Hoofd Van Ahmadiyya Moslim Gemeenschap spreekt vrouwelijke Moslim jongeren toe tijdens bijeenkomst (Waqfat-E-Nau Ijtema) in Londen

In de Naam van Allah, De Barmhartige, De Genadevolle

28 februari 2017

PERSMEDEDELING

“Laat het kristalhelder zijn dat de positie van een vrouw helemaal niet minderwaardig is aan die van een man.” – Hazrat Mirza Masroor Ahmad

De Internationale Leider van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Khalifa (Kalief), Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad heeft op 25 februari 2017 de laatste sessie toegesproken van de Nationale Waqfat-e-Nau Ijtema (bijeenkomst) van het Verenigd Koninkrijk, een programma dat werd gehouden voor vrouwelijke leden van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap in het VK die hun leven hebben toegewijd om de Islam op vredevolle wijze te dienen.

De bijeenkomst vond plaats in de Baitul Futuh Moskee in Londen en werd bijgewoond door meer dan 1500 vrouwen en meisjes, onder wie 1000 leden van het Waqf-e-Nau programma.

Tijdens een inspirerende toespraak sprak Zijne Heiligheid in detail over de rechten van vrouwen en hun hoge positie binnen de Islam.Daarnaast zei hij ook dat de beweringen van bepaalde tegenstanders van de Islam, die beweren dat de religie vrouwen minacht, volledig fout zijn.

Met betrekking tot onderwijs zei Zijne Heiligheid dat de Heilige Profeet Mohammed (vrede zij met hem), veel belang hechtte aan het onderricht van meisjes, echter hadden meisjes en vrouwen tijdens de late 19e of vroege 20e eeuw nagenoeg geen toegang tot onderwijs en vooral heel weinig Moslim meisjes kregen de kans om seculier of religieus onderwijs te volgen.

Zijne Heiligheid zei dat een belangrijke reden hiervoor was dat, in tegenspraak met de Islamitische leer, de zogenaamde religieuze intellectuelen van die tijd wilden dat vrouwen binnen de vier muren van hun woonst zouden blijven. De Stichter van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, Hazrat Mirza Ghulam Ahmad, de Beloofde Messias (vrede zij met hem), deed de ware leer van de Islam echter heropleven en spoorde Ahmadi Moslim vrouwen aan om seculiere en religieuze kennis te verwerven.Hieruit volgde dat Ahmadi Moslim meisjes uitblonken op vlak van onderwijs en in veel landen betere resultaten behaalden dan de jongens.

Zijne Heiligheid vermelde de scholen en colleges die door de Tweede Kalief van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap in India en Pakistan werden opgericht, en die meisjes uit kleine dorpen de kans op onderwijs gaven.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Door middel van deze onderwijscentra kregen deze meisjes, die het zich niet konden veroorloven om naar grotere steden te reizen om te studeren, een degelijke opleiding en waren zij in staat om een hoog niveau van seculiere kennis en religieus onderricht te bereiken.”

 Zijne Heiligheid zei dat, ondanks het bestaan van een concept van ‘verdeling van werk’ binnen de Islam, het idee dat de religie vrouwen inperkte volkomen fout is. Zijne Heiligheid gaf voorbeelden uit de tijd van de Heilige Profeet Mohammed (vrede zij met hem),toen Moslim vrouwen als verpleegsters werkten om diegenen te helpen die verwond werden tijdens de defensieve oorlogen en, in sommige situaties, zelf aan de frontlinie meevochten en schitterende moed en dapperheid tentoon spreidden.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Nergens staat geschreven dat de Islam zegt dat het vrouwen niet is toegestaan om zich buitenshuis te begeven zoals soms wordt beweerd. Bijvoorbeeld, er zijn sommige meisjes en dames die uitblinken in hun studies en buitengewone resultaten behalen en de Islam instrueert hen niet om hun talenten te verkwisten en enkel thuis te blijven.”

 Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei verder:

“Daarom kunnen vrouwen die aanleg hebben om artsen of onderwijzers te worden, of om andere beroepen uit te oefenen die een meerwaarde hebben voor de mensheid, zich daarop toeleggen. Echter dienen zij er tegelijkertijd voor te zorgen dat zij hun plichten tegenover hun kinderen en gezin niet verwaarlozen. Deze vrouwen dienen hun tijd goed in te plannen om ervoor te zorgen dat hun kinderen op geen enkele wijze verwaarloosd worden.”

Met betrekking tot de vrouwen die geen professionele activiteiten uitoefenen zei Zijne Heiligheid:

“De jonge vrouwen die hoog opgeleid zijn, maar die geen beroep uitoefenen, dienen zich nooit op enige wijze minderwaardig of beschaamd te voelen, of het gevoel te hebben dat zij hun talenten verwaarlozen. Het is in feite zo dat het onderhouden van je huis en het zorgen voor en grootbrengen van je kinderen uitermate belangrijk en van onschatbare waarde zijn.”

