – dat is wat wij geloven. Je zult vaak zien dat zij hun standpunt veranderen, met nieuwe theorieën die naar voren komen. Zij houden zich niet aan één ding, terwijl de Koran 1400 jaar geleden aan de Heilige Profeet (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) werd geopenbaard en nog steeds intact is in zijn oorspronkelijke vorm. De Koran zegt dat alle problemen waarmee mensen te maken kunnen krijgen, daarin zijn uitgewerkt en uitgelegd.”
Ter verduidelijking van deze leidraad verwees Zijne Heiligheid naar een couplet van Hazrat Mirza Bashiruddin Mahmood Ahmad, de tweede kalief van de Ahmadiyya Moslimgemeenschap (moge Allah tevreden over hem zijn), die zei: ‘Laat het intellect nooit de overhand hebben op religie, want zonder het licht van openbaring is het blind’. Zijne Heiligheid legde uit dat degenen die zich uitsluitend op wereldse zaken richten, beperkt zijn in hun begrip, en dat ware wijsheid alleen kan worden ontwikkeld door een sterke relatie met Allah de Almachtige en door Zijn leiding te zoeken. Hij benadrukte dat gelovigen zich niet al te veel moeten bezighouden met de meningen van de seculiere wereld, maar in plaats daarvan de wijsheid en perfectie van de islamitische leer moeten erkennen, die wordt ondersteund door talrijke verzen uit de Koran. Zijne Heiligheid merkte op dat er, mits goed begrepen, geen conflict bestaat tussen wetenschap en wereldse kennis, of tussen moraliteit en seculiere wetten.
Zijne Heiligheid legde verder uit dat wereldse wetten kunnen worden gewijzigd nadat fouten zijn erkend, maar dat de Koran, als het definitieve wetboek, geen wijzigingen behoeft en zowel voor religieuze als voor alledaagse wereldse aangelegenheden richtlijnen biedt. Zijne Heiligheid moedigde de aanwezigen aan om de Heilige Koran met commentaar te lezen om hun kennis te vergroten, en wees hen op de korte en lange commentaren die door de Ahmadiyya Moslimgemeenschap zijn gepubliceerd om hun begrip te verdiepen.
Wat betreft persoonlijke devotie vroeg een deelnemer aan Zijne Heiligheid hoe hij zijn focus, nederigheid en emotionele verbondenheid tijdens het gebed kon verdiepen.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad verklaarde:
“Wanneer je je gebeden opdraagt, reciteer dan herhaaldelijk het vers ‘Leid ons naar het rechte pad’, zodat Allah de Almachtige je in staat stelt het rechte pad te volgen, evenals het vers ‘U alleen aanbidden wij en U alleen smeken wij om hulp’. Blijf Surah Al-Fatiha (het eerste hoofdstuk van de Heilige Koran) herhalen in je gebeden om je concentratie te vergroten. Door het herhaaldelijk te reciteren, zul je de betekenis ervan beter begrijpen, in het bijzonder de welwillendheid van Allah de Almachtige. Bovendien, als je nadenkt over de talloze zegeningen en gunsten die God je heeft geschonken, zul je Hem dankbaar zijn. Net zoals je iemand bedankt die je een geschenk geeft of je een gunst bewijst, zo moet je ook Allah je dankbaarheid betuigen, wat je emoties tijdens het gebed op natuurlijke wijze zal verheffen.”
Hierop merkte een deelnemer op dat veel ouders tegenwoordig hun kinderen al op zeer jonge leeftijd toegang geven tot telefoons en internet, simpelweg om niet met hen bezig te hoeven zijn, en vroeg Zijne Heiligheid hoe ouders zich in plaats daarvan kunnen richten op de juiste morele opvoeding van hun kinderen.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad verklaarde:
“Als ouders jonge kinderen toegang geven tot mobiele telefoons, dan is dat verkeerd. Als ze daar echter op staan, moeten ze duidelijk maken dat hun kinderen niet langer dan een uur per dag achter het scherm mogen zitten. De schadelijke effecten van dergelijk gebruik worden nu duidelijk, en daarom heeft Australië een wet aangenomen die bepaalt dat kinderen onder de 15 jaar geen sociale media mogen gebruiken. Hoewel sommige mensen bezwaar hebben gemaakt, heeft de regering geantwoord dat deze apparaten schadelijk zijn voor kinderen – ze beïnvloeden hun intelligentie, maar ook hun moraal en ethische normen. Ouders mogen het leven van hun kinderen niet verpesten door hun verantwoordelijkheden te ontlopen. Tegenwoordig geven leraren zelfs op school huiswerk op iPads, die sommige kinderen misbruiken. Bepaalde scholen hebben echter bepaalde websites en applicaties geblokkeerd en staan alleen educatieve hulpmiddelen en platforms toe die aan de school zijn gekoppeld, zoals apps voor huiswerk. Daarom moeten ouders hun kinderen zeer zorgvuldig in de gaten houden.”
Een andere deelnemer vroeg Zijne Heiligheid hoe men echte discipline kan ontwikkelen in het dagelijkse werk en luiheid kan overwinnen, verwijzend naar het persoonlijke voorbeeld dat Zijne Heiligheid geeft.
Hazrat Mirza Masroor Ahmad verklaarde:
“Allah de Almachtige heeft moslims in de eerste plaats het principe van discipline bijgebracht door het gebod om vijf keer per dag te bidden. Wanneer iemand alle vijf gebeden verricht – vroeg opstaan voor Fajr, en vervolgens Dhuhr, Asr, Maghrib en Ishaa’ – brengen de gebedstijden vanzelf discipline in iemands leven. Daarom moet men eerst proberen deze gewoonte te ontwikkelen. Nadat u uw gebeden hebt verricht en u wat tijd over hebt, moet u gaan sporten en uw dagelijkse taken uitvoeren. Probeer ‘s avonds vroeg te gaan slapen, niet later dan middernacht, vooral omdat de nachten tegenwoordig langer zijn, zodat je voldoende rust krijgt. Probeer je leven af te stemmen op de gebedstijden en je zult vanzelf gedisciplineerd worden. Van kinds af aan horen we het gezegde: ‘Vroeg naar bed en vroeg opstaan maakt een mens gezond, rijk en wijs’, en inderdaad, dit vat de essentie van discipline samen.
Tegen het einde van de sessie vroeg een deelnemer, die de aandacht vestigde op het humanitaire leed in Gaza, aan Zijne Heiligheid hoe Ahmadi-moslims over de hele wereld zich kunnen inzetten om de getroffenen te steunen en vrede te bevorderen.