“Mensen hebben hem (de Heilige Profeet van de Islam) onrecht aangedaan, maar hij heeft alle vormen van lijden verdragen… Hij heeft echter nooit zijn vertrouwen in Allah opgegeven. Dat is de essentie van ‘tawakkul’ – echt vertrouwen in Allah de Almachtige” – HAZRAT MIRZA MASROOR AHMAD
Op 20 oktober 2025 hadden leden van Lajna Imaillah uit de regio Noordrijn-Westfalen in Duitsland de eer om Zijne Heiligheid Hazrat Mirza Masroor Ahmad, het wereldwijde hoofd van de Ahmadiyya Moslimgemeenschap, te ontmoeten.
Tijdens de bijeenkomst hadden de leden de gelegenheid om Zijne Heiligheid om advies en begeleiding te vragen over een breed scala aan onderwerpen.
Een van de aanwezigen vroeg Zijne Heiligheid naar het belang van durood – het aanroepen van de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) – en of men zijn knielingen kan wijden aan het aanroepen van durood op de Profeet (vrede en zegeningen van Allah zij met hem).
In zijn antwoord verklaarde Hazrat Mirza Masroor Ahmad:
“In een Hadith staat dat het aanroepen van Durood Sharif essentieel is voor de aanvaarding van gebeden, en de Heilige Profeet (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) benadrukte dit ook. De Heilige Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) zei: ‘Bid, en roep in uw gebeden ook zegeningen over mij af.’”
Zijne Heiligheid citeerde vervolgens hoofdstuk 33, vers 57 van de Heilige Koran, waarin staat: “Allah en Zijn engelen zenden zegeningen over de Profeet. O gij die gelooft! Ook gij moet zegeningen over hem aanroepen en hem groeten met de groet van vrede!”
Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad, vervolgde:
“De Heilige Profeet (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) zei dat een gebed in behandeling blijft totdat er zegeningen over hem worden afgeroepen. Allah de Almachtige heeft de Heilige Profeet (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) in dit tijdperk gezonden als de laatste Profeet, Zijn geliefde en de drager van de laatste wet; daarom is het onze plicht om zegeningen over hem af te roepen. Hoewel het reciteren van Durood Sharif tijdens de prosternatie niet verplicht is, is het wel aan te bevelen. Op een keer vertelde iemand tijdens een bijeenkomst aan de Beloofde Messias (vrede zij met hem) dat hij de helft van zijn gebeden wijdt aan het aanroepen van zegeningen over de Heilige Profeet (vrede en zegeningen zij met hem). De Beloofde Messias (vrede zij met hem) prees hem hiervoor. Een andere metgezel vertelde ook dat hij regelmatig durood aanroept en ook hij werd hiervoor geprezen. Een andere metgezel, Hazrat Mufti Muhammad Sadiq (moge Allah tevreden over hem zijn), zei dat hij al zijn gebeden zou wijden aan het aanroepen van durood. De Beloofde Messias (vrede zij met hem) zei dat dit een uitstekende gewoonte zou zijn en dat hij dat zeker moest doen, want als hij oprecht durood aanroept, zal Allah de Almachtige ook zijn andere gebeden aanvaarden.
Een andere aanwezige vroeg Zijne Heiligheid naar het evenwicht tussen angst en moed, en zei dat een persoon zich soms zo door angst laat overweldigen dat hij laf wordt, terwijl hij op andere momenten zo moedig is dat het op dwaasheid lijkt. De aanwezige vroeg wat de juiste grens van moed zou moeten zijn en in hoeverre men angst voor de wereld zou moeten hebben.
In antwoord daarop zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:
“De ware kracht van een gelovige ligt in inzicht en wijsheid, in voorzichtigheid en intelligentie. Dit zijn de eigenschappen die een ware gelovige kenmerken. Wanneer iets wat toegestaan is in de verkeerde context wordt gedaan, kan het schadelijk worden; evenzo veroorzaakt het begaan van iets verboden ook schade. Daarom moet men altijd de waarheid spreken, maar met wijsheid. In de Hadith wordt vermeld dat het spreken van een woord van waarheid voor een tirannieke heerser een grote deugd is.”
Hazrat Mirza Masroor Ahmad vervolgde:
“Daarom moet men, voordat men iets zegt, nadenken over de vraag of de waarheid die men gaat zeggen meer kwaad dan goed zal doen, en of het beter is om dit in het openbaar of privé te zeggen. Als je bijvoorbeeld op iemands tekortkoming wijst of een uitspraak doet die het leven van een ander kan beïnvloeden en zijn fouten voor anderen blootlegt, bedenk dan dat Allah de Almachtige ook heeft geboden om de fouten van anderen te verbergen, terwijl Hij zelf fouten verbergt. Daarom moet men deze eigenschap ook belichamen en zich onthouden van het in het openbaar blootleggen van de zwakheden van anderen…”
Zijne Heiligheid vervolgde:
” Zoals de Beloofde Messias (vrede zij met hem) heeft gezegd: als je zwakheden in anderen ziet, bid dan veertig dagen voor hen voordat je probeert hen te veranderen. Als er na je inspanningen nog steeds geen verandering is, breng dan de verantwoordelijken op de hoogte – zoals ambtsdragers of personen die hen kunnen begeleiden – maar alleen met het doel om hen te veranderen, niet om hen te verwijten. Allah de Almachtige heeft gelovigen verstand en intellect gegeven, en daarom heeft Hij geboden om met wijsheid te handelen. ”