Zijne Heiligheid zei dat als moeders ervoor zorgen dat zij hun kinderen onderwijzen, die moeders de “basis voor een cyclus van eeuwigdurende menselijkheid, moraliteiten vrede onder de komende generaties” zullen zijn.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Onthoud dat de sleutel tot welvaart en vooruitgang voor elke natie in de handen van de moeders van die natie ligt.”    

 Zijne Heiligheid zei ook dat Ahmadi Moslim vrouwen moeten trachten om de Islam te verdedigen, zonder vrees of schaamte, tegen de valse beschuldigingen die ertegen worden opgeworpen. Zijne Heiligheid bestempelde deze pogingen als een ‘intellectuele Jihad’, waarin het de plicht van Moslims is om op schriftelijke wijze te antwoorden op aantijgingen van diegenen die beweren dat de Islam een gewelddadige en onderdrukkende religie is.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“We bevinden ons nu in een tijdperk waar onderwijs de sleutel is om deze propaganda te betwisten door het voeren van een intellectuele Jihad via dezelfde kanalen die gebruikt worden om de Islam aan te vallen. Het zijn niet enkel de mannen en jongens die kunnen deelnemen aan deze Jihad van de Pen, maar ook onze vrouwen en meisjes kunnen, en moeten, hieraan deelnemen.”

Inzage de rechten van vrouwen in de Islam zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“De Islam is de religie die sinds het prille begin de rechten van alle vrouwen gegarandeerd heeft. Het is die religie die vrouwen bevrijd heeft en hun ware status en eer veilig heeft gesteld.

 Hazrat Mirza Masroor Ahmad vervolgde:

“Het was slechts in de voorbije eeuw dat de volkeren en naties die de Islam veroordelen gedwongen waren om vrouwen enkele basisrechten te gunnen en desondanks trachten zij nog steeds hun morele superioriteit uit te roepen. Daarnaast hebben zij, in naam vande ‘vrijheid’ een klimaat gecreëerd waarin vrouwen worden behandeld als ‘objecten’ en hun waardigheid en echte status contant ondermijnd worden.”

Zijne Heiligheid beantwoorde ook een specifieke aantijging tegen de Islam. Deze refereert naar een uitspraak van de Heilige Profeet Mohammed (vrede zij met hem) waarin deze zei dat hij een visioen had gezien van de hel met daarin veel vrouwen die geen kennis bezaten van hun religie, die geen enkele wijsheid of intellect vertoonden, en die ondankbaar waren.

Zijne Heiligheid zei dat, door bepaalde Hadith (uitspraken) van de Heilige Profeet Mohammed (vrede zij met hem) uit hun context te rukken, sommige niet-Moslim critici beweerden dat de Islam zich lasterlijk en neerbuigend uitliet over de status van vrouwen. Zijne Heiligheid zei echter dat niets minder waar kon zijn.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Net zoals de Heilige Profeet (vrede zij met hem) de aandacht van Moslim mannen herhaaldelijk vestigde op hun zwaktes, en hen aanleerde hoe zich te hervormen, leidde hij de vrouwen op gelijkaardige wijze.”

 Hazrat Mirza Masroor Ahmad vervolgde:

“Tijdens het tijdperk van de Heilige Profeet (vrede zij met hem), zien we hoe Moslim vrouwen opklommen naar de hoogste pieken van moraliteit, deugd en kennis. Sommige vrouwen bijvoorbeeld, en in het bijzonder Hazrat Ayesha, onderwezen Islam aan de Moslim mannen. Op dezelfde wijze streden sommigen zij aan zij met de mannen in gevechten en brachten grote offers.”

Zijne Heiligheid herinnerde de vrouwen eraan dat volgens de leer van de Heilige Koran en de Heilige Profeet Mohammed (vrede zij met hem) er echte gelijkheid bestaat tussen de seksen.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Laat het kristalhelder zijn dat de positie van een vrouw helemaal niet minderwaardig is aan die van een man. De Heilige Profeet (vrede zij met hem) was zelfs diegene die de rechten van alle vrouwen, voor overal en altijd, heeft veilig gesteld.”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei daarnaast:

“Hoe kan het ooit zijn dat, aan de ene kant, de Profeet van de Islam (vrede zij met hem) heeft uitgeroepen dat het Paradijs zich onder de voeten van ieders moeder bevindt, en dat de helft van het islamitische geloof van Ayesha geleerd kan worden, en hij, aan de andere kant, beweerd heeft dat, God verbied het, hel de bestemming voor vrouwen is?”

Zijne Heiligheid adviseerde ook dat Ahmadi Moslim vrouwen ervoor dienen te zorgen dat zij regelmatig zijn in het observeren van de vijf dagelijkse gebeden en het bestuderen van de Heilige Koran. Zijne Heiligheid zei ook dat zij regelmatig dienen te luisteren naar de preken van de Kalief.

Het programma werd beëindigd met een stil gebed dat werd geleid door Zijne Heiligheid.

Eerder vonden verscheidene academische competities, spellen, en discussies over verscheidene onderwerpen plaats. Er waren ook workshops met betrekking tot een verscheidenheid aan hedendaagse onderwerpen zoals ‘Hoe word ik een soevereine Ahmadi Moslim vrouw’.

Einde